Hij is getrouwd met Maritgen Alewijns de Groot.
Zij zijn getrouwd op 25 mei 1698 te De Lier.
Kind(eren):
In het Actenboek van de Hervormde gemeente te De Lier vinden we vermeld: getrouwd 25 meij 1698 Abraham Jorisz Locq J M uijt De Lier en Maritgen Alewijns de Groot J D van Hondsholredijk.
Hun huwelijk werd gezegend met een zevental kinderen, de eerste drie gedoopt te De Lier, de laatste vier te Naaldwijk.
Abram Lok werd in 1722 in een lelijke ruzie betrokken. Zijn oudste zoon Joris zat op 1 augustus 1722 met Jacobus Vreugdenhil in de herberg te drinken. Moeder Trijntje was het hiermee niet eens en ging haar zoon van 23 jaar naar huis halen. Abram Lock en Jacobus Vreugdenhil raakten slaags, zo erg zelfs dat het gerecht van Naaldwijk zich met het geval moest bemoeien. Verschillende getuigen: Jannetje Pieters Vreugdenhil, oud omtrent 24 jaar, Maartje Sprokkenburg, oud ontrent 63 jaar, Geertje Claes van der Snoek, oud 43 jaar, Dirk van Leeuwen, oud omtrent 50 jaar compareerden voor schepenen en legden "onder solemnelen eede" verschillende verklaringen af over de vechtpartij. We lezen dan het volgende verhaal. Jacobus Vreugdenhil en Joris Lok hadden op 1 augustus 1722 samen "sitten drinken int Meehuijs of in de herberg". De getuigen verklaarden "niet gehoort off gesien te hebben dat Joris Lok sijn moeder hem is comen halen en hem eenige clappen gaff over sijn drinken en dat sijn moeder hem naar huijs heeft genomen". Jacobus Vreugdenhil ging naderhand naar het huis van Joris Lok en schold daar diens moeder uit, waarna Abram Lok, de vader van Joris Lok kwam "toeschieten op sijn kousen off barrevoets met een bloot mes in sijn hant", zeggende tot Jacobus Vreugdenhil "Jouw donder gij hebt nogh wat aan mijn te goet wat bruijt het jouw, kom ik sal u hebben". Door de schepenen werd gevraagd "Off sij deposanten niet gesien off gehoort hebben, dat Abram Lok Jacobus Vreugdenhil met een mes naliep, de vaart over tot ontrent den asbak op gemelte vaart en dat Jacobus Vreugdenhil daar struijkelende off vallende van den gemelten Abram Lok hem een sneede wiert toegebragt door sijn kleederen tot in sijn bil en dat hij Vreugdenhil sulx gevoelende niet een steen heeft geworpen. De getuigen verklaarden dit niet gesien of gehoord te hebben. Het gerecht kwam drie maal bijeen. Op de rechtdagen van 23 augustus, 23 september en 14 oktober 1722 werd de vechtpartij ampel besproken en aan de afwezige Abram Lok werd een boete opgelegd van 10 silveren sucatons. Tevens werd de delinquent veroordeeld in de kosten van het geding.
Abraham Jorisz Luck | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1698 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De getoonde gegevens hebben geen bronnen.