Kind(eren):
Woont circa 1625 in De Wijck te Elderhuisen. In de verponding van 1630 wordt hij aangeslagen voor 93 grasen land. Eerste bewoner van De Wijck te Elderhuisen.
De kindervolgorde is aan de hand van de trouwdata opgemaakt
Mogelijk waren er nog meer kinderen:
Zonder vermelding van de locatie zijn te Bedum nog als kinderen van (een) Peter Jansens gedoopt:
4 februari 1638: Jacob
12 juli 1646: Egbert
5 november 1648 (vader tot Beem): Roelfien.
Bij een vader met dezelfde naam staat oa in 1635: 'tot Vierhusen' (Tussen Bedum en Ter Laan).
Ellerhuizen had een eigen rechtspraak.
Bij de bestudering van een topografische kaart van 1905 (Historische Atlas Groningen (1990), nr. 80, Zuidwolde)
lijkt het erop dat Het Geweide vanuit Thesinge door de Steerwolderpolder heen precies langs De Wijk loopt en vervolgens met een bochtje naar het Boterdiep gaat. Misschien liep de weg van Garmerwolde via Steerwolde precies naar De Wijk...
Wijk kan ook betekenen: kreek, baai, inham en is een naam voor wateren die door indijking binnenslands kwamen te liggen (Woordenboek der Noord- en Zuidnederlandse Plaatsnamen, J. de Vries, Utrecht/Antwerpen, 1962).
In een almanak van 1831 (Beschrijving van Bedum, Almanak ter bevordering van kennis en goede smaak (leens, 1831) staat: 'Al zeer vroeg bestond er te Bedum eene kapel, welke gestaan heeft in den buitenhof van K.W. Wijk, nabij de plaats waar de trekschuiten gewoonlijk aanhouden. De opgedolven beenderen, daar gevonden, zijn genoegzame bewijzen, dat bij dit bidhuisje ook eene begrafenisplaats is geweest.' In dezelfde almanak is ook sprake van de boerderij 'het Hooge Heem' in Ellerhuizen (die meer naar het westen staat), zo geheten omdat men hier eene hoogte opgeworpen heeft, ten einde een bidhuisje op te rigten, doordien men geduriglijk, des winters en voorjaars, wegens het hooge water, niet altijd de hoofdkerk konde bezoeken; alzoo maakten de Ellerhuisters, en denkelijk ook de Noordwolders van deze inrigting een goed gebruik'. Deze locatie wordt ook vermeld door H. Kremer in 1837 in zijn Beknopte aardrijks- en geschiedkundige plaatsbeschrijving der provincie Groningen, Gron. 1837.
In 1842 schrijft J.G. Rijkens in deze almanak (Eene bijdrage van de ontdekking der oude Ellerhuister kerk of kapel, benevens de daaraan grenzende begraafplaats en de gedachte Weme, Leens 1842) dat hem verjaald werd 'dat men bij de boereplaats van K. Wijk, onder Ellerhuizen, bij de slechting eene hoogte, eene menigte menschenbeenderen en zware steenen had gevonden'. (.......). Rijkens vestigt de aandacht op de nabijheid van het Thesinger Klooster, dat deze kapel kon hebben gesticht.
Ook het Aardrijkskundig Woordenboek der Nederlanden van Van der Aa (Gorinchem 1843) vermeldt dat men bij 'De Wijk' in 1841 een hoeveelheid stenen heeft opgegraven 'waaronder eene bijzondere soort van ronde steenen, welke men uitsluitend aan oude kerkgebouwen aantreft' en tevens dat er 20 lijken waren opgegraven. Wat betreft de stenen: deze kunnen voor hergebruik zijn aangevoerd uit Thesingerburen, waar op circa 800 m afstand van De Wijk in de 2e helft van de 15e eeuw de kerk van Stederwalda heeft gestaan (Groninger Volksalmanak 1974-'75), blz. 184-197.
Bewoners van De Wijk (82 grazen, in de 19e eeuw 157).
circa 1625 Peter Jansens.
circa 1650 Aepke Jacobs, schoonzoon van Peter Jansens.
circa 1680 Peter Jansens, zoon van Aepke Jacobs.
1721 Bijwke Nannincks, wed. van Tonnijs Pieters, gebruiker Hindrik Eibes. Bij de verkoop in 1781 is de kerk van Noorwolde eigenaar van (een deel van) het land.
1781-1789 Claas Harms Wijk
1789-1833 Willem Luitjes Wijk
1833-1845 zijn kinderen.
Toegevoegd door een Smart Match te bevestigen
Stamboom op MyHeritage.com Familiesite: ter Laan Web Site Stamboom: PAF5laatste