Het mysterie Wardenier en de "brandstofloze" motor
In de herfst van 1934 baarde een eenvoudige boerenzoon uit Steenwijkerwold opzien door een motor te laten draaien, die, zoals hij het zelf aangaf, “een omwenteling zou brengen in de voortbeweging”. Hij was de uitvinder van de "brandstofloze motor". De 21-jarige Johannes Wardenier is wekenlang voorpaginanieuws geweest.
Zijn motor zou worden geproduceerd in Wolvega. “De werkloosheid zal halt houden. Wardenier heeft een uitvinding gedaan, die mensen en machines weer aan arbeid kan helpen,” schreven sommige kranten. De fabriek zou aan 13.000 mensen werk bieden.Ingenieurs uit Engeland en rijksingenieurs zouden getuige zijn geweest van een proef. De grondprijzen in Wolvega stegen en zelfs de olieprijs in de wereld was gedaald. Om de uitvinding wereldkundig te maken zou een speciaal gemaakte bus, uitgerust met deze motor, door Europa toeren zonder ook maar 1 keer brandstof in te nemen.
Zo ver is het niet gekomen. Wardenier werd plotseling opgenomen in een psychiatrische inrichting. De behandelende professor verklaarde hem echter “normaal” en stuurde Wardenier weer naar huis. Op dat moment begint het mysterie dat tot op de dag van vandaag onopgelost is gebleven. Bij thuiskomst hoorde Wardenier dat zijn motor was verdwenen, volgens zijn ouders opgehaald door “enkele heren”. De motor is nooit teruggevonden.
Lang zou hij niet van zijn vrijheid genieten, de oorlog brak uit en hij werd te werk gesteld in Duitsland. Tijdens een bomaanval wist Johannes te ontsnappen en na enige omzwervingen sloot hij zich aan bij een verzetsgroep te Brussel.
Uiteindelijk werd hij door de Duitsers gepakt in Nijmegen (1943) met 200 distributiekaarten, valse papieren en illegaal drukwerk. Hij doorstond vreselijke martelingen in kamp Buchenwald en kamp Wesseling. Vlak voordat hij bezwijkt wordt hij door onbekende uit het kamp gehaald en in 1944 overgebracht naar een hospitaal en later naar Eindhoven. Na zijn genezing keert hij als vrij man naar zijn geboortestreek, de oorlog is dan bijna voorbij.
Later blijkt dat Frits Philips (ja, die van de gloeilampen) Johannes uit het kamp heeft kunnen redden. En weer later zou een woordvoerster van Philips dit bevestigen: Frits Philips zou zich wel meer ingezet hebben voor Nederlanders in oorlogstijd. Diezelfde Philips die in 1934 al contact had gezocht met Johannes Wardenier.Wardenier vertelde in 1959 over zijn opname: “In een auto van Philips en met mensen van Philips werd ik naar de kliniek gebracht.” Wardenier leefde na zijn opname in betrekkelijke weelde. Hoefde niet meer te werken, kocht dure pakken, rookte sigaren en reed auto. Op 17 Juli 1960 is Johannes Wardenier op 47-jarige leeftijd overleden. Hij werd begraven in Kerkbuurt, bij Steenwijk. Later onderzoek toont aan dat zijn lichaam daar niet ligt. Volgens zijn familie is zijn lichaam bij het graf van zijn ouders geplaatst te Steenwijkerhold. Henk Vos, grafdelver te Steenwijkerhold zegt dat er buiten zijn ouders niemand is bijgeplaatst, ook het register van de gemeente vermeldt geen graf van Johannes Wardenier.
Johannes (Jo) Wardenier |
De getoonde gegevens hebben geen bronnen.