Kind(eren):
Van een boer die een ploeg stal.
Aart van Wange, inwoner van Tielt en vader van een groot gezin, had het blijkbaar niet al te breed. Met 6 gulden, die hij gespaard had, kocht hij een paard en daar hij niet meer over het nodige geld beschikte om alaam te kopen, stal hij hout en couter van eene ploege, door hem bevonden in het velt, tsaemen weerdich ontrent vijff off ses schellingen (11 oktober 1713); voorzichtigheidshalve trok hij ermee naar een wagenmaker te Houwaart om beide stukken te laten ineenzetten, doch hij werd door de luitenant-meier van Tielt betrapt en in de gevangenis van Diest opgesloten. Reeds dertien maanden had hij daar gezeten en hij begon ernstig te vrezen dat men hem krachtens de plakkaat van 12 juni 1586 zou veroordelen; dit plakkaat voorzag dat alwie een hoeve plunderde, alaam of vee wegvoerde, met de galg zou gestraft worden. Aart van Wange stelde toen een verzoekschrift op, gericht aan de Raad van State van Zijne Majesteit, te Brussel, waarin hij, ingezetene van Tielt, betoogt dat dit plakkaat niet op hel toepasselijk was, dat hij bovendien reeds een lange gevangenisstraf had uitgezeten en dat hij zich, voor de diefstal, steeds eerlijk gedragen had (zoals blijken moest uit enkele getuigschriften) en verzocht Zijne Majesteit hem genade te willen verlenen. De 17 augustus 1714 werd het verzoek van Aart van Wange ingewilligd.
Bron: OLV Tielt in het verleden door Lic.Em.Vandewoude (Hagelandse Werkgemeenschap OLV Tielt (Br.) 1958
Aart van Wange, resident of Tielt and father of a large family, didn't have that much money. He bought a horse with 6 Dutch florins, wich he saved, but he didn't have enough money to buy "alaam". So he stole some wood and a piece fromm a plow that he saw in a field, the value was 5-6 schellingen (also an old currency). After his theft, he went to the man that made wagons, in Houwaart, to put the pieces together. But he was caught by the Luitenant-meier (a kind of policeman) of Tielt and put in prison in Diest. After 13 months, he started to fear they would hang him for his crime. The plakkaat (some sort of law) of 12th june 1586 stated that everyone who stole from a farm (cattle, a plow, ...) would be punished by the robe. Aart wrote a letter to the Privy Counsil of His Majesty ot state that th "law" of 1586 had nothing to do with his crime and that he already spent 13 months is jail. He also stated that he never commited any other crime before this one and he begged for his Majesty's mercy. His request was accepted on 17th August 1714
De getoonde gegevens hebben geen bronnen.