van Beesel
Kind(eren):
1559, Beesel en Belfeld
Pauls van Tegelen blijft bij zijn proces voor de Beesel schepenbank bij de uitspraak die bij een eerder proces tussen Goetsen van Gasthuys hoff en Wilhelm Spitsell te Venlo is gedaan en als bewijsmiddel is aangevoerd. Jan ter Stiegen en Goitsen der Molener blijven eveneens bij deze door dingslieden gedane uitspraak. Wilhems te Belfelt en Jan Burskens benadrukken dat zij slechts een overeenkomst hebben met This Oeverdijck.
1574 november 30, Belfeld
Ten overstaan van Peter Flegels als richter en Jan Beurskens en Peter ahm Broick, schepenen, lenen Jan van Hoemoet en Jenne, echtelieden, een bedrag van 100 daalder à 30 stuiver brabants tegen een rente van 6 gelijke daalders jaarlijks op St.-Andriesdag vrij van lasten binnen Venlo te leveren, aan Theis an gen Ende en Threincken, ook echtelieden, met als onderpand:
Theis' goed aan het Ende gelegen tussen Grietgen Thiessen en de erfgenamen van Emont de Muller, met beide korte zijden grenzend aan de openbare weg;
3 morgen in de Neien Erven gelegen tussen het goed van Wilhelm Jaspars en het gemeine broek.
1596, z.d., Beesel
Ten overstaan van vervangend scholtis Gerart Wolffertz en Goerdt op der Hoeven dragen Heilken an gen Creutz uit Thiegelen, weduwe, de kinderen van Thilman Beurskens te weten Wilhelm, Heindrich en Jacob Beurskens, allen meerderjarig, zich mede sterkmakend voor hun andere broers en zussen, en de kinderen van Peter van der Hoeven, te weten Jan, Lenart, Bertgen en Griedt van der Hoeven,
huis en hof aan de beek te Biesell gelegen naast de kinderen van Leuff Beurskens;
½ bunder land op der Spicken gelegen tussen Pauwels Schlabbertz en de kinderen van Leuff Beurskens;
ongeveer 2½ morgen land en een klein bosje op der Gebeursen gelegen naast de kinderen van Wilhelm ahn der Beeck;
ongeveer 2½ morgen in de Wilder Hoeven gelegen tussen Jan Heinen en Pauwels Schlabbertz;
voor een niet genoemd bedrag over aan Goerdt Qwiten en Neesgen Beurskens, echtelieden. De nieuwe eigenaren hebben een last gevestigd op dit goed, te weten een erfpacht van 4 vat rogge, hierop afgelost bij Jan Deuvels en Griedt Roijen, echtelieden. Met aantekening in de marge dat deze overdracht in 1610 (z.d.) ten overstaan van Gerhart Wolffertz en Heinrich Meertz is bekrachtigd door Johan Burskens en diens zus en zwager Threincken Burskens en (haar man) Gerhart NN (vermoedelijk eerder genoemde broer en zus bij meerderjarigheid).
De getoonde gegevens hebben geen bronnen.