Hij is getrouwd met Catharina MULDERS.
Zij zijn getrouwd op 15 juli 1766 te Utrecht.Bron 3
Kind(eren):
Bron: sephulst.nl
Jan van Pichelen, woonachtig bij de Pelmolen aan de Tolsteegpoort doet op 26 maart 1772 belijdenis, begraven op 29-09-1806 te Utrecht op 60-jarige leeftijd. Jan van Piggelen en zijn familie ontvangen steun van de Nederlands-Hervormde Diaconi. De Diaconi keert na de geboorte van Elizabeth (1773) en Cornelia (1775) kraamgeld uit. De reguliere bedeling is echter niet genoeg om rond te komen en vaak moet er extra geld worden gegeven. "Door een ongemak aan zijn hand" kan Jan niet werken en daarom krijgt hij f5,- extra op 5 augustus 1773. Jan en zijn familie krijgen op 24 oktober 1776 f8,- "wegens groot armoede." Na de geboorte van Hendrica Cornelia keert de Diaconi kraamgeld uit. Omdat Jan "wegens een oog" niet werken kan, krijgt hij op 14 augustus 1777 f2,- extra toegewezen. In 1777 hebben Jan en zijn vrouw (Catharina Mulder) volgens het Grootboek vier kinderen en is Catharina 31 jaar oud. Na de geboorte van Cornelis in 1779 ontvangt de familie in april kraamgeld. Op 15 december van dat jaar wordt er gekort op de bedeling "om redenen op voorstel van den kwartiermr als hij dan zijne kinderen bij zig mogt houden voor zijn eige werk."
Catharina Mulders overlijdt op 31 januari 1782. Ze wordt op 6 februari 1782 begraven. Jan hertrouwt dan al snel, met Gijsbarta Winking. Ook na de geboorte van Simon en Bernerdus wordt er kraamgeld uitgekeerd. Op 24 juni 1784 wordt Jans bedeling echter "afgesneden om brutaliteiten." In juli 1787 bedankt Jan voor de bedeling, maar al de volgende maand krijgt hij een extra uitkering. In het Grootboek van 1787-1797 wordt hij genoteerd als "Johannes van Piggelen, oud 42 jaaren en vrouw. Knoopjesdraaier. 4 kinderen 17, 14, 11 en 9 jaaren." Vanaf 15 oktober 1787 krijgen ze voor 6 maanden f3,- per maand aan steun. Op 21 februari krijgt "de vrouw kraamgeld" (Gijsbarta is dan net bevallen van Gijsje). f4,- "extra in ziekte" wordt er gegeven op 3 maart 1788 en op 3 april krijgt de familie nog eens f8,- "extra in hoogen nood." Gijsbarta Winking wordt op 3 april 1788 op het Nicolaïkerkhof begraven. Het gezin woont dan in de Teelingsteeg. Er wordt in het Grootboek genoteerd: "de vrouw overleden: f3,-", voor haar begrafenis. Dan wordt in augustus van dat jaar vermeld, dat "'t jongste kind overleden" is (Gijsje. Ook haar begrafenis wordt door de Diaconi betaald. Op een gegeven moment is Jan blijkbaarniet meer in staat geweest voor de kinderen te zorgen, ondanks de ondersteuning van de Diaconie die steeds geld in het gezin stak, een maal zelfs f12,- ineens. Op 4 augustus 1791 wordt er een kind uitbesteed. Dan wordt op de 18e van dezelfde maand "het kind per maand beseed, zijnde het jongetje." Er wordt op 12 februari 1792 genoteerd dat "de kinderen na 't kinderhuijs geconcludeerd" zijn. Dit staat in het Grootboek echter zeer waarschijnlijk genoteerd bij de verkeerde persoon, namelijk bij Johannes Hendricus i.p.v. bij Kan van Piggelen. Dit wordt nog eens duidelijk als er in de archieven van het Kinderhuis wordt gezocht naar de inschrijving van de twee kinderen van Piggelen, want op 17 januari 1792 wordt er genoteerd dat de Diaconie een verzoek heeft ingediend om Hendrica Cornelia en Cornelis, kinderen van Jan van Piggelen en Catharina Mulders op te laten nemen in het Kinderhuis. Als er in de Notulen van de Diaconie wordt gezocht, blijkt dat er al in juni 1791 was besloten dat in ieder geval Cornelis naar het Stadsambachtkinderhuis zou moeten. De steun voor Jan en zijn vrouw loopt nog steeds door, totdat Jan in 1806 overlijdt.
Jan van PIGGELEN | ||||||||||||||||||||||||||||||||||
1766 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||
Catharina MULDERS |