Op 8 mei 1648 verkrijgt Cornelis Claesz, molenaer, afkomstig van Scherpenzeel, burgerrechten van de stad Amersfoort.
Hij is getrouwd met Aeltgen LUBBERTS.Bron 2
Op 8 mei 1648 verkrijgt Cornelis Claesz, molenaer, afkomstig van Scherpenzeel, burgerrechten van de stad Amersfoort.
Op 24 juli 1661 is Cornelis Claesz, eeckmolenaer, belender aan de zuijdzijde van een campgen land gelegen buiten de Uijtrechtzpoort.
Op 29 maart 1663 en 2 juni 1669 is de weduwe van Cornelis Claesz, molenaar, belender van land buiten de Utrechtsepoort.
In een machtiging van 9 april 1678 van Jan Gerrits, molenaer buiten de Bloemendaelse Poort te Amersfoort, aan Cornelis Otten, is vermeld dat Aeltgen Lubberts, weduwe van Cornelis Claes, in leven Eeckmolenaer, aan Jan Gerrits 1325 guldens schuldig is voor de kooppenningen van de halve molen en woning, hoff en hoffstede gelegen buiten de Bloemendalse poort.
In de kantlijn staat dat Aeltgen Lubberts op 27 mei 1679 600 guldens betaalt aan Cornelis Otten, op 6 juni 1680 300 guldens en op 21 juli 1681 en 12 augustus 1682 de rest. Verder is Aeltgen nog schuldig voor de koop van peert, kar en verder toebehoren f 100 en verder is zij jaarhuur schuldig voor het gebruik van de molen aan Jan Gerrits.
Zij zijn getrouwd.
Kind(eren):
"Cornelis" Claesz CLAESZ | ||||||||||||||||||||||||||||||||||
Aeltgen LUBBERTS |