Stamboom van Venhoven en Alster » Rients Tjittes Huitema (1792-1853)

Persoonlijke gegevens Rients Tjittes Huitema 

• Hij is geboren op 20 augustus 1792 in Abbega.
• Hij werd gedoopt op 20 augustus 1792 in Blauwhuis.
• Beroep: Boer.
• Hij is overleden op 8 november 1853 in Hieslum, hij was toen 61 jaar oud.

   

  Overlijdensakte Wonseradeel, 1853

  Aangiftedatum 10 november 1853, blad nr. 38

  Rients Tjittes Huitema, overleden 8 november 1853, oud 61 jaar, gehuwd

• Hij is begraven op 12 november 1853 in Abbega.

Gezin van Rients Tjittes Huitema

Hij is getrouwd met Agatha Teakes /van der Wey Werf.

Zij zijn getrouwd op 14 juni 1816 te Tjerkwerd, hij was toen 23 jaar oud.

Kind(eren):

1. Tjitte Rientses Huitema  1817-1893 
2. Taeke Rientses Huitema  1818-1893 
3. Huite Rientses Huitema  1820-1860
4. Wytske Rientses Huitema  1825-1827
5. Johannes Rientzes Huitema  1836-1910

Notities over Rients Tjittes Huitema

 

info Hans Huitema:

Rients en Aagje hebben vanaf hun trouwen in 1816 gewoond onder Idzega.

In de Floreencohieren van 1818 treffen we Rients Tjittes Huitema als gebruiker aan op plaats nr. 13 onder Idzega. Het gaat om de zathe die 75 pondemaat groot is en waarvan Wytske Rientses en Sjoerd Murks Hiemstra samende eigenaren zijn. Ik veronderstel dat het hier gaat om Wietske Rientses, de weduwe van Tjitte Hoytes en dat Rients en Aagje hier zitten omdatde plaats al mede eigendom van zijn moeder was en waarin hij zelf met Lieuwke ook een achtste aandeel had gekocht in 1817. Zie hiervoor de Memorie van Aangifte der nalatenschap van Wytske, onder punt c. De aanduidingen zijn daar heel anders omdat ondertussen het kadaster is ingevoerd. Dit is de zelfde zathe waarop later Lieuwe woont met zijn vrouw Oeke en daar nader in kaart gebracht wordt.

Wanneer en waarom Rients Tjittes en Aagje precies uit Idzega vertrokken zijn kon ik niet achterhalen. Ik veronderstel dat het te maken had met detrouwplannen van zijn broer Lieuwe (X 25-04-1829). die zijn plaats onderIdzega overneemt.

Rients en Aagje zijn al voor die tijd naar Parrega gegaan. Daar woonden zij in ieder geval tussen 1825 en 1827. Daar was zij toen geen boer maar kastelijn zo staat het op de overleidensakte van Wietske.

Gingen ze in Parrega wonen in afwachting van een nieuwe start als boerop een plaats die vrij zou komen ?

Wanneer Rients en Aagje weer uit Parrega vertrokken zijn weet ik ook niet precies. Hun jongste zoon Johannes is in 1836 geboren in Hieslem. Inde Floreencohieren van 1838 treffen we Rients Tjittes Huitema dan inderdaad aan als gebruiker van nr. 6a (6bunder en 63,5 roeden) nr 6b. (3 bunders en 37,5 roeden) en nr.3 (26 bunders en 46 roeden). Nr 6a is voor 2/3 eigendom van Aagje en Marijke Sietses van der Wey, en voor 1/3 van Sietse, Trijntje, Aaltje, Gerben en Sybrandes Rientses van der Wey. Het gaat hier om familiebezit van Aagje Teakes.

Maar hoe de relaties precies liggen is me nog niet duidelijk. Vader Teake had drie kinderen Aagje, Marijke en Rients. Ik veronderstel dat zij ieder een derde erven van de plaats van hun vader. De 1/3 in de tekst zou wijzen op de kinderen van zoon Rients. Daar zit ook een Gerben bij en datkomt weer overeen met de vrouw van Rients. Boukje Gerbens (Kiestra). Bijde andere namen vind ik ook nog wel twee tantes van Rients terug. Trijntje en Aaltje. Maar Aagje en Marijke heten hier kinderen van Sietse. Gaathet hier dan over een andere van der Wey? Uit de directe omgeving van Teake is mij geen Sietse bekend.

Nr. 6b (3 bunder en 37,5 roeden) is half eigendom van Rients Popkes van der Wey en voor de andere helft van Akke Sjieuwkes Lolkema. Die Rients Popkes kan wel weer derecte familie zijn. Zus Aaltje van van Teake Rients trouwde met Popke Johannen. En ook zij kunnen de naam van der Wey aangenomem hebben, evenals Popkes broer Auke. Maar het grootste gedeelte betrefttoch Nr. 3 (26 bunders en 46 roeden) kadastraal gemeente Tjerkwerd sectie A nrs (557, 558, 559), 585. 586, 587, 5888, 590, 595, 599,788,789,791, 792,622, 1134 of 1139,1161 en 1162. Sit is ook het deel waarvan in dein de Memorie van aangifte der nalatenschap van Wietske melding gemaakt wordt onder a. Ik veronderstel dat dit bezit gedeeltelijk deerfenis is engedeeltelijk gekocht, gezien het eigendomsrecht voor 1/3 van moeder Wietske.

Ik heb die plek in 1998 bezocht. Er staat nu nog maar âeâen boerderij met een vierkante schuur en een voorhuis. Het gaat hier om het adres Arseburen nr. 8. Tussen Hieslem en greonterp. In de Floreencohieren van 1858 staat de zathe Hieslem nr. 3 groot 72 pondematen, geheel op naam van Rients Tjittes de eigenaar en gebruiker. Dit kan pas na 17 maart 1853 zijn beslag gekregen hebben, want tot die datum was zijn moeder Wietske nog minstens voor 1/3 eigenaresse, wellicht via haar tweede man Sybren Lolles van der Meulen.

Rients is op 8 november 1853 overleden. Aagje heeft hem 5 jaar overleefd. Zij stierf 1 december 1858.

Zij zijn misschien nog meer dan vader Tjitte en moeder Wietske de "foundig fathers" geworden voor de afstammelingen van Tjitte Hoytes. Niet alleen omdat Rients de enige zoon geworden is wiens nakomelingen zich doorgezet hebben tot op vandaag, maar ook omdat hij en zijn vrouw Aagje alle vier hun zoons aan een eigen boerderij geholpen hebben.

Gezien de geboorteplaatsen van hun zonen Tjitte (1817), Teake (1818) en Huite (1820), hebben Rients en Aagje eerst gewoond onder Idzega. Ik veronderstel vanaf hun trouwen in 1816. In de Floreen-cohieren van 1818 treffen we Rients Tjittes Huitema daar als gebruiker aan op plaats nr.13 onder Idzega. Het gaat om een zathe die 75 pondemaat groot is en waarvan Wytske Rientses en Sjoerd Murks Hiemstra samen de eigenaren zijn. Ik veronderstel dat het hier gaat om Wietske Rientses, de weduwe van Tjitte Hoytes. Rients zit hier dus op een plaats die mede eigendom van zijn moeder is. Het is de zelfde plaats waar Rients broer Lieuwe verder zal gaan.

Wanneer Rients Tjittes en Aagje uit Idsega vertrokken zijn kan ik nog niet achterhalen. We weten wel dat zij tussen 1825 en 1827 in Parrega woonden. Daar is hun dochter Wietske geboren en ook een kleine twee jaar later gestorven. Rients was daar toen geen boer maar kastelein, zo staat het op de overlijdens-akte van deze kleine Wietske.

Wanneer Rients en Aagje weer uit Parrega vertrokken zijn weet ik ook nog niet. In het kadaster van 1832 staan de boerderij Atzeburen 8 en de landerijen daarbij nog op naam van de erven van Teake Rientses van der Wei. Johannes is in 1836 geboren onder Hieslum. (Is Johannes een nakomertje? Het is zo verwonderlijk dat er intussen niet meer kinderen geboren zijn.)

In mei 1837 ontvangt Rients een dikke 900 hollandse guldens voor de cessie van zijn aandeel in de erfenis van zijn tante Baukje aan Gerrit Klazes Kramer van Longerhouw die dan net een maand getrouwd is met Rients nicht Pietje Fongers. Wellicht kondehij en zijn brouw mede met dit geld zich een aanvullend deel van de erfenis verwerven.

In de Floreen-cohieren van 1838 treffen we Rients Tjittes Huitema daar inderdaad aan als gebruiker van nr. 6a.(5 bunders en 63,5 roeden) nr.6b. (3 bunders en 37,5 roeden), nr.3 (26 bunders en 46 roeden). nr.6a. is voor 2/3 eigendom van Aagje en Marijke Sietses van der Wey, en voor 1/3 van Sietse, Trijntje, Aaltje, Gerben en Sybrandus Rientses van der Wey.

Zus Marijke en broer Rients van Aagje-Teakes bewonen allebei al een eigen plaats van hun man resp. hun vrouw. Het ligt daarom voor de hand dat Aagje met haar man op de plaats van haar ouders komen.

(nr. 6b (3 bunders en 37,5 roeden) is half eigendom van Rients Popkes van der Wey en voor de andere helft van Akke Sjieuwkes Lolkema.)

Kadastraal gaat het om : gemeente Tjerkwerd, sectie A, nrs (557 - 558 - 559) 585, 586, 587, 588, 590, 595, 599. 788, 789, 791, 792, 822, 1134 of 1139, 1161 en 1162.

Op de oude kaart staan op die plek twee boerderijen aangegeven. Ik heb die plek in 1998 bezocht. Er staat nu nog maar een boerderij met een vierkante schuur en een voorhuis aan de andere kant in vergelijking met de kaart. Het gaat hier om het adres Atzeburen nr. 8. Binnen trof ik daar een meneer IJkema aan die geen boer meer is maar een timmerman die polyesterscheepsdekken voorziet van teakhouten bekleding. Volgens hem is er door de vorige eigenaar ("Zeldenrust") rusteloos aan de boerderij vertimmerd. Ook het voorhuis is verhuisd van voor naar achter of anderom. Alleen een zijkant-muur en de binten leken hem nog origineel en zeer oud. Die heb ik dan ook op de foto gezet. In ons gesprek kwam toevallig aan de orde dat direkt naast deze plaats het oude kerkepad liep van Hieslum naar Blauwhuis. Hij wees me nog de resten van de beschoeing aan waarop de loopplanken gerust hadden. Daarop vertelde ik hem het verhaal van Tjitte Rientses.

 

Referentienummer: 87

Heeft u aanvullingen, correcties of vragen met betrekking tot Rients Tjittes Huitema?
De auteur van deze publicatie hoort het graag van u!