Ds Noordenhout
Getuigen: Adolph Mourits Snijders en Johanna Lieferlo.
De Huiszittenhuizen zijn de huizen van waaruit de bedeling aan ‘huiszittende armen’ plaatsvond. Dat waren officieel geregistreerde armen die niet in een gasthuis of tehuis waren gehuisvest, maar nog in hun eigen huis woonden.
Deze vorm van armenzorg is ontstaan uit de armenzorg van de kerk en kwam in de zeventiende eeuw onder de hoede van het stadsbestuur. Er was zowel aan de Oude Zijde een Huiszittenhuis (Oudezijds Huiszittenhuis of Oudezijds Huiszittenaalmoezeniershuis) aan het Waterlooplein, voorheen de Leprozenburgwal of Leprozengracht, als aan de Nieuwe Zijde een Huiszittenhuis (Nieuwezijds Huiszittenhuis) aan de Prinsengracht. In 1808 zijn de beide instellingen samengevoegd onder het bewind van de Regenten van de Huiszittende Stadsarmen. Een aanpassing van de Armenwet in 1870 betekende het einde van de Huiszittenhuizen en hun regenten. Bij raadsbesluit van 9 november 1870 werd de bedeling vanuit de Huiszittenhuizen opgeheven.
Het criterium om in aanmerking te komen was gerelateerd aan inkomen en aan kosten. Afhankelijk van de situatie kreeg iemand dan zomer- en/of winterhulp, bestaande uit bijvoorbeeld voedsel, kleding en stookmiddelen. Het aantal geregistreerde armen wisselde per jaargetijde en was in de winter tot zes maal zo groot. Dat was aanvankelijk ook de reden waarom de bedeling alleen in de wintermaanden plaatsvond, van Kerstmis tot Pasen. Noodgedwongen werd dat later dus het hele jaar door, echter met wisselende hoeveelheden.
De kosten van het huiszittenhuis werden niet altijd door de gemeente betaald, maar om de kosten te drukken ook door de kerkgemeenschap of diaconie van de religie waartoe men behoorde. Daarom staat er in de inschrijfboeken soms achter de religie een plaatsnaam waar het gezin vandaan kwam. Deze kerkgemeenschap diende te betalen of in ieder geval bij te dragen.
Zij is getrouwd met Samuel Andries Holmström.
Zij zijn getrouwd op 14 september 1804 te Amsterdam (NH)Amsterdam (NH).Bron 1
Den 16 September 1806 Compareerden als vooren Samuel Holmstroom van Westerwyk in Sweden, Luthers, oud 23 Jaar, op d'agtergang van 't Kattegat in de Zweedse en Deense Vlag, ouders dood, met Arie Grimms, woont als vooren Willemina Johanna van Ommeren van Amsterdam, Luthers, oud 32 Jaren, In 't grote Hemelrijk, geas: met haar vader Barend van Ommeren , woont als vooren, Verzoekende hare drie zondaagse uytroepingen, omme, met deselve, de voorn. trouwe, .
Kind(eren):
Gebeurtenis (Residence) in het jaar 1804 in Amsterdam (NH) : Achterburgwal bij 't Kattegat in de Zweedse Deense VlagAmsterdam (NH).
Achter het Hekelveld lag een sloppenwijk, het Hemelrijk geheten. Dit armoedige doolhof van dichtbevolkte stegen en sloppen werd onderverdeeld in het Grote en Kleine Hemelrijk. De wijk dankte haar naam aan de hier gevestigde suikerbakkerijen "'t Groot Hemelrijk", "'t Oude vermaarde Vagevuur" en "de Hel".[1]
De naam "Hekelveld" is waarschijnlijk ontstaan doordat op deze plek, die oorspronkelijk buiten de stadsmuren lag, vlas werd gehekeld voordat dit op nabijgelegen lijnbanen tot touw werd verwerkt.[1]
Gebeurtenis (Religion): Luthers.
«Doop Opm: Bij haar doop waren getuige: Adolph Mouritz Snijders en Johanna Liefens».
Willemina Johanna van Ommeren | ||||||||||||||||||||||||||||||||||
1804 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||
Samuel Andries Holmström |