Kind(eren):
1504, 11 feb., (des Sonnendaiges post Scholastice virginis)
Garzelis van Scherpenzeell, richter te Arnhem en van Veluwenzoom, oorkondt, dat heer Henrick van Toll, heer Henrick van Bernevelt en heer Herman van Ewiick, priesters van het Godshuis der Orde van St. Johan te Arnhem, met Giisbert van Wagensfelt, hun momber, schuldig zijn aan Johan Noirdinck,
schout te Brummen, 50 rijnsche guldens voor een huis, dat hij aan hen verkocht heeft, tegen een rente van 3 gulden.
bron: Loeff, J., Het acrhief der Commanderij van St. Jan te Arnhem. Den Haag, 1950, blz. 238 (regest
nr. 470)
1504, 16 aug., (des Vrydaiges nae Onsre Lievre Vrouwendach Assumptionis)
Jacop Ridder en Wynant van Doirnynck, schepenen te Arnhem, oorkonden, dat heer Laurens van Adenauwe, commandeur van de Orde van St. Johan te Arnhem, heer Henrick van den Toll, heer Arnout van Bernefelt en heer Herman van Ewick, priesters en conventualen aldaar, aan Ghiisbert van Wagensfelt, die, toen de vorige commandeur Thomas van Rothuysen naar Rodes geweest is, en ook na diens dood tot heer Laurens commandeur is geworden, het Godshuis eten en drinken verschaft heeft en eenige schulden heeft betaald, zoodat hij 108 guldens meer uitgegeven dan ontvangen heeft, den St Johanskamp buiten de St Johanspoort bij de Peertmerckt in gebruik hebben gegeven, tot het geld zal zijn terug betaald.
bron: Loeff, J., Het acrhief der Commanderij van St. Jan te Arnhem. Den Haag, 1950, blz. 238 (regest
1505 Februari 10
Jacob Ridder en Herman van Wyhe, schepenen te Arnhem, oorkonden, dat Alijt van Lyenden overgedragen heeft aan Gijsbert van Wagenfelt ten behoeve van de broederschap van St. Loy in de oude kerk te Arnhem een rente van i gulden s jaars, gaande uit een huis en hofstede in de Oeverstrate, grenzende aan een steeg. Gegeven int jaer onss Heren vijffthienhondert ende vijff des Manendages nae den Sonnendach Invocavit. Oorspr. (inv. 1739), de zegels der oorkonders ontbreken.
De getoonde gegevens hebben geen bronnen.