Hendrik Slabbers staat vermeld in de schepenlijst van Beesel 1640/1661
BEESEL - Kwitantie, aflossing erfpacht. Ten overstaan van scholtis en schepenen van Biessell verklaart Windelken, dochter van Niese en Gerhart van gen Loe, dat Rutgen Schroers een jaarlijkse erfpacht van 1 malder rogge gevestigd op zijn goed ten profijte van Heinrich Schlabbert en welke deze Heinrich aan Windelken voornoemd had gegeven met goedkeuring van zijn kinderen, heeft afgelost, en dat noch Windelken noch een van de kinderen Schlabbertz voortaan rechten kunnen doen gelden op dit erfmalder rogge.
'Hait Windelken Niesen unnd Gerhart van gen Loe dochter becant unnd ergehet wie Rutgen Schroers ire affgelacht gegueth und wedergeworven hefft alsullichen malder roggen jairpachtz alss Heinrich Schlabbert op seine Reutgen Schroirs guedere die hierinne weren van heren ... seliger jairlichs geldens hadde, und egemelten Heinrich Slabbert ire Windelken gegeven hadde folgentz bei seinen semptlichen kinderen beliefft is, also dat sei Wyndelken noch ire erven, off enige Heinrich Slabbertz erffgenaemen, gheine actien, recht off gerechticheit mehr hebben off behalden en sollen tot diesen vorss. malder roggen, want in maeten vorss. affgeloist is, unnd off dair enich brieff off siegele aff weren, dair man nu niet aff en weit, so sall die brieve krafftloess sein und van geiner werden, want alle Slabbertz kindern hoen verklaert hebben van gheinen brieve te weten. Actum ut supra.'
Hij heeft/had een relatie met Catharina BEURSKENS.
De relatie startte
Kind(eren):
1563 en eerder, z.d., Beesel-Leeuwen
Goert Slabbertz heeft van de kinderen van Heincken Bruwers uit Tiegellen twee stukken land gekocht, afkomstig van Windelen goed, gelegen in de Oe (Maasveld). Het ene stuk is bijna 2 morgen groot en ligt met de korte zijden tussen de Maas en Jennissken Heijens land, en met de lange zijden tussen Slabbertz erf en Poecken Stevens land. Het andere stuk is 3 vierdel groot en ligt met één korte zijde langs de Maas en met beide lange zijden tussen Slabbertz erf. Ten overstaan van de laten Wijlm Verbeeck en Peter Dorssers worden Goerdt Slabbertz en zijn zoon Heinrich in 1563 beleend met deze grond, die 2 kop rogge 1 kop haver ("even") tijns verschuldigd is.
1572 juni 27, Beesel
Ten overstaan van scholtis en schepenen van Biessell verklaart Windelken, dochter van Niese en Gerhart van gen Loe, dat Rutgen Schroers een jaarlijkse erfpacht van 1 malder rogge gevestigd op zijn goed ten profijte van Heinrich Schlabbert en welke deze Heinrich aan Windelken voornoemd had gegeven met goedkeuring van zijn kinderen, heeft afgelost, en dat noch Windelken noch een van de kinderen Schlabbertz voortaan rechten kunnen doen gelden op dit erfmalder rogge.
1597 januari 13, Beesel-Ouddorp
Op verzoek van Goerdt Qwiten verklaart jonker Johan van Holthausen dat hij aan wijlen Goerdt Schlabbertz een erftijns heeft verkocht van 1 malder rogge en 2 cijnshoenders jaarlijks, uitgaande van Heinrich Schlabbertz goed te Biesel in het dorp gelegen, en dat hij aan Jan Beurskens 1 morgen grond heeft verkocht, vrij van bovengenoemde erftijns, gelegen aan Schmeetz faeren en met een korte zijde grenzend aan de Maas. Deze verkoop heeft plaatsgevonden in leven en met medeweten van wijlen zijn vrouw Helwich van Holtmuelen.
1602 mei 10, Beesel
Ten overstaan van de scholtis en Gerhartt Wolffertz en Peter op den Creutzberch, schepenen, verzoekt Goerdtgen Meutgens van Beuggenum, als gevolmachtigde en voogd van Walraven Daniells, om toewijzing van onderpanden aan hem verschuldigd wegens het niet betalen van de aflossing vermeld in de daarvan bestaande obligatie ten laste van Heinrich Schlabbertz en erfgenamen.
1613 juni 10, Beesel
Ten overstaan van Wilhelm Qwiten en Wilhelm Verkissen, schepenen, bekent Mercken Vaessen dat zij van Thiss Schlousen en Berdtgen [Slabbers], echtelieden, het uitgeleende bedrag met verlopen rente heeft terug ontvangen dat zij samen met haar man Vaes had geleend aan Heinrich Schlabbertz en Thrincken Beursgens.