(1) Hij is getrouwd met Jkvr. Aurelia van Beyma (Beijma).
Zij zijn getrouwd op 9 oktober 1834 te Baarderadeel (Fr) , hij was toen 26 jaar oud.
(2) Hij is getrouwd met Jkvr. Jacoba Johanna van Haeften.
Zij zijn getrouwd op 7 februari 1856 te Nieuwer-Amstel, Noord-Holland, Nederland, hij was toen 47 jaar oud.
Beroep: Landeigenaar o.a. te Joure (Fr), grietman van Haskerland, lid Tweede Kamer der Staten-Generaal, lid Provinciale Staten (Fr), lid Gedeputeerde Staten (Fr), president Haskerveenpolder.
Pieter Benjamin Johan kreeg totaal 16 kinderen. Eén zoon en twee dochters uit het eerste, zes zonen en zeven dochters uit het tweede huwelijk.
Hij werd in 1835 grietman van Haskerland en lid van de Provinciale Staten van Friesland en was tevens lid van de Tweede Kamer der Staten Generaal. In 1843 nam Pieter (wegens ziekte van zijn vader) ontslag als grietman en als statenlid. De Provinciale Friesche Courant noemde hem een gunstige uitzondering te midden van de toenmalige grietmannen, die als ‘grypmannen’ werden aangeduid.
Pieter kocht maart 1879 de "Nijdamstra State" te Irnsum (Fr) (zie afbeelding) voor de lieve som van fl. 80.251,50. Hiervoor kreeg hij: “Eene uitmuntend Vruchtbare Zathe en Landen, met Huizinge, schuur, varkenshok, hieminge, hovinge, boomen en plantagie, watermolen cum annexis onmiddellijk aan den mac-adamweg nabij de Irnsumerzijl”.
"Nijdamstra State" staat, op een lichte verhoging in het landschap, in de uiterwaard van de oude rivier de Boorn. Vermoedelijk betreft het een zogenaamde huisterp, wat er op duidt dat deze plek al meer dan 1000 jaar geleden bewoond was.
Opmerkelijk was de bepaling in het koopcontract: “Tot het onderhoud der huizinge, schuren en aanbehoren betalen de eigenaren het hout, steen en kalk, benevens het verfwerk van buiten. De kosten van spijkers, pannen, benevens het verfwerk binnenshuis en het halen en brengen der materialen alsook de kost en de arbeidsloonen komen ten laste des huurders”.
Zijn nalatenschap bedroeg fl. 5,8 miljoen. Dat betekent dat "Nijdamstra State" minder dan 1,5% van zijn bezittingen uitmaakte.
Alles werd verdeeld onder zijn toen nog levende twaalf kinderen, uit twee huwelijken. Op deze wijze versplinterde het familiebezit, dat van generatie op generatie was opgebouwd.
Pieter had geleefd als een "grand seigneur", doch heeft veel gedaan om de sociale misstanden in de 19e eeuw enigszins te verzachten. Zijn nazaten leefden rustig op de oude voet verder, maar de opbrengsten van de vele boerderijen werden geleidelijk minder.
De jongste zoon van de jonkheer, Philip Ernst Vegelin van Claerbergen, grondeigenaar in Den Haag, had o.a. "Nijdamstra State" geërfd. In 1904 gaf hij aan de notaris volmacht om: “al zijne in Friesland gelegen vastigheden, uit de hand of in het openbaar, te verkopen”. Het betrof naast "Nijdamstra State", boerderijen en landerijen bij Joure, Akkrum, Nijehaske, Ried, Tjalleberd en Hijum.
En zo kon het gebeuren dat op 22 augustus van dat jaar (1904) Nijdamstra opnieuw werd verkocht. Ditmaal was er geen veiling. Voor fl. 72.358,40 werd huurboer Eldert Meines Jansma, "landbouwer onder Grouw", de nieuwe eigenaar.
.
De getoonde gegevens hebben geen bronnen.