De grafsteen van David van Buuren is van boven gesierd met twee handen en een sjofar. De beide handen staan met gespreide vingers afgebeeld, met ruimte tussende duimen en de wijsvingers en ruimte tussen de ring- en de middenvingers. Ditzijn zegenende handen, volgens de traditionele Joodse manier van zegenen. Dit houdt in dat David van Buuren van priesterlijke afkomst was. Alleen de cohaniem, de afstammelingen van Aäron mogen zegenen, en David van Buurens nabestaanden gaven hiermee aan dat David in manlijke linie rechtstreeks van Aäron afstamde. Onder de handen vinden we een hoorn afgebeeld. De hoorn heeft geen punt. De punt is tot mondstuk omgevormd. De hoorn heeft de vorm van een runderhoorn, omdat het een verhoudingsgewijs korte, gedrongen hoorn is, welke vanaf de punt zich direct verwijd en in een egaal verlopend verwijdingsproces uitloopt in de buitenste rand van de klankbeker. Sjofars van de andere grafstenen op deze begraafplaats zijn veel langgerekter, en hebben daarvoor veel meer weg van de hoorn van eenram. Door de afbeelding van de hoorn weten we dat David van Buuren op de hoorn, op de sjofar blies.
De afbeelding van een runderhoorn stelt ons vooreen raadsel. Het is niet waarschijnlijk dat David van Buuren, in afwijking vande gewoonten van de Asjkenaziem, de (Oost-)Europese Joden, op een runderhoorn blies, in plaats van de gebruikelijke langgerekte sjofar. Het Drentse heideschaap is namelijk hoorndragend, en ramshoorns moeten daarom altijd verkrijgbaar zijn geweest. Het kan een toevallige vertekening zijn van degene die de steen uit heeft gehouwen. Joodse steenhouwers wisten veel te goed wat de afbeeldingen betekenden, en zullen in dit opzicht geen fout hebben gemaakt. Christelijke steenhouwers, die het Hebreeuws niet machtig waren, beitelden alleen dat in de steen uit wat er daarvoor op uitgetekend was door een rabbijn.
Misschien dat in het geval van David van Buuren de rabbijn aanvankelijk alleen de letters en de zegenende handen aan had gegeven, en dat later op verzoek van de familie alsnog een hoorn werd aangebracht, zonder voorbeeld? Een Christelijke steenhouwer zal dan algauw de Drentse boerhoorn of dergelijk in gedachten hebben gehad, en dat is nuprecies wat we op de steen terug zien: een boerhoorn. Een andere mogelijke verklaring is dat de steenhouwer ruimtegebrek had. De beide zegenende handen zitten vrij dicht op de letters, en er moest in feite een hoorn tussen worden geplaatst op een te kleine ruimte. Daarom kan er gekozen zijn voor het aanpassen van de vorm van de hoorn. Maar dit kan er ook op wijzen dat, zoals hiervoor verondersteld is, het aanvankelijk niet de bedoeling was dat er een hoorn op de steen zou komen, anders had men daar wat betreft de ruimte meer rekening meekunnen houden.
Op de steen van David van Buuren vinden we een Hebreeuwse tekst, welkein het Nederlands alsvolgt te lezen is: "En David ging te ruste bij zijn vaderen" (1 Koningen 2:10). Hier is verborgen een man die de Naam (of: God) vreesde.In Zijn geboden had hij veel welgevallen. Is dat niet David, zoon van de geachte heer Aberle (= Abraham) Kats (= Kohen Tsaddiek, "rechtvaardige priester") van Buuren? Hij ging naar zijn eeuwigheid op dinsdag 10 Kislew 620 volgens de kleine telling. Moge zijn ziel gebundeld zijn in de bundel van de levenden! (volgens 1 Samuël 25:29). Daarna volgen de Nederlandse woorden, in gangbaarlatijns letterschrift: Hier rust David van Buuren. Overleden 6 Dezember 5620.