Stamboom SchoeVoet » Jan Jan Schelckens Sr. (1556-± 1633)

Persoonlijke gegevens Jan Jan Schelckens Sr. 

• Hij is geboren tussen 13 maart 1556 en 14 oktober 1556 in Terheijden (Drimmelen), Noord-Brabant.
• Beroepen:
• vanaf 1577 lakenkoper in Breda.
• in het jaar 1605 lakenkoper in Breda.
• Hij is overleden rond 10 januari 1633 in Breda, Noord-Brabant.
• Hij is begraven op 20 februari 1633 in de Kleine Kerk van Breda.

  Na zes weken op baar te hebben gelegen, begraven in de kerk.

• Een kind van Jan Jans Schelckens en Anthone Sgraeuwen

Gezin van Jan Jan Schelckens Sr.

Hij is getrouwd met Anthone Matheeus Matheeus Claessen.

Zij zijn getrouwd

Kind(eren):

1. Anneken Jan Jan Schelckens  ????-< 1671
2. Margrita Jan Janssen Schelckens  ????-< 1671 
3. Jan Jansen Schelckens  ????-± 1630 

Notities over Jan Jan Schelckens Sr.

Wordt genoemd ('Jan Jan Schelckens, administrateur van de Armenfundatie Otto van Galen q.q.') in een vestbrief op 24 januari 1622 te Breda (https://stadsarchief.breda.nl/?utm_source=OpenArchieven&utm_medium=browser&utm_campaign=OpenData">Stadsarchief Breda te Breda, Vestbrieven; Schepenbank Breda 1499-1811, Bron: boek, Deel: 521, folio 7r).

Wordt genoemd ('Jan Jan Schelckens, Jan Jan Schelckens sr.') in een vestbrief op 26 januari 1633 te Breda (idem, Deel 528, folio 110v). 

Wordt genoemd ('Jan Jan Schelckens, Manhuismeester van het Manhuis op de Haagdijk te Breda Capelmeester van de Capelle van Marckendael te Breda) in vestbrieven tussen 1588 en 1593 te Breda.

Wordt genoemd ('Jan Jan Schelckens, woonplaats Breda. Lakenkoper, manhuismeester q.q.') in vestbrieven te Breda tussen 1594 en 1618.

Wordt genoemd ('Jan Jans Schelckens, Adriaen Cornelis machtigt (ook namens Martijnken C. Mertens, dochter van zijn zus Jenneken) Jan Jans Schelckens, Jacop Jans Wagemaeckers en Cornelis Jacopssen Sprong om alles af te handelen i.v.m de verkoop van een stede aan Jenneken Peeter Jan Roovers') in een notariele akte op 4 september 1597 te Breda (https://stadsarchief.breda.nl/?utm_source=OpenArchieven&utm_medium=browser&utm_campaign=OpenData">Stadsarchief Breda te Breda, Notariële archieven; Notariële archieven Breda, Bron: akten, Deel: 0014, folio 49r).

Wordt genoemd ('Jan Jan Schelckens, wonende te Breda, Op verzoek van Laureijs en Jan Christoffel (ook voor hun simpele broer Pieter) getuigen Wernoudts (87), Sgraeuwen (74), Willems (74), Van Herck (72) en Schelckens (63) over moeder van Dingna (1e huw.: Peeter Michielssen; 2e huw.: Adriaen M. van Goirl) in een notariele akte op 14 oktober 1619 te Breda. Hieruit is af te leiden dat Jan Jan Schellekens sr. is geboren omstreeks 1556.

Wordt genoemd ('Jan Jan Schelckens, gehuwd met Anthone Matheeus Matheeus Claessen q.q.') in vestbrieven van 1604 tot en met 1623 te Breda.

Wordt genoemd ('Jan Jan Schelckens sr. Woonplaats Breda. Lakenkoper') in vestbrieven te Breda van 1596 tot en met 1632.

Wordt genoemd ('Jan Jan Schelckens, Jan J. van Holswijler legt een verklaring af over erfgebruik door de kerk van 2 stukken grond van Dielis Wouter Adriaen Oomen (alias Raepeters). Grond was van de 2 kinderen van wijlen Jacop Jans Waegemaeckers. Goedkeuring van hun voogd Jan Jan Schelckens') in een notariele akte op 29 juni 1607 te Breda (https://stadsarchief.breda.nl/?utm_source=OpenArchieven&utm_medium=browser&utm_campaign=OpenData">Stadsarchief Breda te Breda, Notariële archieven; Notariële archieven Breda, Bron: akten, Deel: 0019, folio 71r).

Wordt genoemd ('Jan Jan Schelckens, wonende te Breda, Op verzoek van Laureijs en Jan Christoffel (ook voor hun simpele broer Pieter) getuigen Wernoudts (87), Sgraeuwen (74), Willems (74), Van Herck (72) en Schelckens (63) over moeder van Dingna (1e huw.: Peeter Michielssen; 2e huw.: Adriaen M. van Goirl) in een notariele akte op 14 oktober 1619 te Breda (idem, Deel 0025, folio 100v).

Wordt genoemd ('Jan Jan Schelckens, wonende te Breda, lakenkoper van beroep, Op verzoek van bestuur van Breda getuigen Joris van Bernagien (60), Adriaen C. v.d. Broeck (80), Wouter C. van Rijckevorssel (76), Frans Cornelissen (60), Jan J. Schelckens (71) en Adriaen D. van Gelcum (61) over gebruiken oa. i.v.m. aanplant van bomen') in een notariele akte op 13 maart 1626 te Breda (idem, Deel: 0027, folio 5r).

Op 27 oktober 1597 wordt door notaris A. Dyrven een akte opgemaakt te Breda met als geregistreerden: Jan de Braeijmaecker, koopman van laken van beroep; Henrick Janssen van Dueren, meter en visitateur van laken van beroep; Mercelis Henrick Mijseners, lakenkoper van beroep; Jan Jan Schelckens, lakenkoper van beroep. Reden: Op verzoek van Mercelis Henrick Mijseners getuigt Henrick Janssen van Dueren (± 57) over de meting van laken. Voorzien van een loodmerk en niet goed bevonden. Gekocht van Jan de Braeijmaecker (idem, inventaris­num­mer 0014, folio 57r).

Op 26 juli 1598 wordt door notaris A. Dyrven een akte opgemaakt te Breda met als geregistreerden: Melchior van den Broeck, wonende te Dordrecht, koopman van laken van beroep; Henrick Janssen van Dueren, meter en visitateur van laken van beroep; Jan Jan Schelckens, lakenkoper van beroep. Reden: Op verzoek van Jan Jan Schelckens legt Henrick Janssen van Dueren (± 58) een verklaring af over de meting van diens lakenstof. Deze was voorzien van een loodmerk en werd niet goed bevonden. Gekocht van Melchior van den Broeck (idem, Deel: 0015, folio 39v). Dit was al eerder gebeurd op 27 oktober 1597 en gebeurt opnieuw op 22 juli 1600, 27 september 1601, 29 september 1601 en 1 oktober 1601.

Wordt genoemd ('Jan Jan Schelckens; Jan J. van Holswijler legt een verklaring af over erfgebruik door de kerk van 2 stukken grond van Dielis Wouter Adriaen Oomen (alias Raepeters). Grond was van de 2 kinderen van wijlen Jacop Jans Waegemaeckers. Goedkeuring van hun voogd Jan Jan Schelckens') in een notariele akte op 29 juni 1607 te Breda (idem, inventaris­num­mer 0019, folio 71r).

Wordt genoemd ('Jan Schelckens') bij de begrafenis van vrouw in 1614 te Breda, 'Begraven in de kerk en overluiden' (https://stadsarchief.breda.nl/?utm_source=OpenArchieven&utm_medium=browser&utm_campaign=OpenData">Stadsarchief Breda te Breda, DTB Begraven; Hervormde Gemeente Breda Kerkvoogdij, Bron: boek, Deel: 841c, Periode: 1614-1619, Breda, archief HKV, inventaris­num­mer 841c, 1614, Begraafposten in de rekeningen van de Kleine Kerk 1614-1619, folio 18r).

Wordt genoemd als overledene, 'Jan Schelckens, Begraven in de kerk, gebruik van baarkleed en overluiden. Zes weken op baar gelegen' op 20 februari 1633 te Breda [idem, Deel 849, folio 20r].

Een stamboom van de overwegend Vlaamse familietak Schellekens, waarvan vanaf het einde van de negentiende eeuw verschillende leden in de Belgische erfelijke adel werden opgenomen, beginnend met 'Jan Janszoon Schellekens, de oude te Breda', is weergegeven in het Guldenboek van Dendermonde, door A.L. de Vlaminck (red.), 1872, pp. 177-197; heruitgave Vlaamse Vereniging voor Familiekunde, Merksem [Antwerpen], 1998. 

In een voetnoot vermeldt De Pauw [p.178]: 'Het wapenschild van Jan Schellekens den oude is geregistreerd in de archieven van den Raad van Adel in België en verbeeldt drie klaverbladen van sinopel (groen) op zilveren veld. Vanaf het midden van de XVIII^e eeuw, ten gevolge van een dubbele echtverbintenis van Bernaard Schellekens en van zijn zoon Adriaan met dochters uit het oude Dendermondse huis der Collier's (1714 en 1745), voert de familie Schellekens in België haar wapens geëcarteleerd met die van Collier, die zijn: van zilver met kelen (rode) faas, drie sabelen (zwarte) merletten erboven, een kelen ossekop ten punte van het schild.' [De Pauw, 1872 (1998)].

Le Maire [1925] vermeldt over Jan Jan Schelckens sr.: 'Woonde in Breda bij Haechdijck, met zijn dochter Marguerite en zijn schoonzoon Gérard s 'Grauwen, net als Jan lakenmaker, in het huis dat bekend staat als „den Vrachtwagen”. Hij was getrouwd met Antoinette Mattheusz, dochter van Nicolas, uit een schepenfamilie uit Breda:

Op 4 februari 1633 riep hij, ernstig ziek in bed, de notaris A. Borremans, toegelaten tot de Brabantse Raad, naar zijn huis, evenals enkele buren: Pierre Claessen, de brouwer van Overleet en Wouter van Berckhoven, bakker.

Hij verklaart hun dat hij, nadat hij had bedacht dat niets zekerder is dan de dood, maar niets meer onzeker dan het uur ervan, hen had geroepen om hun zijn laatste wensen te dicteren.

Allereerst verklaart hij dat hij in deze stad begraven wil worden, in de kerk van Merckendaele. in de buurt van het altaar van Sint-Antonius, met passende dienst, volgens de staat en toestand, en aan deze kerk de som van 12 Rijnflorijnen, ter waarde van 40 Vlaams gros, nagelaten met het oog op de aankoop van twee koperen kandelaars voor het altaar van St. Antonius.

Aan meester Gisbert Eeltkens, wethouder van deze stad, schonk hij twee zilveren lepels ter waarde van 7 Rijnflorijnen.

Aan zijn dochter Margrita Schelckens, echtgenote van Gerard s' Grauwen, liet hij zijn huis in Haghdyck met bijgebouwen en tuinen na, geschat op 2.200 Rijnflorijnen, waar hij bij haar woonde, met toegang en het recht om de lakens op te hangen in de wasruimte die later zal worden besproken.

Genoemde Gerard s' Grauwen zal een beurs ontvangen met daarin 100 Rijngulden in goud, en zal, evenals zijn echtgenote, een jaarlijkse lijfrente van 4 gulden genieten op het verpande goed gelegen te Hage bij Breda en waarvan Pierre Willemsen schuldenaar is .

Zijn andere dochter Anneken Schelckens, echtgenote van Jacop Sprongh, zal vier percelen ontvangen, zowel bouwland als weiden, en de moerassen onder Hage, buiten de Haechdyck-poort van deze stad, ter waarde van 1.200 Rijnflorijnen; een bedrag van 500 Rijnflorijnen, dat hem zal worden betaald door genoemde Gerard 's Grauwen, thans debiteur van dit bedrag jegens de erflater; een bedrag van 400 Rijnflorijnen; een vordering van 100 gulden op Martin N ..... gevestigd te Meulengracht; 100 florijnen te halen uit de eerder genoemde goudbeurs.

Zijn twee voornoemde dochters krijgen ook al zijn meubels om een ​​bedrag van 200 Rijnflorijnen te betalen aan zijn kleinkinderen, Jan en Antonetta Schelckens.

De genoemde Jan en Antonetta Schelckens, kinderen van zijn zoon Jan [Jansen] Schelckens en Adriane van Sorgen, beiden overleden, krijgen de helft van de was, waarvan zij de andere helft al bezitten, gevestigd te Breda, te Haechdyck, achter het zogenaamde huis „den Vrachtwagen” en erfgoed, met al zijn toebehoren, potten en gebruiksvoorwerpen, geschat op 1300 Rijnflorijnen, inclusief de jaarlijkse huur van 30 florijnen, ingaande met Kerstmis 1632.'

De erflater verklaart uitdrukkelijk dat zijn schoonzoon Gerard s 'Grauwen zijn hele leven zijn lakens in de genoemde wasserij zal kunnen blijven hangen, en dat na zijn overlijden ook zijn kinderen, degenen die het beroep van hun vader uitoefenen dat mogen, maar in het geval dat geen kind dit beroep meer uitoefent, er een einde aan genoemde dienstbaarheid en jaarlijkse lijfrente komt; en dat deze wordt belast met een jaarlijkse lijfrente van 4 Rijnflorijnen, die genoemde Gérard s' Grauwen of zijn nakomelingen vanaf de dag van overlijden van de erflater, en waarvoor genoemde s' Grauwen serieuze garanties moet geven en zo nodig een nieuwe bestemming moet geven.

Bovengenoemde wezen krijgen ook een stuk grond, van ongeveer 3 maten, gelegen onder de "hoevens" in het Moons-blok, met een waarde van 700 Rijnflorijnen; 700 florijnen uit de bovengenoemde goudbeurs; een jaarlijkse lijfrente van 5 Rijnflorijnen op het huis „den Vrachtwagen", gelegen aan het Gasthuys-eynde te Breda; een jaarlijkse lijfrente van 4 Rijnflorijnen en 15 denier, op bepaalde goederen gelegen in Bavel, en toebehorend aan Denis Ophoek of aan zijn erfgenamen.

Aan zijn dienstbode Geertruida liet hij een bedrag van 14 Rijnflorijnen na, te betalen door zijn dochters Margrita en Anneken.

Hij kiest als executeurs van zijn testament zijn schoonzonen ‘s Grauwen en Sprongh, en als voogd over zijn kinderen, hun oom van moederszijde Jan de Bruyn, met de uitdrukkelijke clausule dat hun bezittingen niet worden beheerd door de weeskamer van Breda, maar dat de voogdijrekeningen door hun ooms met voogd zijn nagekeken.

Jan [Jan] Schelckens [sr.] stierf in Breda en werd daar begraven op 20 februari 1633. Jean de Bruyn doet verslag van zijn bestuur vanaf 31 augustus daaropvolgend.

Jan [Jan] Schelckens [sr.] [wapen] droeg: van zilver drie klaverbladen in sinopel, stengels en bladeren van hetzelfde, zoals blijkt uit de genealogische kaart van de XVI kwartierstaten van Margriet [Margaretha] van Wassenaer, geregistreerd in 1778, bij de Heraldische Kamer in Brussel, en waarop zijn dochter Margrita Schelckens en haar echtgenoot Gerard s' Grauwen met hun respectievelijke wapens [Schelckens: als boven; s’ Grauwen: azuur met drie gouden sterren [2 en 1], een zespuntige fleurs de lis in het hart] verschijnen.

Ref.:

Maire, O. le. Histoire genealogique de la famille Schellekens. Taxandria, 1925;32[4]:225-250.

 

Pauw, baron Napoléon de. Geslachtsboom der familie Schellekens. In: Vlaminck, A.-L de (red.). Het Guldenboek van Dendermonde. Geslachtsboomen van enige familiën van Vlaanderen. Opgesteld naar oude en geloofwaardige oorkonden, met het oog op de vergunning der patrimoniële studiebeurzen te Dendermonde gesticht, met zestig wapenschilden. C. Vuyt, Gent, 1872. Heruitgave door Jozef Dauwe, Vlaamse Vereniging voor Familiekunde VZW te Merksem [Antwerpen] met medewerking van de V.V.F. – afdeling Dendermonde, 1998; p. 177-197.

 

 

Heeft u aanvullingen, correcties of vragen met betrekking tot Jan Jan Schelckens Sr.?
De auteur van deze publicatie hoort het graag van u!

Tijdbalk Jan Jan Schelckens Sr.

Klik op de namen voor meer informatie. Gebruikte symbolen:  grootouders    ouders    broers/zussen    kinderen