Dirk IV was de zoon van Dirk III en Othilde van de Noordmark. Hij zette de politiek van machtsuitbreiding van zijn vader voort, dit bestond uit het uitbreiden van het graafschap naar het oosten. De uitbreiding bestond onder meer uit het gebied ten zuidoosten van Alphen, tussen Zwammerdam en Bodegraven. Hij schond daarmee de belangen van Bernold, de Utrechtste bisschop en de machtige Zuid-Nederlandse kloosters en bisschoppen.
Hierdoor kwam hij in conflict met de keizer en de rijksbisschoppen. De Duitse keizer Hendrik III trok daarom persoonlijk tegen hem ten strijde en in 1046 dwong hij Dirk IV afstand te doen van het door hem veroverde gebied.
Kort nadat de keizer naar huis was vertrokken begon Dirk de bisdommen Utrecht en Luik te plunderen. Bovendien sloot hij een verbond met Godfried met de Baard, de hertog van Opper-Lotharingen en de graven van Vlaanderen en Henegouwen. Hierop volgde in 1047 een tweede strafexpeditie waarbij de keizer Vlaardingen en de grafelijke burcht te Rijnsburg veroverde. De burcht werd geheel verwoest. Tijdens de terugtocht leed de keizer echter grote verliezen waardoor Dirk's bondgenoten nu ook openlijk tegen de keizer in opstand kwamen. In 1049 werd Dirk IV door de bisschoppen van Metz, Luik en Utrecht in de val gelokt en gedood. Dirk was nog jong, ongehuwd en kinderloos. Hij werd opgevolgd door zijn broer Floris I.
Hij sneuvelde nabij Dordrecht op 13 januari 1049
Oorzaak: Hij sneuvelde nabij Dordrecht op 13 januari 1049
Dirk IV was de zoon van Dirk III en Othilde van de Noordmark.
Hij volgde zijn vader na diens overlijden in 1039 als graaf op.
Dirk IV zette de politiek van machtsuitbreiding in het zuiden van Holland van zijn vader krachtig voort vanuit zijn sterke nederzetting Vlaardingen. Daarmee botste hij steeds meer met de belangen van de Utrechtse Bisschop en machtige Zuid-Nederlandse kloosters en bisschoppen.
Dirk IV kwam daardoor nog meer in conflict met de keizer en de rijksbisschoppen dan zijn vader. De Duitse keizer Hendrik III trok hierop tot tweemaal toe persoonlijk tegen hem ten strijde.
De eerste maal, in 1046, dwong de Keizer hem tot afstand van het door hem veroverde gebied. Omdat Dirk IV vervolgens plundertochten ondernam in de bisdommen Utrecht en Luik en bovendien verbonden sloot met Godfried met de Baard, de hertog van Opper-Lotharingen en de graven van Vlaanderen en Henegouwen, volgde in 1047 een tweede strafexpeditie van de keizer. Daarbij veroverde deze Vlaardingen en de grafelijke burcht te Rijnsburg, waarbij de laatste geheel werd verwoest.
Tijdens de terugtocht leed de Keizer echter grote verliezen terwijl Dirk's bondgenoten nu ook openlijk tegen de Keizer in opstand kwamen.
Bij een winterveldtocht in de omgeving van het latere Dordrecht in 1049 werd Dirk IV door de bisschoppen van Metz, Luik en Utrecht overvallen, waarbij hij sneuvelde.
Dirk was nog jong, ongehuwd en kinderloos. Zijn broer Floris I volgde hem daarom op.
Dirk IV van Holland |
De getoonde gegevens hebben geen bronnen.