Hij is getrouwd met Neeltje Joosten de Niet.
Ze zijn in de kerk getrouwd op 23 april 1749 te Scheveningen, hij was toen 25 jaar oud.
Kind(eren):
Leendert Cornelis van der Harst wordt ½ 1775 een grijsaard genoemd. Hij was
eerst visser, daarna boer, kreeg toestemming van de magistraat om
vissersschuiten in en uit zee te trekken en hield daarvoor paarden. Ook deed
hij aan de schelpenvisserij. Hij zag kans duingrond tot weien hooiland te
ontginnen en kreeg op 7-9-1768 en 26-6-1769 ½ 12 morgen duingrond in de
Graeflijkheid in eeuwig durende erfpacht, waarvoor hij f 5,-- per morgen en
1/10 van de opbrengsten moest afdragen. In de geschiedenis van "Van der Harst
in Harstenhoek/van der Harst tot Hus" neemt hij een belangrijke plaats in. In
1770 strandde een schip uit de Oostzee voor Scheveningen en Leendert van der
Harst gebruikte de rogge als zaaikorels. Ook teelde hij aardappels uit zaad.
Hij ontving voor de ontginningsactiviteiten een zilveren medaille en 30 gouden
dukaten van de Maatschappij ter bevordering van de Landbouw. Voor de
voortzetting van de ontginning kreeg hij veel waardering en ontving een
zilveren tabaksdoos, een exemplaar van "De Werken van de Maatschappij" en vier dukaten. Ook zijn zoon Cornelis van der Harst (ged. 27-10-1754, tr. Kornelia
Taal) hielp hem bij de ontginning en bracht het aangrenzende duinterrein in
cultuur. Voor de ontginning betrok hij tegen een geringe prijs het visafval van
de Scheveningers. Uit het verslag van de heer Bogaardt uit 1785 blijkt dat toen
24 morgen, d.i. ½ 20 ha. ontgonnen was
Leendert Cornelisse van der Harst | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1749 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Neeltje Joosten de Niet |
De getoonde gegevens hebben geen bronnen.