Getuigen: Ludovicus Koenen, Christiaan Bergmans en Christianus Petrus Bergmans.
Hij is getrouwd met Maria Klupper.
Zij zijn getrouwd op 4 augustus 1913 te Bergen op Zoom ,NB , hij was toen 21 jaar oud.Bron 2
Kind(eren):
Bron: Henk Franken
Christiaan Cornelis Bergmans
Adres;Steenbergsestraat 3 (Voorheen Wijk B, nr.; 55)
Op 14 augustus 1908 wordt er een drankwet verlof voor dit pand uitgeschreven op naam van Hubertus Josephus van Damme. Dit was een verlof voor alcoholvrije drank. Op zijn vergunning is er bij vermeld dat het hier "een winkel met daarachter gelegen salon" betrof. Op 13 juni 1922 wordt er een nieuw drankwet verlof uitgeschreven, ditmaal op naam van Christiaan Cornelis Bergmans. Dan wordt er op het verlof bij vermeld; "een aan de straatzijde gelegen benedenlokaliteit, groot 69,70 m2". Waarschijnlijk was het toen al geen winkel meer, maar een café. Na dit verlof komt er per 18 april 1925 een tapvergunning op dit pand te staan. Deze was van A.C. van Beveren en werd overgeschreven van het adres Bouterhemstraat nr. 6 (oud adres; Wijk M, nr. 195), naar hier. Omdat van Beveren was vrijgesteld van de verplichting om in het vergunningslokaal te wonen, kon Bergmans hier als zetbaas blijven zitten. Op deze manier kon hij echter wel sterke drank schenken. Uit een aantal brieven blijkt dat Bergmans onderhuurder is van de "N.V. Stoombierbrouwerij en mouterij de Meiboom" uit Vlissingen. Als op 25 mei 1926 A.C. van Beveren komt te overlijden, wordt de vergunning op 22 juli van dat jaar overgeschreven op naam van zijn weduwe Maria Petrus Melsen. Ook zij laat Bergmans gewoon als zetbaas zitten. Op 15 maart 1927 laat Maria Melsen echter haar vergunning overschrijven naar het pand Steenbergsestraat nummer 7 (oud adres; Wijk B, nr. 57). Op dit adres wordt dan de tapvergunning geplaatst van Petrus Johannes Monu (geboren op 11 oktober 1868). Dit gebeurt op 7 april 1927 en hij kwam van de Antwerpsestraat nr. 9. Monu huurde het pand officieel van C.C. Bergmans, maar zat er zelf niet. Dit was dus gewoon een truc om toch een tapvergunning in dit pand te kunnen hebben. Het pand had toen ook nog steeds een vloeroppervlak van 69,70 m2. Als er dan in 1934 een regeling komt waarbij een tapvergunning over geschreven mocht worden op naam van de vervanger van de vergunninghouder, mits deze hem al van voor 1 mei 1931 officieel verving, maken Monu en Bergmans hier gebruik van. Op 31 maart 1934 wordt dan ook de tapvergunning van Monu over geschreven op naam van Christiaan Cornelis Bergmans. Na 12 jaar heeft Bergmans nu eindelijk zijn eigen tapvergunning. Lang zit hij hier echter niet meer. Op 22 maart 1935 wordt namelijk het pand door een zekere Cornelis Johannes Fluijt gekocht van de Amstel Bierbrouwerij. De tapvergunning van Bergmans huurt deze Fluijt dan voor een bedrag van f 125,- per jaar. Omdat Fluijt hier echter niet als een zogenaamde zetbaas zat, maar geheel voor zijn eigen rekening, was dit in strijd met de drankwet. Als dan de politie hier een onderzoek naar instelt, blijkt o.a. dat; a- de naam van het "Café Centrum" was, b- Fluijt oorspronkelijk uit Wemeldinge kwam en c- dat zijn beroep eigenlijk schipper was. Naar aanleiding van dit onderzoek wordt in december van dat jaar besloten om de tapvergunning van Bergmans in te trekken. Om zijn zaak te kunnen blijven runnen vraagt Fluijt dan op zijn beurt een Verlof A aan. Later treffen Fluijt en Bergmans schijnbaar toch een regeling, zodat het lijkt alsof Fluijt toch een zetbaas is van Bergmans. Hierop mag de tapvergunning van Bergmans alsnog op dit adres blijven staan en trekt Fluijt zijn verzoek voor een Verlof A weer in. Enkele jaren later besluit Bergmans echter om zijn vergunning over te laten schrijven naar het adres Oude Stationsweg 20. Dit gebeurt op 16 februari 1937 en dan zit Fluijt toch weer zonder een drankvergunning. Hierdoor moet hij noodgedwongen alsnog zelf een Verlof A aan vragen. Deze krijgt hij in maart van dat jaar. Enkele jaren later lukt het hem toch weer om iemand te vinden die zijn tapvergunning aan hem wil verhuren. Dit wordt dan de vergunning van Cornelis van den Luytgaarden, die zijn vergunning over laat schrijven van de Moerstraatsebaan nummer 876 naar hier. Dit gebeurt op 3 juli 1940 en hier is het dan geldig voor een "benedenlokaliteit met een vloeroppervlak van 65,18 m2". Omdat Fluijt geleerd heeft van de vorige keer wordt nu alles keurig op papier geregeld en is hij officieel zetbaas van v/d Luytgaarden. Als echter ook deze van den Luytgaarden zijn tapvergunning, op 4 mei 1943, naar een ander adres laat over schrijven (naar de Potterstraat nummer 30), zit Fluijt ook nu weer zonder vergunning. Nu lukt het hem echter een stuk sneller om iemand te vinden die zijn tapvergunning aan hem wil verhuren. Op 14 mei van datzelfde jaar wordt dan ook de tapvergunning van Adrianus Wilhelmus Cameron van het adres Dubbelstraat 66 overgeschreven naar hier. De vergunning van Cameron blijft dan hier voor langere tijd geldig en wordt pas op 13 februari 1951 overgeschreven naar weer een ander adres. Ditmaal naar de foyer van het Luxor-complex in de Lievevrouwestraat nummer 25. De reden dat deze laatste vergunning overgeschreven wordt kwam doordat Cornelis Johannes Fluijt eindelijk op die datum zijn eigen tapvergunning krijgt. Ondertussen was schijnbaar wel het pand enigszins verbouwen, want zijn vergunning was geldig voor een lokaliteit met een vloeroppervlak van 70,0 m2. Fluijt blijft hier dan lang met zijn vergunning zitten en laat deze op 9 september 1966 overschrijven op naam van zijn zoon Johannes Cornelis Adrianus Fluijt, geboren op 27 maart 1928. In 1970 staat deze tapvergunning ook nog steeds op diens naam.
Christianus Cornelis Bergmans | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
1913 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
Maria Klupper |