Stamboom Ravesloot » Jannigje Fransen van RAVESLOOT (± 1568-1635)

Persoonlijke gegevens Jannigje Fransen van RAVESLOOT 


Gezin van Jannigje Fransen van RAVESLOOT

Zij is getrouwd met Frans Adriaansz van TRIEST.

Zij zijn getrouwd in het jaar 1590 te Woudenberg.

Jannigje Fransen van Ravesloot, dr. van Frans Jansen van Ravesloot, geboren rond 1565, overleden rond 1635.
1588: Frans van Triest is erfgenaam van zijn vader Adriaan. Hij bekleedt dan al enige tijd het schoutambt van Woudenberg [Arch Hof van Utrecht 188, dl.13, behandeld 16-6-1589].
18-3-1635: Frans van Triest en Jannigje Fransen maken een testament, waarin zij hun goederen onder hun kinderen en kleinkinderen verdelen. Het betreft een huis met twee hofsteden en nog een huis aan de Voorstraat, een huis en hofstede op de Meent met landerijen daarbij, de helft van het erf Groot Rumelaar en stukken land daar in de buurt, een vijftal stukken land op Ekeris, het erf Loefs op het Heetveld onder Leusden, land in de polder Selder, een huis en land in de polder de Haar bij Amersfoort en land in Bunschoten. In 1648 en 1650 wordt een aanvullend testament gemaakt [ONA Amersfoort, not. J. Van Ingen; not C. Van Ingen, 18-4-1652].

Aantekeningen
Notities bij Frans Adriaensz van Triest

Hij was van 1584 tot 1640 herbergier te Woudenberg en in 1584 substituut-schout. Hij werd op 15-03-1587 "na resignatie van zijn schoonvader Frans Jansz." benoemd tot schout.

In 1595 vonden er door stijging van het rivierwater grote overstromigen plaats. Op 15 maart werd aan Den Haag bericht dat de waterstand op Rijn en Lek sinds mensenheugenis nog nooit zo hoog was geweest. De Rijn brak zich door de Gelderse Vallei een baan naar de Zuiderzee en ook Woudenberg werd getroffen. Zowel privé als in zijn functie van schout zal Frans er bij betrokken zijn geweest. Hoe groot de ramp was en hoe de hulpverlening werd georganiseerd blijkt uit een tekst in het register van akten en commissieën van de Staten van Utrecht (Jaarboek CBG 1999, blz.25; Scarpensele 1996,4):

"De Staten verstaen hebbende uyt het rapport van denghenen die met schuyten ende schouwen tot Woudenberch gecomen sijn geweest omme de menschen ende beesten aldaer noch in leven wesende te salveren (redden) en het weynigh vordere datsij met deselve schuyten hebben connen doen, hebben genomineerd Niclaus van Epen omme hem terstont in aller ijle te begeven op Rhenen ende aldaer te lichten vyer ofte vijf bequame lichters ende volck om die te regeren, ende hem met derselve terstont te begeven naer Woudenbwerch ende daeromtrent daert van node wesen sall, te salveren".

In 1599 woonde Frans in een groot huis aan de Voorstraat te Woudenberg, waar hij tevens herberg hield.

Zijn vrouw heette Jannetje Fransdr.; hij was daarmee al ruim 15 jaren getrouwd na het overlijden van zijn eerste vrouw waarbij hij een dochter Adriaantje had, die waarschijnlijk nog heel jong, omstreeks 1600 trouwde met Jan Gerritsz. van Langelaar uit de gegoede Renswoudse familie van die naam. Frans kon kort daarna zijn eerste kleinzoon Gerrit begroeten, maar de vreugde werd overschaduwd door de vroege dood van Jan van Langelaar. We stellen ons voor, dat Frans onmiddelijk uit ging kijken naar een geschikte nieuwe schoonzoon. Hij vond die dichtbij: Gerrit Rijksz., een jongen van goede familie, pachter van de Heer van Geerestein. Rond 1605 trouwde het paar. Frans heeft blijkens zijn verschillende testamenten aan zijn oudste dochter bij haar huwelijk en daarna diverse stukken land geschonken. Hij testeerde als oud-schout voor zijn dochter Gijsbertgen op 3-6-1644, 27-4-1648 en 5-5-1648. Op 28-04-1652 werd de Amersfoortse notaris Cornelis van Ingen naar Woudenberg geroepen omdat Frans vanTriest was overleden. De notaris heeft toen de verzegelde brief opengemaakt waarin Frans van Triest zijn laatste wil had vermeld en waar in hij verwees naar zijn testament van 18-03-1635 bij notaris Johan van Ingen te Amersfoort. In dat testament werd aan Adriaantje "huijsvrouv van Gerrit Rijksz" (die toen dus nog leefde!) o.a. het stuk land in Neder-Eeckerijs langs de "straet tot Woudenbergh" (= Dorpsstraat/Stationsweg) "streckende van de Geresteijnse dijck af tot den Eeckerijster dijck toe". Dat is dus een stuk land dat volgens het oudschilt vanouds tot Blotenburg behoorde; waarschijnlijk heeft Frans van Triest dit land al veel eerder voor zijn dochter gekocht.

J.J. Herweijer

In 1635 testeert hij met zijn vrouw het onder de (klein)kinderen te verdelen omvangrijke onroerend goed, bestaande uit: een huis met twee hofsteden en nog een huis aan de Voorstraat; een huis en hofstede op de Meenten land daarbij; de helft van het erf Groot Rumelaar; diverse stukken land daat in de buurt; een vijftal stukken land op ekeris (alles onder Woudenberg); het erf Loefs op het Heetveld (Leusden); land in de polder Selder en een huis en land in de polder de Haar (bij Amersfoort); land in Bunschoten. In 1648 een aanvullend testament, in 1650 nogmaals (gememoreerdin 1652).

Jaap van Steenbeek

Op 19 Jan 1641geeft Goort Thonisz, wonende tot Leusden volmacht aan Frans van Triest om namens hem te compareren voor de thinsheer van het huis Natewisch (onder Amerongen) om daar te transporteren ten behoeve van Helmert Fransen en Gisbertgen van Triest zijn huysvrouw een erf genaamd Cleijn Rumelaar en om te bekennen dat de kooppenningen betaald zijn. Op de bijbehorende lijst van thinsen, opgesteld in 1644 staan: "Helmert Fransz van de helft van Cleyn Rumelaar (vorders Gisbertgen". Op 3 Juni 1644 transporteert Frans van Triest, oud schout van Woudenberg, als gevolmachtigde van Goort Thonisz, wonende Leusden, te behoeve van Gisbertgen Frans van Triestdochter, weduwe van Helmert Fransen "het halve erf en goet gelegen int Wout int oude gerecht van Amerongen, genaempt Cleijn Rumelaar", ten oosten het erf Doijenstok, ten zuiden van Landaes en ten westen een erf dat ook Rumelaar heet. In een eerste aanvullend testament van Frans van Triest op 27 Apr 1648 vermaakt hij nog aan Gijsbertgen enig land te Zeldert. In een tweede aanvullend testament op 5 Mei 1648 de helft van vier morgen in de Caneel van Woudenberg.

Teus Schimmel

Frans Adriaensz van Triest, (Adriaen0
Peter Adriaensz
Mechteld Gerrits
van Atteveld, Gerrit

1560 te Woudenberg, beroep 1584 herbergier, beroep 1585 - 1640 schout, woonde in Woudenberg, overleden 1652 te Woudenberg. In 1635 testeert hij met zijn vrouw het onder de (klein)kinderen te verdelen omvangrijke onroerend goed,bestaande uit: een huis met twee hofsteden en nog een huis aan de Voorstraat; een huis en hofstede op de Meent en landdaarbij; de helft van het erf Groot Rumelaar; diverse stukken land daat in de buurt; een vijftal stukken land op ekeris (alles onder Woudenberg); het erf Loefs op het Heetveld (Leusden); land in de polder Selder en een huis en land in de polder de Haar (bij Amersfoort); land in Bunschoten.

In 1648 een aanvullend testament, in 1650 nogmaals (gememoreerd in 1652).
Hij trouwde Jannigje Fransdr van Ravensloot, getrouwd CA. 1590 in Woudenberg, geboren CA. 1565 te Woudenberg,(dochter van Frans Jansz van Ravesloot en Nn) overleden CA. 1635 te WoudenbergNotities bij Frans Adriaensz van Triest

Dit echtpaar wordt genoemd als een van de zeven erfgenamen van Frans van Trijest, schout van Woudenberg en Jannichen Fransdochter, echtelieden, in het testament dat zij op 18-3-1635 laten opmaken. Op den duur zullen zij erven: de helft van het erf Groot Rumelaar plus nog drie nader omschreven stukken land daar in de buurt. Op 19-1-1641 geeft Goort Thonisz, wonende tot Leusden volmacht aan Frans van Triest om namens hem te compareren voor de thinsheer van het hius Natewisch (onder Amerongen) om daar te transporteren ten behoeve van Helmert Fransen en Gisbertgen van Triest sijn huysvrouw een erf genaamd Cleijn Rumelaar en om te bekennen dat de kooppenningen betaald zijn. Op de bijbehorende lijst van thinsen, opgesteld in 1644 staan: "Helmert Fransz van de helft van Cleyn Rumelaar, nu Gisbertgen van Triest, wed. van Helmer Fransz" en "Govert Thonisz van de helft van Rumelaer (vorders Gisbertgen". Op 3-6-1644 transporteert Franns van Triest, oud schout van Woudenberg, als gevolmachtigde van Goort Thonisz, wonende Leusden, ten behoeve van Gisbertgen Frans van Triestdochter, wed. van Helmert Fransen "het halve erf en goet gelegen int Wout int oude gerecht van Amerongen, genaempt Cleijn Rumelaar", ten oosten het erf Doijenstok, ten zuiden van Landaes en ten westen een erf dat ook Rumelaar heet. In een eerste aanvullend testament van Frans van Triest op 27-4-1648 vermaakt hij nog aan Gijsbertgen enig land te Zeldert. In een tweede aanvullend testament op 5-5-1648 de helft van vier morgen in de Caneel van Woudenberg. (Bron: kwartierstaat (deel IX) de Greef (W. de Greef). In 1635 testeert hij met zijn vrouw het onder de (klein)kinderen te verdelen omvangrijke onroerend goed, bestaande uit: een huis met twee hofsteden en nog een huis aan de Voorstraat; een huis en hofstede op de Meent en land daarbij; de helft van het erf Groot Rumelaar; diverse stukken land daat in de buurt; een vijftal stukken land op ekeris (alles onder Woudenberg); het erf Loefs op het Heetveld (Leusden); land in de polder Selder en een huis en land in de polder de Haar (bij Amersfoort); land in Bunschoten. In 1648 een aanvullend testament, in 1650 nogmaals (gememoreerd in 1652).

Notities bij Frans Adriaensz van Triest

Dit echtpaar wordt genoemd als een van de zeven erfgenamen van Frans van Trijest, schout van Woudenberg en Jannichen Fransdochter, echtelieden, in het testament dat zij op 18-3-1635 laten opmaken. Op den duur zullen zij erven: de helft van het erf Groot Rumelaar plus nog drie nader omschreven stukken land daar in de buurt. Op 19-1-1641 geeft Goort Thonisz, wonende tot Leusden volmacht aan Frans van Triest om namens hem te compareren voor de thinsheer van het hius Natewisch (onder Amerongen) om daar te transporteren ten behoeve van Helmert Fransen en Gisbertgen van Triest sijn huysvrouw een erf genaamd Cleijn Rumelaar en om te bekennen dat de kooppenningen betaald zijn. Op de bijbehorende lijst van thinsen, opgesteld in 1644 staan: "Helmert Fransz van de helft van Cleyn Rumelaar, nu Gisbertgen van Triest, wed. van Helmer Fransz" en "Govert Thonisz van de helft van Rumelaer (vorders Gisbertgen". Op 3-6-1644 transporteert Franns van Triest, oud schout van Woudenberg, als gevolmachtigde van Goort Thonisz, wonende Leusden, ten behoeve van Gisbertgen Frans van Triestdochter, wed. van Helmert Fransen "het halve erf en goet gelegen int Wout int oude gerecht van Amerongen, genaempt Cleijn Rumelaar", ten oosten het erf Doijenstok, ten zuiden van Landaes en ten westen een erf dat ook Rumelaar heet. In een eerste aanvullend testament van Frans van Triest op 27-4-1648 vermaakt hij nog aan Gijsbertgen enig land te Zeldert. In een tweede aanvullend testament op 5-5-1648 de helft van vier morgen in de Caneel van Woudenberg. (Bron: kwartierstaat (deel IX) de Greef (W. de Greef). In 1635 testeert hij met zijn vrouw het onder de (klein)kinderen te verdelen omvangrijke onroerend goed, bestaande uit: een huis met twee hofsteden en nog een huis aan de Voorstraat; een huis en hofstede op de Meent en land daarbij; de helft van het erf Groot Rumelaar; diverse stukken land daat in de buurt; een vijftal stukken land op ekeris (alles onder Woudenberg); het erf Loefs op het Heetveld (Leusden); land in de polder Selder en een huis en land in de polder de Haar (bij Amersfoort); land in Bunschoten. In 1648 een aanvullend testament, in 1650 nogmaals (gememoreerd in 1652).

Kind(eren):

  1. Maycke Fransen van TRIEST  ± 1593-± 1648 


Notities over Jannigje Fransen van RAVESLOOT

De jaren 1560-1569 (van de christelijke jaartelling) zijn een decennium in de 16e eeuw.

gebeurtenissen en ontwikkelingen

Europa
1562 De Franse religieuze oorlog begint met een bloedbad, waarbij 1000 Hugenoten in Vassy worden vermoord. Engelse troepen onder aanvoering van Graaf Dudley van Warwick, landen in Le Havre om de hugenoten bij te staan.
De reformatie van 1560 geldt als een waterscheiding in de geschiedenis van Schotland. De eeuwenoude banden met Rome en de paus worden verbroken; aan de eredienst in het Latijn wordt een eind gemaakt. Een leidende rol is hierbij weggelegd voor de hervormer John Knox.
De regering van de katholiek gebleven Maria Stuart is weinig gelukkig. In 1561 keert ze als jonge weduwe terug uit Frankrijk en treft haar land aan midden in de reformatie. In 1565 huwt ze haar neef Henry Stuart Darnley. Deze wordt echter in 1567 vermoord en als Mary huwt met de hoofdverdachte, wordt ze afgezet. Haar minderjarige zoon, Jacobus VI wordt in Stirling tot koning gekroond. De preek tijdens de plechtigheid wordt gehouden door John Knox.
De Zevenjarige Oorlog (1563-1570) leidt niet tot grote veranderingen in het Oostzeegebied.

Nederlanden
Het Driemanschap ter verdediging van de vrijheden, bestaande uit graaf Egmont, prins Willem van Oranje en Graaf Horne, verzet zich vanaf 1561 tegen kardinaal Granvelle, bisschop van Atrecht, die de inquisitie (vervolging van de protestanten) invoert in Vlaanderen. * Na het vertrek van Granvelle in 1564 verzoent Egmont zich opnieuw met de koning. In 1565 vertrekt hij naar Madrid om aan te dringen op een ander beleid in de Nederlanden.
Er heerst een hongersnood in de Nederlanden, nadat door een strenge winter de oogsten zijn mislukt en er geen graan kan worden geïmporteerd.
Landvoogdes Margaretha van Parma dwingt de aartsbisschop van Utrecht de decreten van het Concilie van Trente door te voeren en hiertoe in 1565 een provinciale synode te beleggen. De geestelijken en kanunniken zijn fel gekant tegen de nieuwe disciplinaire maatregelen en proberen de invoering te dwarsbomen. Frederik Schenck van Toutenburg mist de kracht om de tegenstand te breken en leiding te geven aan de bestrijding van het protestantisme.
Hagepreken in het vrije veld buiten de stadsmuren trekken veel publiek. In 1566 worden ze verboden.
1566 - 5 april - 200 Nederlandse edelen bieden landvoogdes Margaretha van Parma een petitie aan, het Compromis, een verzoek om verzachting van de geloofsplakkaten en beperking van de Inquisitie. Zij stemt toe, maar Filips II niet.
De Beeldenstorm raast een maand lang door de Nederlanden. De interieurs van veel kerken en kloosters worden daarbij vernield.
1566 - Op 27 december worden Vlaamse calvinisten en geuzen uitgemoord te Wattrelos.
1567 - Komst van de hertog van Alva met 16.000 soldaten, om de Nederlanden in opdracht van Filips II te straffen voor de Beeldenstorm in 1566 en de opstandigheid in het algemeen. Begin van een schrikbewind. Margaretha van Parma neemt ontslag en vertrekt naar Italië. Alva stelt onmiddellijk een rechtbank in, de Raad van Beroerte of Bloedraad.
Het Oostershuis wordt opgetrokken tussen 1564 en 1568 in de Haven van Antwerpen, en fungeert als zetel van de Duitse Hanze.

Godsdienst
Guido de Brès stelt de Nederlandse Geloofsbelijdenis op (1561). Petrus Datheen vertaalt de Heidelbergse Catechismus en de Geneefse Psalmen (1566).
In 1566 besluit Filips II van Spanje het oude verbod van de Islam in zijn volle omvang toe te passen. In 1568 verschijnt een nieuw edict, krachtens hetwelk morisken hun Moorse levenswijze dienen op te geven en hun kinderen christelijk moeten laten onderwijzen. Het gevolg is een opstand tijdens de kerstdagen die pas in februari 1569 met moeite wordt onderdrukt.

Amerika
Vanaf 1560 bevechten Engelse en Spaanse kapers elkaar in West-Indië en op de Atlantische Oceaan. De Engelse slavenhandel onder John Hawkins wordt door de Spaanse regering gezien als een dekmantel voor smokkel. Hawkins en Francis Drake doorbreken het Spaanse handelsmonopolie in Amerika met hun intensieve kaapvaart. Drake bezet in 1568 zelfs verschillende Spaanse kolonies langs de kust van Florida.
1560 - Jean Nicot stuurt het in Amerika ontdekte geneeskrachtige wondermiddel tabak naar de koningin Catharina de' Medici om haar van haar hoofdpijn af te helpen.

Wetenschap
De Academia Secretorum Naturae is vermoedelijk het eerste wetenschappelijk genootschap, en is in 1560 in Napels opgericht door Giambattista della Porta, die bekendstaat als een veelzijdig wetenschapper.

Kunst
De Brabander Pieter Bruegel de Oudeschildert in zijn late jaren naast boerelevens ook taferelen geïnspireerd op de klassieke oudheid en Bijbelse taferelen. Zijn werk wordt ingedeeld bij de Noordelijke renaissance.
Tintoretto en Titiaan zijn andere toonaangevende kunstenaars van deze tijd.

Heeft u aanvullingen, correcties of vragen met betrekking tot Jannigje Fransen van RAVESLOOT?
De auteur van deze publicatie hoort het graag van u!


Tijdbalk Jannigje Fransen van RAVESLOOT

  Deze functionaliteit is alleen beschikbaar voor browsers met Javascript ondersteuning.
Klik op de namen voor meer informatie. Gebruikte symbolen: grootouders grootouders   ouders ouders   broers-zussen broers/zussen   kinderen kinderen

Voorouders (en nakomelingen) van Jannigje Fransen van RAVESLOOT

Jan van RAVESLOOT
± 1518-????
NN
1513-????
NN
± 1531-????

Jannigje Fransen van RAVESLOOT
± 1568-1635

1590

    Toon totale kwartierstaat

    Via Snelzoeken kunt u zoeken op naam, voornaam gevolgd door een achternaam. U typt enkele letters in (minimaal 3) en direct verschijnt er een lijst met persoonsnamen binnen deze publicatie. Hoe meer letters u intypt hoe specifieker de resultaten. Klik op een persoonsnaam om naar de pagina van die persoon te gaan.

    • Of u kleine letters of hoofdletters intypt maak niet uit.
    • Wanneer u niet zeker bent over de voornaam of exacte schrijfwijze dan kunt u een sterretje (*) gebruiken. Voorbeeld: "*ornelis de b*r" vindt zowel "cornelis de boer" als "kornelis de buur".
    • Het is niet mogelijk om tekens anders dan het alfabet in te voeren (dus ook geen diacritische tekens als ö en é).



    Visualiseer een andere verwantschap

    De getoonde gegevens hebben geen bronnen.

    Aanknopingspunten in andere publicaties

    Deze persoon komt ook voor in de publicatie:

    Historische gebeurtenissen

    

    Dezelfde geboorte/sterftedag

    Bron: Wikipedia


    Over de familienaam Van RAVESLOOT


    Wilt u bij het overnemen van gegevens uit deze stamboom alstublieft een verwijzing naar de herkomst opnemen:
    Richard Ravesloot, "Stamboom Ravesloot", database, Genealogie Online (https://www.genealogieonline.nl/stamboom-ravesloot/I1059.php : benaderd 1 mei 2024), "Jannigje Fransen van RAVESLOOT (± 1568-1635)".