Leenrepertorium Overijssel
1412. Schoutambt WANNEPERVEEN en DINXTERVEEN
1501 jan 19 (BD fol 69)
Helst van Echten na opdracht door Thomas van Maerhuysen [sic]. Hulder
haar man Jacob van Uterwyck.
1501 jan 27 (BE fol 69)
Berndt van Ytterssum na opdracht door Helst van Echten, vrouw van Jacob
van Uterwyck.
409. Schoutambt HARDENBERG / buurschap Baalder
Unse berchvrede ther Veenbrugge --- myt allen synen toebehoeren.
** Op 3 april 1500 (BE fol 62v) maakte de bisschop dit goed op verzoek van
de toenmalige kastelein Jacob van Uyterwyck tot een onversterfelijk Stichts
leen voor hemzelf en voor zijn wettige nakomelingen, zolang die binnen het
Sticht bleven wonen, ingezetenen van het Sticht huwden en zelf "unses
gestychtz geboren undersate" waren, te verheergewaden met een paar
nieuwe witte handschoenen en te houden als een open huis van het Sticht,
onder voorwaarde, dat Jacob en zijn leenvolgers "dat bergvrede myt synen
getymmer, vestinge ende toebehoer" goed zouden onderhouden en "die
lantweren mitten boem onderholden, sluten ende opsluten ende andere
diensten doen", gelijk tot dan toe gebruikelijk was geweest, onder betaling
jaarlijks aan de rentmeester van Sallandt op St.Martijn in de Winter (11
november) van de 5 Rijnse gulden, die de bisschop tot nog toe placht te
ontvangen, dit alles nadat Jacob verschillende vorderingen had afgedaan, bij
elkaar meer dan 266 Rijnse gulden bedragende, die zijn voorganger als
kastelein, wijlen Roloeff van Schonecamp, op de bergvrede had.
1500 apr 3 (BE fol 62v)
Jacob van Uyterwyck.
** Op 14 september 1500 (BE fol 66v) vermaakte Jacob aan zijn vrouw Elst
van Echten 1200 Rijnse gulden uit al zijn bezittingen.
1518 jun 28 (BF fol 23)
Jacob van Uuterwyck.
1525 dec 31 (BG fol 20)
Jacop van Uuterwyck.
1532 okt 22 (OA fol 77)
Roloff vann Uuterwyck na de dood van zijn vader Jacob vann Uuterwyck.
Hij heeft/had een relatie met Helstje van ECHTEN.
Kind(eren):
Jacob van UTERWYCK | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
De getoonde gegevens hebben geen bronnen.