Hij is getrouwd met Elise Pratje.
Zij zijn getrouwd op 19 december 1803 te Leeuwarden, Jacobijnerkerk, hij was toen 53 jaar oud.Bron 1
Kind(eren):
OVERGENOMEN VAN WWW.PARLEMENT.COM / PARLEMENT & POLITIEK :
_________________________________________________________________
Fries belastinginner en vooraanstaand patriot. Vluchtte na de Pruisische inval in 1787 naar Frankrijk en was door zijn functie als secretaris van Coert Lambert van Beyma een prominente schakel in de patriotse vluchtelingengemeenschap van Sint-Omer. Ontwikkelde zich later in Frankrijk tot één van de Bataafse woordvoerders met het Franse revolutionaire regime, en werd mede-coördinator van het Bataafse legioen dat vanaf 1792 de terugkeer van de patriotten militair voorbereidde. Was van 1796 tot 1805 met tussenpozen volksvertegenwoordiger, en vervolgde zijn carrière als bestuurder onder zowel Napoleon als Willem I.
in de periode 1796-1802: lid Eerste Nationale Vergadering, lid Vertegenwoordigend Lichaam (1798-1801), lid Wetgevend Lichaam (1801-1805), lid Comité te lande
partij/stroming : federalist
loopbaan
- ontvanger van de convooien en licenten te Makkum, van 5 mei 1769 tot 1780
- lid Staten van Friesland, van 1774 tot januari 1783
- lid commissie van vier, van februari 1795 tot mei 1795 (onderhandelingen met de gevolmachtigden van Frankrijk, welke eindigden in het verdrag van 's-Gravenhage van 16 mei 1795)
- lid commissie van achttienen in Friesland, vanaf 29 juni 1795
- ontvanger van de florenen en speciën te Menaldumadeel, van 1783 tot 1787
- lid Staten van Friesland, tot 1787
- secretaris van C.L. van Beyma te Saint-Omer, vanaf februari 1788 (voor de verdeling van regeringswege aan de Nederlandse uitgewekenen toegezegde steun)
- administrateur Legion Franche etrangere, van 1 augustus 1792 tot november 1793
- lid Comité revolutionaire Batave in Frankrijk, van 10 oktober 1792 tot 1795
- afgevaardigde van Frankrijk, vanaf 1794 (door de Franse regering aangewezen om te trachten Frankrijk van levensmiddelen te voorzien)
- lid Comité revolutionair te Leeuwarden, vanaf 8 februari 1795
- lid Vergadering van de provisionele representanten van het Volk van Friesland, van 19 februari 1795 tot 23 juni 1795
- gedeputeerde ter Staten-Generaal voor Friesland, van 2 maart 1795 tot 1 maart 1796
- lid Comité tot de Algemene Zaken van het Bondgenootschap te Lande, voor Friesland, van 4 maart 1795 tot 23 april 1795
- voorzitter Staten-Generaal, van december 1795 tot januari 1796
- muntmeester-generaal, Generaliteitsrekenkamer, van 18 mei 1795 tot februari 1798
- lid Eerste Nationale Vergadering, van 12 december 1796 tot 1 september 1797 (voor het district Harlingen)
- lid bestuur departement van de Eems, van 20 december 1798 tot 28 juli 1801
- lid Vertegenwoordigend Lichaam, van 28 juli 1801 tot 17 oktober 1801 (voor het district Leeuwarden)
- lid Wetgevend Lichaam, van 2 november 1801 tot 6 december 1802 (voor Friesland)
- drost van Baarderadeel, Hennaarderadeel, Franeker en Franekerdeel, van 12 oktober 1802 tot 24 februari 1806
- drost van Menaldumadeel en Baarderadeel, van 24 februari 1806 tot 1810
- baljuw van Menaldumadeel en Baarderadeel, vanaf 1807
- vrederechter te Dronrijp, van 4 januari 1811 tot 1812
- vrederechter te Dronrijp, van 1813 tot 1818
- grietman van Het Bilt, van 24 juni 1816 tot 30 juni 1826
- lid Provinciale Staten van Friesland, vanaf 1818
nevenfuncties :
- secretaris vrijkorps te Leeuwarden, van 12 januari 1785 tot 1787
- kolonel exercitiegenootschap van Menaldumadeel, vanaf 1787
opleiding, lager onderwijs :
- lagere school te Bodegraven, van 1762 tot 1763
- lagere school te Leerdam, van 1763 tot 1764
- lagere school te Franeker, vanaf 1764
academische studie : Romeins en hedendaags recht (niet voltooid), Hogeschool te Franeker, vanaf 17 september 1764
wetenswaardigheden algemeen :
- Toen de vrijkorpsen bij plakkaat van 25 september 1786 verboden werden, kreeg hij de opdracht om in andere gewesten aan de patriotten hulp te vragen. Hij bezocht alle provinciën, behalve Zeeland. Zijn reis had veel succes.
- Hij werd in januari 1789 wegens zijn activiteiten voor het Hof van Friesland gedaagd en veroordeeld tot verbeurdverklaring van zijn goederen en verbanning uit Friesland uit te voeren
- Hij heeft veel moeite gedaan om voor hem en zijn lotgenoten van 1787 tot 1795 schadevergoeding te krijgen
- Toen hij in Parijs vertoefde, woonde hij de vergaderingen van de Jacobijnenclub, van de nationale en wetgevende vergadering bij en maakte hij de woelingen daar en in Frankrijk in 1789 mee
- In zijn functie als afgevaardigde reisde hij naar Hamburg, Altena, Holstein en Frederiksstad om de opdracht van de franse regering
- Hij verliet de voorzittersstoel van de Staten-Generaal op 29 december 1795 omdat hij naar zijn mening geen bevoegdheid had te beslissen over de door de afgevaardigden van Holland op 29 mei 1795 gedane voorstellen om hun bevoegdheden aan een nationale vergadering over te dragen
- Op 7 februari 1795 werd door de Staten-Generaal bepaald dat alle veroordelingen wegens de gebeurtenissen van 1787 zouden worden geannuleerd
- Als lid van de Staten-Generaal voerde hij in zeer gematigde zin de correspondentie met het bestuur van Friesland. op 27 januari 1796 werd een brief van hem aan zijn Friese politieke vrienden onderschept doordat er in Friesland op 26 januari 1796 een revolutie van de radicalen had plaats gehad. Deze revolutie had tot gevolg dat hij op 28 januari 1796 werd afgezet als afgevaardigde naar de Staten-Generaal.
- Hij werd in 1796 door zijn Friese vrienden naar Parijs afgevaardigd om de franse minister Cochon de Lapparent en directeur Reubell trachten over te halen om hun invloed te gebruiken tot wijziging van de politieke situatie in Friesland. De missie had geen succes.
- Hij werd op 2 augustus 1797 door twee leden van de Nationale Vergadering belast met het organiseren van een burgerwacht te Zwolle
uit de privésfeer
- Hij bekwaamde zich in de administratie bij een notaris, die tevens procureur was
- Zijn vader was ontvanger-generaal van de florenen
niet-aanvaarde politieke functies
- lid Staten van Friesland, 16 juni 1795 (hij prefereerde het lidmaatschap van de Staten-Generaal)
- lid comité tot de algemene zaken van het bondgenootschap te lande (voor Friesland), 4 maart 1795 (bedankte op 13-04-1795, hij prefereerde het lidmaatschap van de Staten-Generaal)
woonplaats(en)/adres(sen)
- Blessum, van 7 augustus 1750 tot 1762
- Bodegraven, van 1762 tot 1763
- Leerdam, van 1763 tot 1764
- Franeker, van 1764 tot 1767
- Leeuwarden, van 1767 tot 5 mei 1769
- Makkum, vanaf 5 mei 1769
- Dronrijp, van 1783 tot januari 1788
- Amsterdam, Antwerpen, Brussel, Saint-Omer en Parijs, van september 1787 tot 30 juni 1794 (vluchtplaatsen na de verandering in het politieke klimaat sinds het binnentrekken van de Pruisische troepen)
- Saint-Omer, vanaf januari 1788
- op een buitenplaats tussen Rijssel en Meenen, omstreeks oktober 17
- Zwolle, vanaf juli 1793
- Kampen
- Duinkerken, van januari 1794 tot juli 1794
- Dronrijp, van februari 1795 tot augustus 1797
- Zwolle, van augustus 1797 tot juni 1798
- Leeuwarden, van juni 1798 tot 22 oktober 1801
- Franeker, van oktober 1801 tot 1803
- Weidum, vanaf 1803
- Sint-Annaparochie, omstreeks juni 1816
- Blessum, tot 30 juni 1826
- Hamburg, 30 juni 1794
- Altena, 1794
- Frederiksstad, vanaf 1794
publicaties : "Brief ... aan zyne Friesche landgenooten" (1797)
literatuur/documentatie
- A.J. van der Aa, Biographisch woordenboek der Nederlanden, deel VI, 429
- N. Japikse, "Een onuitgegeven levensbericht van Johannes Lambertus Huber", in: Bijdragen voor geschiedenis en oudheidkunde, 1923, p. 41 en 2
- Nieuw Nederlandsch Biografisch Woordenboek, deel VIII, 867
- Ned. Patriciaat, 1961
familie/huwelijk/samenlevingsvorm
- gehuwd te Nieuwland, 1 december 1773 (echtgenote overleden november 1802)
- gehuwd (tweede huwelijk) te Leeuwarden, 19 december 1803
echtgeno(o)t(e)/partner
M. Tuinhout, Metje
2e echtgeno(o)t(e)/partner
E. Pratje, Elisa (ook wel Elise of Eliza, weduwe van A. van Boelens)
kinderen
- 5 kinderen (uit eerste huwelijk)
- 1 kind (uit tweede huwelijk)
beroep grootvader (vaderskant)
secretaris Staten van Friesland
familierelaties
- Broer van U.J. Huber, lid Tweede Nationale Vergadering, lid Vertegenwoordigend Lichaam
- Zwager van H. Sypkens, lid Nationale Vergadering
- Stiefvader van J.H. van Boelens, buitengewoon Tweede-Kamerlid
Johannes Lambertus Huber | ||||||||||||||||||||||||||||||||||
1803 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||
Elise Pratje |