De naam Nijborg, Nijburg, Nieborg en Nijenborch of varianten daarop, komt vanaf de late middeleeuwen voor in de provincie Groningen. Omstreeks 1500 is sprake van een Andreas NYENBORCH, abt van het Convent te Thesinge.
Op 26 juni 1503 ontvangt hij rente, dienend tot uitkoop van de conventszuster Katrine, dochter van Joest Berendeszoon, de kremer in Groningen. Op 30 juli 1507 verleent Andreas, abt te Thesyngyen met zijn abtszegel rechtsgeldigheid aan afschriften van honderden akten afkomstig van het klooster van de H. Katerina te Zyloe (zie Hiddema, S. en Tromp, C, Inventaris van archieven van de kloosters in de provincie Groningen, 1989, nr. 914, 943 en 945).
In 1552 en later wordt er een wedman in Winschoten aangetroffen, genaamd Johan NIEUBORGH. Hij heeft een zoon Jurrien NIJENBORCH, die als wedman in de voetsporen van zijn vader treedt en eveneens in Winschoten woont. Jurrien Nijenborch is getrouwd met Else, die hem overleeft. Op 24 april 1609 wordt uit de nalatenschap van Else een half aandeel in een venne verkocht. Op 12 maart 1633 wordt de boedelscheiding definitief geregeld (zie: Nederlandse Leeuw 1980, kolom 20, Roemeling en Gruoninga 1978, pp. 24-40; 1985, pp. 124-131, K. A. Reuvers).
Daniël NIJENBORCH (geboren in Emden, omstreeks 1587) was in het begin van de 17e eeuw een bekende exponent van de bloeiende Groningse lakenhandel. Daniel Nyenborgh ging in 1631 met zijn ongehuwde schoonzuster een compagnie aan met als doel de lakenhandel, zowel in detail als en gros te drijven. Ze begonnen met een bedrijfskapitaal van fl. 54.000.-, inclusief twee huizen. Hij is de vader van de dichter Johan NIJENBORGH, geboren omstreeks 1610), die in Paddepoel buiten de Boteringepoort woonde (zie: W.J. Formsma, Historie van Groningen, 1976, pp. 333 e.v.). Naast het huis Nijenborgh in de stad Groningen was er in de 17e eeuw ook een huis Nijborg of Nieuweborg(h) in Paterswolde (zie: J. Bos, Huizen van Stand, 1989, pp. 323-327).
Op 26 september 1704 wordt er een huwelijkscontract in Oude Pekela gesloten tussen Claes Crijns (Bult) NIEBORCH en Bouwe Edzes. Eén van hun zonen Krijne Cla(a)s(s)en, (gedoopt te Oude Pekela 16 december 1708) krijgt eveneens als achternaam Nieborg. Het nageslacht van deze familie treffen we voornamelijk in Zuidbroek en Beerta aan.
Op 13 augustus 1713 wordt er een Albert Jans NIEBORGH in Westerbroek gedoopt. Hij heeft een broer Berent Jans, gedoopt Westerbroek 26 juli 1716, die eveneens Nieborg als achternaam draagt.
In Oude Schans wordt op 21 september 1721 een zoon van Geert Geerts Bult en Elisabeth Adams Martini gedoopt, genaamd Gerhardus Geerts NIEUWBURG(H). Gerhardus treedt op 28 mei 1747 in Bellingwolde in het huwelijk met Tiete Tiedens. Hij is koopman en ouderling in Oude Schans, waar hij ook sterft.
Omstreeks 1730 trouwt in Engelbert Christiaan Klasen NIEBORG met Weike Hiddens, die in Middelbert geboren is. Van hun zoon Luitje Kristiaans (1734-1799) is bekend, dat hij eveneens de achternaam Nieborg heeft.
Luigje Alberts NIEBORG (Midwolde, geboren in 1744 en in Hoogkerk 1832 overleden) is een zoon van Albert Claessens en Tjedtske Jans.
Berend Pieters NIJBORG, gedoopt Westerbroek, 24 juni 1742 is een arbeiderszoon van Pieter Sickes en Elligje Berents. Berend trouwt in 1773 met Hebbeltje Alefs Bolhuis.
Claes Eppes (Claes) Nijborch, geboren omstreeks 1655 in Scharmer. Claes is overleden omstreeks 1695 in Zuidbroek, ongeveer 40 jaar oud.
Claes Jansen (Claes) Nijborch, geboren in Kropswolde. Claes is overleden op 5 mei 1649 in Kropswolde.
Grietje Clasen (Grietje) Nijborch, ongeveer 25 jaar oud, geboren omstreeks 1608 in Kropswolde. Grietje is overleden omstreeks 1682 in Eexta, ongeveer 74 jaar oud.
Johan Nijborch. Johan is overleden vóór 1619 in Kropswolde.