Hij is getrouwd met (Niet openbaar).
Zij zijn getrouwd op 11 oktober 1947 te Groningen, Groningen, Groningen, Nederland , hij was toen 27 jaar oud.Bron 2
Kind(eren):
Was eerst verloofd met Grietje Aaltje, dochter van Jacob Nijborg en Harmina Kuipers.
Het schoolbezoek was in die tijd zeker geen pretje, naar school gaan betekende een half uur lopen. Vooral 's winters als het koud was gaf dat problemen: dan deed moeder (Harmtje) een gloeiend kooltje in de klompen van haar zoons en schudde dat even heen en weer, verving het daarna door een klein van stro gevlochten matje zodat haar jongens niet al te koude voeten zouden krijgen. Onder de financiële druk van een groot gezin in een tijd van economische recessie verhuisde Sienus met zijn familie naar Amsterdam. Zijn grootvader Arend begon een transportbedrijf, dat met paard en wagen werkte en vervoerde stenen en aardappelen voor de fabrieken. Arend, de vader van Sienus kwam in het transportbedrijf te werken.
Sienus heeft samen met een vriend een bootje gekocht, dat ze in hun vrije tijd schuurden en verfden, van mast, zeil en zwaard voorzagen en waar ze dan mee het op IJ gingen zeilen. Aan het prettig leventje kwam een eind doordat de vader van Sienus besloot terug te gaan naar Annen. Weliswaar liep het transportbedrijf aardig, maar het boterde niet zo best tussen vader en grootvader. Is in de oorlog gevlucht naar Amsterdam omdat hij uit de handen van de Duitsers wilde blijven, die allerlei wanstaltige ideeën hadden over in Duitsland te gaan werken. In Gasteren werd hij aangehouden door Duitse officieren en is er toen vandoor gedaan. Enkele NSB-ers waren van mening dat Sienus opgeknoopt diende te worden. Sienus reisde daarop af naar Amsterdam, waar de temperatuur van de bodem hem beter beviel.
Van 1950 tot 1985 was Sienus actief als beheerder van de katholieke studentensociëteit Albertus Magnus in de stad Groningen. Hij woonde toen in Hoogkerk. Lustrumboeken uit 1980 en 1985 van deze sociëteit zijn geheel aan hem gewijd. Bij zijn afscheid in 1985 werd hij erelid van Albertus Magnus. De vijf antieke bussen, die met studenten op weg naar zijn geboortedorp onderweg waren om dit afscheid luister bij te zetten, werden door de politie van de weg gehaald.
Zo vlak na de oorlog in ongeveer 1947 reed Sienus op zijn motor vanaf Amsterdam naar Groningen naar zijn verkering "Christina".
Daar er in die tijd nog geen snelwegen waren ging zo'n tocht over lokale wegen en van dorp naar dorp. Zo ook over de Veluwe waar hij in een bosrijk gebied motorpech kreeg. Veel motorisch verkeer was er in die dagen ook nog niet en hij heeft zodoende lang op hulp moeten wachten. Totdat er een fietsende boswachter uit het bos kwam en aan Sienus vroeg of hij hulp kon aanbieden, door bij 't eerst volgend huis een monteur te bellen voor hem. Ze maakten verder nog een praatje, waarop de boswachter vroeg of Sienus uit het noorden kwam, want vertelde de boswachter hij kon het horen aan het dialect, van Drents en Grunnings, want daar had hij in vroegere jaren ook al eens gewerkt als veldwachter in de contreien van Anlo. Waarop Sienus de boswachter stijf aankeek en vervolgens zei: maar dan ben jij die jachtopziener Maas Pluim, die mijn oom Geert in 't veld tussen Anlo en Eext dood geschoten heeft, waarop de boswachter Sienus verbaasd aanstaarde, op zijn fiets sprong en er als een haas vandoor snelde!! Als dit geen toeval is.