Stamboom Niens / Jacobs / Metsemakers » Winandus "Wijnant" Neijnens (± 1610-1679)

Persoonlijke gegevens Winandus "Wijnant" Neijnens 

• Roepnaam is Wijnant.
• Hij is geboren rond 1610 in Weert.Bron 1
• Beroep: Lakenkoopman te Weert & Armendienaar van de Stichting Willem van Heythuysen.Bron 2
• Geloof: Nederduits-Gereformeerd.Bron 1
• Hij is overleden in het jaar 1679 in Budel.
• Hij is begraven in het jaar 1679 in Budel.
• De biologische vader is Peter "de Oude" Neijnens
• Deze gegevens zijn voor het laatst bijgewerkt op 5 juli 2020.

Gezin van Winandus "Wijnant" Neijnens

Hij is getrouwd met Aleidis of Alegunda Verheijen.

Zij zijn getrouwd

Kind(eren):

1. Joannes Wijnandszn Neijnens  ± 1636-1673 
2. Cornelis Neijnens  1636-????
3. Catharina Neijnens  ± 1636-1670
4. Barbara Neijnens  1637-1704 
5. Johanna Neijnens  1640-????
6. Joanna Neijnens  1642-????
7. Joanna Neijnens  1644-????
8. Franciscus Neijnens (Neijning)  1648-????

Notities over Winandus "Wijnant" Neijnens

Notes about Winandus "Wijnant" Neijnens
[ http://www.stamboomforum.nl/famiÿ
lienamen/2/42917/0/protestantse_families_neijnens_en_nuyssens_weert_17e_eeuw,
Protestantse families Neijnens en Nuyssens (Weert, 17e eeuw) door Derk Jordaan op 19-02-2013,
.,
WIJNAND Neijnens was lakenkoopman te Weert en armendienaar van de stichting Willem van Heythuysen
(1659). Hij werd in 1679 begraven te Budel. De naam van zijn echtgenote is mij onbekend. Zij
overleed 20 mei 1658 te Weert, maar werd 22 mei begraven te Budel.,
"Dat Weert niet positief tegenover protestanten stond blijkt over de geschillen bij deze
begravenis (1658), volgens het kerkboek:,
“De Paep van Weert heeft geen doodsbaer willen toestaan om het lijk naar Budel te vervoeren. Het
lijk is door vrienden buiten de stad gedragen ondanks de poene van een pond groot Hollandsch
daarop gesteld. Ik heb van rontsom de Paepschen door den schoolmeester hiervan verwittigd,
daerover zij verschrickt waren. Boven de 200 zijn gecompareerd. De heer Drossaert was mede ter
begraeffenisse. De diacony ontving een ducaton en eenige halve schellingen.”",
In december 1652 werd WIJNAND Neynens aangeklaagt door de werkmeesters van het wolambacht te
Weert. “De werkmeesters van het wolambacht klaagden op 19 december 1652 Wijnand Neynens aan
wegens gebruik van slechte wol. Deze ontkende dat. De zestienmannen (van het gilde) stelden vast
dat de schering goed was maar de inslag slecht. De burgemeester en schepenen stelden zich nog
diezelfde dag achter de verklaring van de zestienmannen. Vervolgens ontboden de zestienmannen
WIJNAND Neynens in de wollenzegelkamer om zijn laken te tonen. Neynens zei dat hij alleen
materiaal had gebruikt dat hij al zes jaar op de zolder had liggen. De zestienmannen bleven bij
hun mening en velden op 3 januari 1653 een oordeel. Neynens diende het betreffende laken uit te
delen aan de armen. Hij mocht een jaar lang het ambacht niet uitoefenen. Voor de beledigende
woorden die hij tegen de werkmeesters had geuit toen deze de aanklacht indienden, zou hij
gestraft worden conform de regels van het ambachtsboek. Aan het ambachtsbestuur moest hij totaal
veertig gulden betalen. Bijna anderhalf jaar later gaven de zestienmannen Neynens toestemming om
het ambacht weer uit te oefenen.”,
.,
rekening van binnenburgemeester Jacob van Sittaert, Jacob Franssen en Jacob Cools 1636/1637,
betaald aan (...) loon voor de dekens van de stadsschutten, Jost Hansemackers en WINANT Neijnens,
.,
rekening van binnenburgemeester Goort van Heythuysen 1637/1638:,
betaald aan WINANT Neijnens voor vijftien boeken papier voor de gemeente;,
.,
rekening van binnenburgemeester Jan Arits 1648/1649:,
Betaald aan WINANT Neijnens voorschot, betaald in Brussel bij lichten van een vrijstelling (?) op
alle schansen op de Buitenie,
.,
rekening van binnenburgemeester Jan Wagemans 1659/1660:,
Betaald rente: Aan armenmeesters alhier; aan Jan Scheerders, rentmeester van de Heilige Geest in
Roermond; aan van klooster Maria Gaerdt in Roermond; aan Winant Neijnens, namens Jacobus Jacobs,
vicarius in Roermond, afkomstig van Henrick Knoups en Willem Spoor; aan kapelaan Martinus Lovers,
afkomstig van Henrick Knoups.,
.,
WIJNAND Neynens was DOOPGETUIGE :,
Budel 28 januari 1657: Henricus, zoon van Gisbert van Schaick en Catharina Snijders. Andere
getuige was Joanna Bruegels.,
.,
Budel 26 augustus 1657: Anna, dochter van Johannes Feilingius. Johannes Feilingius was
gereformeerd predikant te Budel en Gastel 1653-1658, Deurne, Vlierden en Liessel 1658-1664 en
dichter-schrijver. Hij was in 1653 te Amsterdam getrouwd met Sophia Hendricx Brandhout. Andere
doopgetuigen waren: Jan Neynens en de vrouw van Hr. Lus. (Jan Neynens werd in 1673 begraven te
Budel).,
.,
Budel 15 december 1658: Catharina, dochter van Gisbert van Schaick en Catharina Snijders. Andere
getuige waren Hoebrecht Paessen, Maria van Waye uit Utrecht en Geert Willems, wed. Jan Debben.],
.,
[Jac. Biemans, ‘ “Om Christi naeme verdreeven” : De grens tussen het Land van Weert en
Staats-Brabant en haar betekenis op religieus gebied in de periode 1648-1700.‘,
In: De Maasgouw: tijdschrift voor Limburgse geschiedenis en oudheidkunde 111 (1992) 55-68. Hieruit
wat fragmenten :,
http://www.showeertÿ .nl/artikelen/5.1%20religie2/biemans%20christi-verdreeven-weert%20msg111.pdf,
.,
Weerter protestanten naar Budel,
Op luttele kilometers afstand van de over de grens met Weert ter kerke gaande Brabantse
katholieken begaven zich vanaf 1648 precies in tegenovergestelde richting Weerter protestanten.,
Nu in Staats-Brabant de gereformeerde religie de van staatswege bevoorrechte godsdienst was,
konden zij voor het eerst op korte afstand van hun woonplaats hun geloof belijden. Via de later
naar hen genoemde "Geuzendijk" trokken zij door de heide naar het Brabantse. Reeds onder de
lidmaten van 1648, het jaar waarin de Nederduits-gereformeerde gemeente Budel-Gastel tot stand
kwam, worden zes Weertenaren genoemd: Henderick Mommers, Jan Dircksen, WEIJNANDT NEIJNENS, Frans
Weelen en Aert Geevers met zijn vrouw. Twee jaar later traden opnieuw zes Weertenaren toe tot
deze gemeente. Hierdoor, maar ook doordat er in het grensdorp Budel nogal wal douaneambtenaren
(die gereformeerd.moesten zijn) en autochtone gereformeerden woonden, was de
Nederduilsgereformeerde gemeente Budel-Gastel één van de grootste van het Meierijse plattelanden.
De Budelse predikant I-Ieijmans vond dit grote aantal lidmaten uit Weert in 1824 "zeer
merkwaardig ( ... ) daar gezegde plaats ten allen tyden bekend is geweest als een kweekhof van
den groofste Roomsche bijgelovigheden",
Onder deze 36 uit de stad Weert afkomstige gereformeerden over deze halve eeuw (1648-1698) waren
maar liefst 21 personen met de familienaam Neijnens (soms als Neijnings geschreven).,
Vrijwel zeker allemaal waren zij verwant mei de welgestelde laken koopman WIJNAND NEIJNENS die
zoals we zagen tot de eerste lidmaten van de gemeente Budel-Gastel behoorde. Zowel in Weert als
in Budel gold hij als een voornaam persoon. Een wellicht wat partijdige karakterisering uit 1704
memoreert dat hij "door sijn trouwe neersticheijt ende eerlycken handel in de Coopmanschap van
Laeekenen van God seer,
gesegent was, ende wel ontrent de twintich Laecken weeffgetouwen aldaer gedurich voor hem liet
wercken, en een menichte van wolspinsters, bereijders. ende andere menschen aende Drapperije
noodigh, daer aen den cost verdienden, ende sijne Laeckenen naer Hollant, Antwerpen, Brussel ende
andere plaetsen in sulcke menichte versonde, dat alle andere Coopluijden tot Weert d'selve
coopmanschap mede doende t 'samen met haer alle soo veel niet versonden ofte maeckten als den
voorsz Neijnens, soo dat dense1ven aldaer den eersten ende grootsten Coopman alsdoen was".,
Volgens hetzelfde stuk zouden schout Costerius en andere katholieken (kooplieden en gildemeesters)
WIJNAND Neijnens, die in die tijd eens "den grooten Geus" werd genoemd, niet zozeer uit nijd om
de omvang van zijn handel, maar "alleen uijt puren haet vande religie" trachten te ruïneren.,
Allereerst beschuldigde het lakenkopersgilde Neijnens van het leveren van slechte kwaliteit laken.
Hoewel hij onschuldig geweest zou zijn, werd de zaak uiteindelijk in der minne geschikt. Hierop
trachtte schout Coslerius de proteslant zoveel mogelijk de voet dwars Ie zetten en een proces aan
te spannen. Vermoedelijk speelden beide zaken zich af in respectievelijk 1652-1654 en 1663-1664.
Hoe anders was het voor Wijnand Neijnens in Budel, waar hij ter kerke ging. Hier werd hij in
ieder geval bij de Budelse predikanten hoog aangeschreven, want hij gold als een waardige
doopgetuige voor hun kinderen. De relatief hoge sociale positie van de familie Neijnens blijkt
ook uit de keuze van huwelijkspartners. Zo trouwde Johanna, dochter van Wijnand Neijnens in 1669
met Hendrik de Jong, secretaris van Heeze en Leende. BARBARA Neijnens huwde met PETER van
Luijtelaar, zoon van en zelf een Eindhovens magistraatslid. Ook een schoolmeester en een edelman
{van Vlodrop waarschijnlijk) fungeerden als partners.],

Heeft u aanvullingen, correcties of vragen met betrekking tot Winandus "Wijnant" Neijnens?
De auteur van deze publicatie hoort het graag van u!

Tijdbalk Winandus "Wijnant" Neijnens

Klik op de namen voor meer informatie. Gebruikte symbolen:  grootouders    ouders    broers/zussen    kinderen