Hij is getrouwd met Miss van Zanen.
Zij zijn getrouwdBron 1
Kind(eren):
Bron Vaderlandsch Woordenboek volumes 13-14
Gerrit van Egmond, van of tot der Nijenburg, hadt voor zijn aandeel, uit diens Vaders erffenisse, het Slot en de Landen van Nijenburg, in Noord-Holland, het welke, in het Jaar 1517, door de Gelderschen en friezen, werd verbrand. Hij was getrouwd met N van Zaanen, en liet twee Zonen na, de jongste was Priester te Hillegom.
Bron Nieuw Nederlands Biografisch Woordenboek:
[Egmond, Gerrit van]
EGMOND (Gerrit van), gewettigde zoon van Willem van Egmond en Margaretha, dochter van Everhard, heer van Hoogwoud en Aartswoud, was de stamvader der aanzienlijke familie van Egmondvande Nijenburg. Zijn zoon, met name Jan (1), werd in 1490 baljuw en kastelein van het in 1287 door graaf Floris V te Oudorp gebouwde kasteel Nieuwburg, verwoest door het Kaas- en Broodvolk in 1491 en door de geldersche Friezen in 1517.
Van 1495 tot 1516 was hij schout en vóór en na dien tijd meermalen burgemeester van Alkmaar; hij overleed 25 Maart 1523 en werd in het baljuwschap opgevolgd door zijn zoon Jan (2), die meermalen burgemeester van Alkmaar en dijkgraaf van het Geestmerambacht was en 11 November 1555 stierf. Zijne erven kochten 2 Mei 1556 van de kon. domeinen de Hofweide te Oudorp met de bouwvallen van het kasteel. Door een en ander werden zij, die oorspronkelijk van Egmond heetten, van de Nieuwburgen, vervolgens van Egmond van de Nijenburg; de eersten voerden de kepers van Egmond, de tweeden een bijltje, ook wel eens op de kepers, de derden gekwarteleerd Egmond en Arkel, ten laatste met Gelder als hartschild. De familie bezette vele plaatsen in de regeering van Alkmaar en is in de eerste helft der 18e eeuw, wellicht ten gevolge van onderlinge huwelijken, binnen weinige jaren uitgestorven.
Bron Geneanet.org
Hij is de stichter van de kapel C Noord in de Grote Kerk van Alkmaar.
Vermoedelijk was hij een lid van het geslacht, dat zich naderhand van Egmond van de Nyenburgh noemde (vgl. S. v. Leeuwen: Batavia Illustrata).
Gerrit Willemsz. behoorde in zijn tijd buiten kijf tot de meest aanzienlijken in zijn stadje Alkmaar. In 1453, 1454, 1456, 1458 en 1460 fungeerde hij daar als kerkmeester van de Grote Kerk. Hij is ter plaatse bovendien burgemeester geweest en wel buiten de vroedschap, in het tijdvak 1450-1488. Tenslotte was hij te Alkmaar nog schepen, in welke hoedanigheid hij zijn zegel hechtte aan een acte van de "allerlessten dach in Octobri" 1464 behorende tot het archief van het Oude Hof te Alkmaar (inventaris no. 50, gem.archief te Alkmaar).
Er is een vicarie, die in het leven geroepen is door "Gherardus filius Wilhelmi oppidanus oppidi Alcmariensis", of dus door Gerrit Willemsz., poorter van Alkmaar (en géén edelman!) op Divisio Apostolorum (15 Juli) 1468 op het altaar van de H. Maagd Maria en St. Barbara, in de Alkmaarse Grote Kerk. Zowel de stichtingsacte als de acte van bevestiging door Bisschop David van Bourgondië zijn teruggevonden.
Zie: J. Belonje, Afkomst p.52-53.
Zie ook Genealogische Databank, tak Europese adel.
Regionaal Archief Alkmaar:
10 Akte van stichting van een officie op het altaar van Maria en Barbara in de kerk van Alkmaar door Gerrit Willemsz, 1468, afschrift 1677. 1 stuk
N.B. Gedrukt bij J. Belonje, Afkomst Bijlage 7.
11 Akte van scheiding en deling van de nalatenschap van Gerrit Willemsz door zijn kinderen: Meester Jan (II), Jan Gerritsz (II 1), Hendrik Gerritsz (II) en Lijsbeth Gerritsdr (II) (gehuwd met Claes Jacobsz), 1482. 1 charter