Stamboom Maurissen » Allegondis "Aleidis" van Knippenbergh (1689-1765)

Persoonlijke gegevens Allegondis "Aleidis" van Knippenbergh 

• Roepnaam is Aleidis.
• Zij is geboren op 5 februari 1689 in Helden (NL).

  De doopgetuigen waren Leonardus Claessen en Leonarda Janssen.

• Ze werd gedoopt op 5 februari 1689 in Helden (NL).
• Zij is overleden op 3 december 1765 in Helden (NL), zij was toen 76 jaar oud.
• Een kind van Wilhelmus van Knippenbergh en Godefrida Timmermans
• Deze gegevens zijn voor het laatst bijgewerkt op 3 november 2020.

Gezin van Allegondis "Aleidis" van Knippenbergh

(1) Zij is getrouwd met Simon Verhaegh.

Zij zijn getrouwd op 22 mei 1715 te Helden (NL), zij was toen 26 jaar oud.

Getuigen van het huwelijk met Simon Verhaegh waren Mathias Roozen en haar zuster Joanna.
Ze huwde met Joannes van Wis (van Wys), met dispensatie van bloedverwantschap in de derde graad. Ze was toen 62 en er zouden toch geen kinderen meer komen.Hun huwelijksgetuigen Mathias van Wys en diens zuster Aldegonda waren aanwezig.

(2) Zij is getrouwd met Joannes van Wis.

Zij zijn getrouwd op 3 mei 1753 te Helden (NL), zij was toen 64 jaar oud.

Notities over Allegondis "Aleidis" van Knippenbergh

Op 9.4.1752 verklaart het echtpaar Simon Verhaegh (op zijn sterfbed) en Aldegunda Knippenberg, voor het gerecht van Helden dat zij een bedrag van 1000 gulden Roermonds ontvangen hadden. tegen een jaarrente van 4 % van het echtpaar Gerardt Crommentuyn en Petronella Engels. Simon en Aldegundis stellen als onderpand voor deze lening: hun huis, brouwhuis en installaties, hun schuur met de omliggende grond ongeveer anderhalve morgen groot, (Een morgen is vaak iets minder dan een hectare (10000 m²) groot. De precieze grootte is echter streekgebonden. Indien de roede 14 à 15 vierkante meter groot was, gingen er 600 roedes in een morgen. Indien men in de streek met grotere roedes van 32 à 33 vierkante meter werkte, gingen er 300 roedes in een morgen. Met een morgen wordt een gebied aangeduid dat in een ochtend kon worden geploegd.) gelegen langs de erfgoederen wan Thurken Steegs aan de Gemeentestraat, alsmede 3/4 morgen beemd langs het erf wan Thurken Steegs en langs de andere zijde naast het erf van Fleur de Wit, uitlopende aan de Gemeynestraat aan Panningen; verder nog een nieuwe kamp gelegen aan het Eyndrick, een zijde langs de akker van Jan Stammen en aan de andere zijde aan de akker van Jan Slots.
Op 9.10.1769 begint dan het ingewikkeld en langdurig proces onder de erfgenamen. Als aanklagers treden op de kinderen van Joannes Vanwis uit zijn voorgaand huwelijk tegen de kinderen van Symon Verhaegh uit het eerste huwelijk van Aldegonda. De kinderen Vanwis maken aanspraak op een gedeelte van de erfenis na het overlijden van Joannes Vanwis en Aldegonda. Hun eis is tweeledig, ten eerste vragen zij waar de 1.100 gulden gebleven zijn die Willem van Knippenbergh in 1742 ontvangen had voor de verkoop van het "Haenenhof", waarbij Symon Verhaegh aanwezig was en waarvan zij vermoeden dat hij en Aldegonda dat geld zouden geërfd hebben.
Ten tweede betwisten de kinderen Van Wys bij monde van Theodor Gommans mede erfgenaam de geldigheid van een schuldbrief opgesteld door wijlen Symon en Aldegonda over een bedrag van 1000 gulden Roermonds ten voordele van het echtpaar Gerard Crommentuyn en Petronella Engels. Zij menen dat deze schuld gedurende het huwelijk van Allegonda met Joannes Van Wis betaald werd of zelfs fictief gesteld werd. De kinderen van Symon Verhaegh voelen zich niet verantwoordelijk voor het geld dat hun grootvader Willem van Knippenbergh ontvangen heeft, terwijl Gerardt Crommentuyn verklaart dat de schuldbrief die nog steeds in zijn bezit is en nog altijd niet geannuleerd werd. De verslagen van de zittingen van 30.10.1769, 11.11.1769 en 13.11.1769 brengen geen nieuwe feiten aan het licht. Zij handelen over de lening van 1000 gulden Roermonds aan de schepen Gerardt Crommentuyn,waarvoor Symon Verhaegh en Al- degonda hun huis, hof, brouwerij, schuur en andere goederen in pand gegeven hebben. De erfgenamen van Wys betwisten de geldigheid van deze transactie. Zij veronderstellen dat het een gefingeerde en bedrieglijke overdracht geweest is, omdat Symon Verhaegh het geld onmogelijk kan verkwist hebben, vermits de schuldbrief op 9.4.1752 opgesteld werd. De dag van zijn overlijden op 27.11.1769 wordt door de aanklagers een uitvoerige opgave voorgelegd van al de betalingen door Aldegonda en Johan van Wys gedurende hun huwelijk uitgevoerd. De argumenten van de erfgenamen van Joannes van Wys tegen de erfgenamen van Aldegondis van Knippenberg kunnen als volgt samengevat worden:
-de schuldbekentenis van 9.4.1752 is bedrog. Het echtpaar Simon en Aldegundis hebben nooit 1000 gulden van de schepen Gerardt Crommentuyn ontvangen, want
-op 1.6.1768 getuigde de schepen, dat hij voor de datum van 9.4.1752 slechts een kleine som te vorderen had van het genoemde echtpaar;
-Simon Verhaegh had niet de macht om 6 à 7 uur voor zijn dood, bedlegerig en zieltogend als hij was, zijn erfelijke goederen met deze som te belasten en met een schuld die niet bestond. Hoe zou Aldegondis na de dood van haar man, deze schuld kunnen terugbetalen, vermits het verschuldigde bedrag hoger was als de waarde van de inboedel, waarover trouwens geen taxatie opgemaakt werd;
-het bedrag van 1.100 gulden, dat Symon Verhaegh op 21.5.1742 van de rector van het klooster "de Weyde" ontvangen heeft, geschiedde in opdracht van zijn schoonvader Wilm van Knippenbergh en hij heeft hen ongetwijfeld deze som ter hand gesteld. Immers gedurende deze periode heeft Symon meerdere transacties voor zijn schoonvader gedaan.
De erfgenamen van Aldegondis brengen op hun beurt een reeks argumenten naar voren:
-een schuldbekentenis mag op een Zondag opgesteld worden, want dit is door het Landrecht toegestaan;
-de schepen Crommentuyn had een schuldvordering van 150 patakons in de periode voor het overlijden van Symon Verhaegh en deze is verder opgelopen tot een bedrag van 1.000 gulden;
-Aldegondis kon geen voordeel behalen uit deze schuldbekentenis, vermits niet alleen de erfelijke goederen van haar man, doch ook de hare hiermede belast werden;
-of Symon Verhaegh de betreffende 1100 gulden, die hij ontvangen had van de rector van het klooster, teruggegeven heeft aan zijn schoonvader, moet nog bewezen worden;
-volgens de artikelen van het Landrecht zijn de beide echtgenoten aansprakelijk bij een verkoop, een aankoop of bij het maken van schulden.
De financiële transacties van Symon Verhaegh moeten blijken uit de volgende bijgevoegde bewijsstukken:
-op de rugzijde van de gezegelde brief van 1664 ten laste van het "Haenenhof" te Maasbree, die op 21.5.1742 te Venlo door Symon Verhaeg,h, in naam van Willem van Knippenberg, aan het klooster "Maria Weyde" verkocht werd, staat de vermelding dat Symon in naam van zijn. schoonvader de 1.100 gulden. ontvangen heeft;
-een ontvangstbewijs van Peter Gerardts, dat hij op 29.8.1757 de som van 417 gulden ontvangen heeft van Jan van Wis en Aldegonda, ter vereffening van een schuldbrief van 22.11.1754;
-Symon Verhaegh had op 28.5.1725 van Peeter Dryssen 50 patakons geleend. Dit bedrag werd door Jan van Wis en Aldegonda op 12.6.1755 terugbetaald;
-een schuldbekentenis van 24.3.1752 van Symon Verhaegh voor een som van 85 rijksdaalders, die op 21.10.1767 door Aldegondis voldaan werd;
-terugbetaling op 25.8.1753 door Jan van Wis en Aldegonda van 160 gulden aan Leonardus Aerts in Lotturn. van een schuld aangegaan door Symon Verhaegh in 1750;
-ontvangstbewijs voor 100 patakons, die Symon Verhaegh op 19.5.1742 geleend heeft te Roermond aan de heer de Wagener in naam van Willem van Knippenberg en Eleonora Comans, waarvoor hij een gezegelde brief over 1.800 gulden Venloos geld als waarborg stelt.
De zittingen op 11.12.1769, 22.1.1770, 5.2.1770,19.2.1770, 5.3.1770 en 26.3.1770 brengen geen klaarheid in deze ingewikkelde zaak en op 10.5.1770 komt de schepenbank, samengesteld uit twee schepenen van Helden, bijgestaan door drie schepenen van Kessel en twee van het gerecht van Maasbree. tot de volgende vreemde uitspraak:
" ...verclaeren dese saecke boven hun verstandt, derhalven wijsen de selve ter decisie aenden Edelen Hove van Gelderlandt, hun wettigh overhooft op beleeringe."
Door een opgaven van 3.12.1770 over de gerechtskosten voor de zittingen van 9.10.1769, 30.10.1769, 13.11.1769, 27.11.1769, 11.12.1769, 22.1.1770, 19.2.1770, 5.3.1770, 26.3.1770, 10.5.1770, 3.7.1770 en 4.7.1770 vernemen wij dat het totaal bedrag opgelopen is tot 111 gulden 5 stuivers Brabants, waarbij nog de kosten 'Voor het afschrijven van de proces- verbalen' aan toegevoegd moeten worden.
Het Hof van Gelderland doet op 11.10.1770 uitspraak over dit kostelijk proces en beslist:
-dat Symon Verhaegh in de toestand waarin hij zich bevond, geen schuldbekentenis kon afleveren voor een lening, die hij van Gerardt Crommentuyn zou aangegaan hebben; dat de langstlevende van het echtpaar, aldus Aldegondis, de schulden van haar man moet voldoen; de aanspraak van Aldegondis op het kapitaal van 1.100 gulden is niet gerechtvaardigd en zij moet ook de helft van de proceskosten betalen.

Heeft u aanvullingen, correcties of vragen met betrekking tot Allegondis "Aleidis" van Knippenbergh?
De auteur van deze publicatie hoort het graag van u!

Tijdbalk Allegondis "Aleidis" van Knippenbergh

Klik op de namen voor meer informatie. Gebruikte symbolen:  grootouders    ouders    broers/zussen    kinderen