Stamboom Margaretha Radix » Joannes Jacobus Radix (1717-1761)

Persoonlijke gegevens Joannes Jacobus Radix 


Gezin van Joannes Jacobus Radix

Hij is getrouwd met Maria van Maastrigt.

Toestemming voor het huwelijk is 22 januari 1745 verkregen te Woerden NH.Bron 4

Zij zijn getrouwd op 4 februari 1745 te Woerden.

1745 gaarders huwelijken Woerden no.4 folia 34 22st dito (jan0
"Hebben sig aangegeven om samen te trouwen Jan Radix jongman Corporaal in't Regiment van de heer Lieutenant generaal Crommelin met Maria van Maastrigt jongedochter wonende alhier. Onder acte pro Deo.

Nederduits gereformeerde Gemeente anno 1745."Jan Radix Jm Corpiraal in't regiment van de heer Crommelin Luijtenant generaal en Maria van Mastrigt wonende binnen woerden sijn ondertrouwt den 22 januarij 1745 en getrouwt den 4 feb 1745.
Ze zijn in de kerk getrouwd op 4 februari 1745 te Woerden NH.Bron 3


Kind(eren):

  1. Jacobus Radix  1746-1748
  2. Johanna Radix  1747-< 1752
  3. Jacobus Radix  1749-1830
  4. Abel Radix  1755-1793 
  5. Gideon Radix  1757-1826 
  6. Catharina Radix  1760-1761


Notities over Joannes Jacobus Radix

Joannes kwam uit een katholiek gezin van 8 kinderen: 3 meisjes en 5 jongens, waaronder zijn tweelingbroer Martinus. Hij kreeg bij zijn doop de namen Joannes Jacobus.
Jan (Joannes) werd korporaal (tot 28 aug 1751) en diende net als zijn vader bij het IR 643a onder Berckhoffer, later Crommelin.

Garnizoensplaatsen van het IR 643a:
1710 - Breda/ Geertruidenberg /Heusden,
1713 - Maastricht ,
1716 - Venlo,
1719 - Namen,
1722 - Ieperen/Veurne/Waasten,
1725 - Meenen,
1728 - Maastricht/Stevensweert,
1731 - Deventer,
1734 - Bergen op Zoom,
1727 - Doornik,
1744 - Namen
1748 - Breda/ 's Hertogenbosch,/Den Haag ( 2 bataljons)

11-04-1759. Jan werd als lidmaat op belijdenis aangenomen in de Nederlands-hervormde kerk in Bodegraven.

Hij wilde het als militair rustiger aan doen en kon in 1751 aan de slag als grenswachter op een bewakingspost vlak bij de Wierickerschans. Hier hield hij regelmatig smokkelaars aan, maar kreeg het ook aan de stok met smokkelende soldaten uit de Wierickerschans. Het liep triest af met Jan, hij werd in 1761 vermoord tijdens een patrouille.

SMOKKELAARS BIJ DE SCHANS
Bron: Artikel "Smokkelaars bij de schans" door W.R.C. Alkemade en G.A.F. Maatje.
Op de oostelijke oever van de Enkele Wiericke, bij de Endelkade, de noordelijke grens van het Utrechtse gerecht Lange Ruige Weide, stond in de 18e eeuw een huisje, dat bekend stond als de Kleine Kievitsheuvel en dat bewoond werd door een bakker. Op de andere oever van de Enkele Wiericke, op Hollands grondgebied, stond een tweede wat groter huis, de Grote Kievitsheuvel genaamd. Het waren afgelegen huisjes met een bijzondere reputatie: ze stonden bekend als 'sluykhuizen',oorden van smokkelarij. Regelmatig werden er goederen vanuit de Kleine Kievitsheuvel via de Enkele Wiericke naar de Grote Kievitsheuvel getransporteerd, goederen die in Holland niet geregistreerd werden en waarover dus geen accijns werd betaald.

Na de invoering van de nieuwe accijnsheffing door de gewestelijke overheid per 1 januari 1750 was dit smokkeloord één van de eerste plaatsen waar maatregelen werden getroffen tegen smokkelarij. In september betaalde het gewest holland de aanleg van een controlepost achter de schans aan het begin van de Prinsendijk. Kosten 300 gulden. Ook op andere plaatsen in de buurt kwamen wachthuisjes.
Dijkgraaf Cornelis Arckenhoudt toonde in een advies aan de Gecommiteerde Raden over de uitvoering van de controle aan, dat dit nogal wat voeten in aarde zou hebben. Er moest een 'bequaem persoon' worden aangesteld om de slagboom te bedienen en controle uit te oefenen op de smokkel via de Prinsendijk, de Enkele Wiericke, de schans en de Hoge Rijndijk. Willem Ramp uit Bodegraven wilde voor 100 gulden per jaar wel toezicht houden op de slagboom, maar toen hem duidelijk werd, dat hij ook achter smokkelaars aan moest, bedankte hij voor de eer. De dijkgraaf, die ook baljuw van Woerden was, adviseerde de te benoemen 'grenswachter' minstens 300 gulden per jaar te betalen en om een huisje voor hem te bouwen.

Naar aanleiding van dit advies gingen Gecommitteerde Raden tot actie over. In april 1751 kochten zij voor 60 gulden een 'uyterdijkje', een stukje land ten zuiden van de schans langs de Prinsendijk, waarop voor een bedrag van 301 gulden een houten huisje werd gebouwd, dat in augustus gereed moet zijn geweest. Op 28 augustus 1751 wordt de eerste douane-ambtenaar of 'cherger' bij de Wierickerschans beëdigd in de persoon van Jan Radix.
Over het verleden van Jan Radix, de eerste cherger, is niet veel bekend. Op 7 februari 1745 was hij te Woerden getrouwd met Maria van Mastrigt; op dat moment was hij korporaal in het regiment van luitenant-generaal Crommelin. Een militair dus, die het avontuurlijk soldatenleven wilde inruilen voor een rustiger bestaan, dat hij hoopte te vinden in zijn nieuwe functie. Een te optimistische verwachting, zoals uit het volgende zal blijken.

Aanvankelijk levert Jan Radix goed werk. In februari 1752 maakt zijn directe chef, de hoofdgaarder Jan Cloeck uit Woerden, in een brief aan de opziender Gerrit van Gimnig al melding van twee 'aanhalingen' bij de Wierickerschans. De smokkelaars, die op het Woerdense Kasteel waren vastgezet, hadden meel en brood van Utrecht naar Holland vervoerd zonder accijns betaald te hebben. De meeste smokkelwaar aldaar bestond uit meel en brood, wat begrijpelijk was: het invoeren van meel en brood liep via de hoofdgaarder in...Weesp, niet de meest eenvoudige weg dus om 'buitenlands' graan binnen te halen.

De ene smokkelaar, de weduwe Alberts kwam na acht dagen op water en brood en met de schrik vrij, de andere de Bodegraafse schoenmaker Cornelis Vos, werd tot geseling en zes jaar verbanning veroordeeld. Het verschil in straf is opmerkelijk, temeer daar beiden evenveel, namelijk drie broden gesmokkeld hadden. Een zware straf kreeg ook Philip Coenraad Krap, die op 6 januari 1753 8 kilo meel met een slee over de bevroren Wiericke gesmokkeld had: vier jaar verbanning.
Voor dergelijke aanhoudingen kreeg Jan Radix een premie variërend van tien tot vijf en twintig gulden. Toch werd er veel meer gesmokkeld dan hij in zijn dooie eentje kon bijhouden. De vraag dringt zich op of hij bij zijn toeziende taak niet wat hulp kon krijgen van de in de nabijgelegen Wierickerschans gelegerde militairen. Op andere grensposten werd wel bijstand verleend door militairen. Helaas... de soldaten uit de Wierickerschans bevonden zich voor het merendeel in het anderen kamp: smokkelen was één van de vrijetijdsbestedingen van de aldaar gelegerde troepen.

Begin 1754 blijkt hoe gevaarlijk het toezicht op smokkelarij kon zijn voor de daarvoor aangestelde ambtenaren. Op 8 januari marcheren acht soldaten uit het in de schans gelegerde regiment Zwitsers langs het wachthuisje van Jan Radix in de richting van de Kleine Kievitsheuvel om later terug te keren met een zak gesmokkeld vlees. Radix wil er één arresteren, maar krijgt er van twee andere soldaten met de blote sabel van langs; de smokkelaars verdwijnen vervolgens in de schans.

Radix is zich vervolgens bij de 'opzichter over de chergers' Huibert van Akerval gaan beklagen. Deze komt zelf kijken en doet een klein onderzoekje onder de buurtbewoners. Hij hoort dat de soldaten voortdurend smokkelen en niet allen voor zichzelf, maar ook voor de burgers die in de buurt van de schans wonen. Deze burgers tonen ook onbegrip: waarom mogen de soldaten wel smokkelen en zij, arme drommels niet? Ze beweren zelfs, dat de commandant van de schans het smokkelen door zijn mannen oogluikend toestaat. Van Akerval rapporteert dit alles aan Van Gimnig in Gouda, die het weer aan Gecommitteerde Raden doorgeeft. Naar aanleiding hiervan wordt de commandant van de Wierickerschans op het matje geroepen. Maar dit pakt vooral voor Jan Radix niet zo goed uit.

De commandant van de Wierickerschans is Johan Caspar Regis, een op de schans alom gerespecteerd militair en een steunpilaar van de Evangelisch/Lutherse gemeente van Bodegraven. Met felheid verweert hij zich tegen de voor hem grievende beschuldigen als zou hij het smokkelen door zijn mannen niet voldoende bestrijden en dit doet hij vooral door Jan Radix in een minder gunstig daglicht te stellen.

De Wierickerschans werd niet alleen door militairen bevolkt, er was een kleine gemeenschap van allerlei mensen, die op verschillende eerbare en minder eerbare wijze aan de soldaten verdienden. Een aantal daarvan legt opverzoek van de commandant verklaringen af. Zo verklaren o.a. de portier Jacob Bauer en vrouw dat Regis het smokkelen sterk verbiedt. Hun verklaring dat Jan Radix vaak dronken over de schans zwalkt en met iedereen ruzie zoekt wordt bevestigd door sergeant Jacob Andregt, die verklaart dat Radix in de herberg van Jan Versluis op de schans "heeft sitte suypen en sigh daar heeft gecomporteerd en gedraagen als een sweyn." Verder voert Regis nog anderen klachten aan tegen de 'douanier': Radix is vaak door dronkenschap niet in staat de slagboom te bedienen, hij vecht voortdurend, vaart illegaal met een boot door de schansgracht en klimt ´s nachts op de wallen om er met een snaphaan te gaan schieten en aldus het fort 'sijnde een pulvermagasijn' in ernstig gevaar te brengen.

Gelukkig voor Jan Radix gaan zijn bazen niet uitsluitend op Regis' verklaringen af. De baljuw krijgt opdracht een officieel onderzoek in te stellen. Deze lijdt echter aan jicht en kan niet lopen: hij stuurt zijn plaatsvervanger naar de schans. Tegenover een hoge functionaris zijn de klagers kennelijk wat minder flink: zij zwakken hun oorspronkelijke verklaringen ten nadele van Radix flink af. De vrouw van de kastelein Versluis zegt zelfs, dat de commandant wel degelijk smokkelarij toestaat. Als conclusie van het onderzoek deelt de baljuw aan de Gecommitteerde Raden mee, dat het bekend was dat al geruime tijd 'groote verbitteringe' bestaat tussen Radix en Regis en dat dit de oorzaak van de problemen is.

Na aanleiding van deze gebeurtenissen kreeg Huibert van Akerval, de opzichter over de chergers en deurwaarders, opdracht uit te zoeken hoe de controle op smokkel verbeterd kon worden. In een rapport van juli 1754 aan opziender van Gimnig te Gouda geeft hij als oorzaak voor de geringe controle een tekort aan personeel. Voor de post bij de Wierickerschans pleit hij voor extra 'chergers' en voor de aanschaf van een boot, een zeer nuttig hulpmiddel voor bestrijding van smokkel, die voornamelijk via water, de Enkele Wiericke, plaatsvindt.
Alhoewel ook Van Gimnig zich aansluit bij de conclusie van Van Akerval nemen Gecommitteerde Raden geen besluit om het personeel uit te breiden, want twee jaar later is er nog niets verbeterd.

Jan Radix wordt voortdurend in de maling genomen of ernstig bedreigd: het feit dat hij als oud militair zijn voormalige kameraden nu moet controleren of arresteren draagt niet bij tot zijn populariteit onder de militairen. De smokkel door soldaten via de smokkelnesten Grote en Kleine Kievitsheuvel blijft onveranderlijk doorgaan. Vanuit deze huizen was het eenvoudig om het huisje van Jan Radix in de gaten te houden en het smokkelschema aan te passen op de aan- en vooral afwezigheid van de cherger. Smokkel gebeurt zelfs onder de ogen van de opzichter van Akerval, als die in februari 1756 een bezoek brengt aan Radix in zijn huisje.
Het duurt nog tot 1758 als Gecommitteerde Raden eindelijk ingrijpen. De situatie is voor Jan Radix dan onhoudbaar geworden. Men besluit tot een voor die tijd nog niet zo gebruikelijke oplossing: Jan Radix wordt weggepromoveerd. Hij wordt benoemd tot opzichter over de chergers van Bodegraven, Oudewater en Woerdense Verlaat, waardoor hij zich met zijn groot gezin in Woerden kan vestigen en hij niet meer permanent bij de Wierickerschans hoeft te patrouilleren. Na herstellingen aan het wachthuisje wordt Isaac Marinus de nieuwe cherger en een assistent van Jan Radix.

De positieverbetering van Jan Radix heeft hem overigens maar weinig geluk gebracht. Ondanks zijn veranderde standplaats en positie bleef hij nog zelf patrouilleren in zijn ambtsgebied, altijd op zoek naar smokkelaars en tuk op een 'aanhaling', die hem extra commissie kon opleveren. In de nacht van 5 op 6 februari liep hij waarschijnlijk de verkeerde smokkelaar tegen het lijf: in de vroege ochtend werd hij, meer dood dan levend, aangetroffen op de Buitenkerk, even ten westen van Bodegraven. Wat er gebeurd is weet niemand; zijn hoed dreef op de Rijn en zijn geweer lag aan de andere oever. Radix is nog een huis ingedragen, maar medische hulp mocht niet meer baten: die ochtend is hij overleden.
Het bericht van Radix' gewelddadige dood joeg zijn assistent Marinus op de schans de stuipen op het lijf. Hij moest nu de wachtpost bij de schans in zijn eentje bemannen en was erg bang geworden.

Zijn verzoek om zo snel mogelijk een assistent te krijgen werd door opziender Van Gimnig ten volle ondersteund. Tot een eventuele benoeming zou Marinus hulp krijgen van enkele soldaten uit het garnizoen van Schoonhoven. Toen die bij de wachtpost arriveerden maakten ze echter direct weer rechtsomkeert: het huisje was volledig leeggehaald. Later bleek de inventaris op de 'Wierickerschans' terechtgekomen te zijn: het garnizoen kon kennelijk nog wel wat meubeltjes gebruiken.

Het vervolg en het einde van de geschiedenis van de grenspost bij de Wierickerschans zijn snel verteld. Ondanks de uitbreiding van het personeel met een assistent-cherger (sinds 1758) en een militaire bezetting van twee soldaten en een korporaal (sinds 1761) bleef de smokkel voortgaan. De resultaten van Izaak Marinus waren aanzienlijk minder dan die van zijn voorganger; vermoedelijk nam hij, met het droevig levenseinde van zijn voorganger voor ogen, minder risico. Zijn opvolger slaagde er wel in smokkelaar, voornamelijk militairen uit de garnizoenssteden, aan te houden.
De komst van de Fransen in 1795 bracht geen verandering in de smokkelarij. Integendeel de smokkel door Franse soldaten overtrof nog die van de Staatse troepen voordien.

In de nacht van 5 op 6 februari 1761 liep hij waarschijnlijk de verkeerde smokkelaar tegen het lijf; in de vroege ochtend werd hij, meer dood dan levend, aangetroffen op Buirenkerk, even ten westen van Bodegraven. Wat gebeurd is, weet niemand: zijn hoed dreef op de Rijn en zijn geweer lag aan de andere oever. Radix is nog een huis ingedragen, maar medische hulp mocht niet meer baten: die ochtend is hij overleden.

Heeft u aanvullingen, correcties of vragen met betrekking tot Joannes Jacobus Radix?
De auteur van deze publicatie hoort het graag van u!


Tijdbalk Joannes Jacobus Radix

  Deze functionaliteit is alleen beschikbaar voor browsers met Javascript ondersteuning.
Klik op de namen voor meer informatie. Gebruikte symbolen: grootouders grootouders   ouders ouders   broers-zussen broers/zussen   kinderen kinderen

Voorouders (en nakomelingen) van Joannes Jacobus Radix


    Toon totale kwartierstaat

    Via Snelzoeken kunt u zoeken op naam, voornaam gevolgd door een achternaam. U typt enkele letters in (minimaal 3) en direct verschijnt er een lijst met persoonsnamen binnen deze publicatie. Hoe meer letters u intypt hoe specifieker de resultaten. Klik op een persoonsnaam om naar de pagina van die persoon te gaan.

    • Of u kleine letters of hoofdletters intypt maak niet uit.
    • Wanneer u niet zeker bent over de voornaam of exacte schrijfwijze dan kunt u een sterretje (*) gebruiken. Voorbeeld: "*ornelis de b*r" vindt zowel "cornelis de boer" als "kornelis de buur".
    • Het is niet mogelijk om tekens anders dan het alfabet in te voeren (dus ook geen diacritische tekens als ö en é).



    Visualiseer een andere verwantschap

    Bronnen

    1. RHCL, zoekakten
    2. Gaarders Bodegraven
    3. RHC Rijnstreek en Lopikerwaard
    4. RHC Rijnstreek en Lopikerwaard, zoekakten

    Aanknopingspunten in andere publicaties

    Deze persoon komt ook voor in de publicatie:

    Historische gebeurtenissen

    

    Dezelfde geboorte/sterftedag

    Bron: Wikipedia


    Over de familienaam Radix

    • Bekijk de informatie die Genealogie Online heeft over de familienaam Radix.
    • Bekijk de informatie die Open Archieven heeft over Radix.
    • Bekijk in het Wie (onder)zoekt wie? register wie de familienaam Radix (onder)zoekt.

    Wilt u bij het overnemen van gegevens uit deze stamboom alstublieft een verwijzing naar de herkomst opnemen:
    Gerda van der Veen, "Stamboom Margaretha Radix", database, Genealogie Online (https://www.genealogieonline.nl/stamboom-margaretha-radix/I905.php : benaderd 26 september 2024), "Joannes Jacobus Radix (1717-1761)".