Hij had een relatie met Maria Adelheid Weyer.
De relatie startte.
Kind(eren):
ESSE QUAM VIDERI (Zijn liever dan te lijken)
(Meer zijn dan schijnen )
((het is beter te zijn dan te lijken)
FAMILIEWAPENS
In Nederland staat het een ieder vrij een familiewapen te voeren of er een te (laten) ontwerpen. Er is maar een klein deel van de families die ooit een familiewapen heeft gevoerd.
Namelijk die families waarin één of meer leden beroepshalve of uit hoofde van hun maatschappelijke positie een zegel nodig hadden.
- Eenzelfde naam wil nog niet zeggen dezelfde familie.
- Een gevonden wapen kan pas gevoerd worden wanneer die wapenvoerende persoon ook tot de eigen familie behoort.
Familie Manning
Er gaat een heel oud maar misschien wel een gegrond verhaal dat alle Mannings in de hele wereld afstammen van een clan van de 37 Koning van Ulster in Ierland, de clan MAOIN. De clan was zeer talrijk en St.Patrick heeft de clan zelf persoonlijk bekeerd tot het katholieke geloof.
Tussen tiende en dertiende eeuw zijn vele van deze MOAINS het Ierse zee overgestoken en zich gevestigd in Zuid Engeland aan de kust van Kent waar zij de Engelse wetten erkenden en hun naam in het Engels veranderden en gekozen voor MANNING om zo snel een hoge positie te krijgen.Sommige anderen kozen voor de naam Mannion.
Terwijl de naam MANNING in Engeland oorspronkelijk weer afstamde van de oude Noorse naam Menning.
Al heel vroeg in 1086, b.v. in een domesday book (register), kwam men de naam MANNING in boeken en geschriften voor. En in Ierland, in de counties Cork en Dublin is MANNING nog een van de meest voorkomende achternamen.
Uit een andere bron n.l. Dr.H.Kits Nieuwenkamp Ned. familie wapens,
deel 3, blz 122 schreef hij dat de familie naam Manning is ongetwijfeld van Saksische oorsprong. De uitgang ing of ingk (of in ( c ) h )wijst daarop. Dit achtervoegsel komt in alle Germaanse talen voor.
Mogelijk betekende het oorspronkelijk "jong", behorend bij het middelnederlands en kreeg later de omschrijvende betekenis van:
1) iemand behorend tot het gezin, de familie, het geslacht van .
2) afkomstig van .
3) betrekking hebbende op .
De oudste geslachtnamen werden gevormd door gebruik te maken van dit achtervoegsel. Het zijn de zogenaamde vaders- en moedersnamen.
Men zegt, dat na de tiende eeuw de vorming van de geslachtsnaam door middel van dit achtervoegsel in onbruik moet zijn geraakt.
Voor die tijd werd het echter algemeen gebruikt. Hier uit volgt, dat de familie naam Manning(k) wel zeer oud moet zijn.
Van uit Kent hebben halverwege de middeleeuwen vele van het geslacht Manning het kanaal overgestoken.
En misschien waren dat onze voorouders die zich op het vaste land van Europa vestigde, en zo ook in Duitsland via omzwervingen in het dorpje Langen dat onder de kerspel Lengerich valt ten oosten van de stad Lingen
Onze voorouders met de naam "Manning" zijn de bewoners van de hoeve "Manning" in Langen, dit is een heel oude familie waar de erfgenaam de naam van de hoeve aannam. Als de erfgenaam een vrouw was kreeg bij het huwelijk haar man automatisch de naam van de hoeve. Soms wordt de oorspronkelijke naam van de man vermeld (geboren als) maar als dit niet gebeurd staat er een echtpaar die beide de achternaam Manning dragen. Het is daarom niet uitgesloten dat alle "Manning" de zelfde voorouders hebben
Van uit Langen hebben onze voorouders sinds 1812 volgens het katholieke kerk register van de Maximiliankerk in Rutenbrock zich als kolonisten gevestigd in de moorkolonie Rutenbrock, op plaatsnr.32 = Hinterbusch.
Langen en Haren, met een grote rijkdom aan hout en groeizame weide en hooi velden langs de Aa die gemeenschapelijk beheerd werden door de boeren uit de zanddorpen als Alt-Haren Ober en Niederlangen, Roswinkel Noord en Zuidbarger .
Nadat in 1784 een grensverdrag uit 1764 tussen "Munsterland und die Niederlanden" was ondertekend en afspraken waren gemaakt over o.a. renten, gemeenschappelijke weiden, privat eigentum, enz. en het Bourtange Moor geen militaire betekenis had,werd er een plan opgesteld om het moor te koloniseren.
!n de zomer van 1788 werden totaal 14 kolonien met 341 plaatsen gesticht en verloot , waaronder kolonie nr.8 Rutenbrock met Barenfleer en Hanentange met 36 plaatsen , Schwartenberg met 18 plaatsen, Lindloh met 36 plaatsen , en met twee schoolmeesters plaatsen.
Nadat in 1814 Hannover tot koningkrijk werd uitgeroepen werden
deze gebieden van het forstendom Munster overgedaan aan dit koninkrijk Hannover. Door toenemende nieuwe "Besiedlung" werd in 1824 een nieuw grensverdrag tussen Nederland en het koninkrijk Hannover afgesloten. Dit verdrag legde vast dat alleen met toestemming van beide staten in een afstand van 100 rheinlandische Ruten aan beide zijden van de grens nieuwe "siedlungen und gründstucke" ingericht mogen worden
Na 1743 moesten de "besitzverhaltnisse" im Linksemsischem Moorgebiet zwischen dem Furstbistum Münster und den Generaalstaaten der Niederlande geklärt werden. Hierna begon "die besiedlung" van de veengebieden.
Op bevel van de Generalvikar von Munster, Frans Friedrich Wilhelm Freiherrn von Fürstenberg, werden er op 28-07-1788 de "siedlungstellen in Rutenbrock, Lindloh en Schwartenberg verloot. De dorpen hoorden bij de kerk van Wesuwe waar de dorpelingen naar de kerk moesten. De weg was 15 km lang en was dus meer een kruisweg. Op 21-07-1798 namen de "siedler" de verplichting om een eigen geestelijke te onderhouden.
De eerste mis werd opgedragen op 08-12-1798 in het Siedlerhaus Nuttmann in Rutenbrock (nr.22).
Van 1799 tot 1808 gebruikte men een naar de Heilige Clemens geweide "Fachwerkkapelle" die in 1809 werd vergroot en veranderd. Deze kerk werd op 12-10-1809 de heilige Maximiliam geweid.
De toenmalige "Droste des Emslandes - Paul Joseph - Reichsfeiherr von Landsberg-Velen" de nederzetting in 1802 een bedrag van 3000 taler schonk om de priesters te onderhouden kreeg hij het patroonrecht over de kerkgemeente.
Door een grote werkloosheid en een terug lopende vruchtbaarheid van de bodem gingen vele Duitsers in Nederland werken als grasmaaiers en turfstekers. In Nederland was een veel grotere behoefte aan brandstof waardoor privaat ondernemers geld staken in het graven van kanalen en het aankopen van grote oppervlakten veen. In Duitsland was men ook na 1800 nog steeds niet bereid om het arme gebied rondom Rutenbrock financieel te ondersteunen waardoor er steeds meer Duitsers definitief naar Nederland vertrokken. Na 1835 vertrok ook een groot aantal bewoners naar Amerika (bron Qwellen und Forschungen zur Geschichte des Kirchspiels Rutenbrock van Heinz Menke.)
Dit verhaal strookt niet met de in Nederland heersende mening dat deze Duitsers de grens overstaken om aan de dienstplicht in hun land te ontkomen. Of anders gezegd hebben de Duitsers er een andere mening over.
In vergelijk met ander leven en arbeids omstandigheden hebben de kolonisten meer moeten worstelen en vechten om te bestaan en vooruit te komen . Waar nu in Rutenbrock groene weiden en bloeiende velden was in het begin van de kolonisatie alleen water en moeras.
Met weinig have en goed kwam ook Johan Gerhard Manning met vrouw Maria Adelheid Weyer en kinderen uit Langen naar Rutenbrock voor een nieuw leven. Het was een mengelmoes van kolonisten, ze kwamen uit Munsterland en Preusen Althannover, Hildesheim Paderborn en zelfs uit Holland en Brabant het was een mengelmoes van talen en dialecten.
Bij aankomst in het veen wachte er geen gastvrije onderdak.Het eerste wat Johann Gerhard moest doen was een veenhut bouwen wou hij met zijn vrouw en kinder niet in de open lucht slapen. Veel stelde dat niet voor , met wat berken stammetjes, sparretakken afgedekt met plaggen en hun eerste woning was klaar.
Sinds 1831 is bekend dat Johann Casper een heuerman was en in dienst was op plaats nr 32 van vervener Herm Groninger die een bouwland toegewezen kreeg achter Ruten A van 20 vierup en een weide grond in Barenfleer aan de Ruten A van 43 vierup met een waarde van 37 gulden en 16 stuber jaarlijks te betalen aan de hofkammer 12 gulden en 12 stuber en aan de gemeide 25 gulden en 4 stuber.
In 1798 ging de grond over aan Franss Janzen. in1831 was het in eigendom in bezit van Heinrich Janzen met zijn vrouw en 6 zonen en 3 dochters, en had in dienst Johann Casper Manning met zijn schoonvader zeven zonen en een dochter die bij hen inwoonde
In 1910 was het bezit in handen van Casper Manning en Mente.
In 1938 was het bezit in handen van Rudolf Manning en H Mente.
In hun onderhoud te voorzien verbouwden ze boekweit op het hoogveen en later vooral rogge, aardappelen en haver voor hun eigen benodigdheden. Ook hadden ze wat rundvee en schapen voor het vlees en de mest.
( bron Emslandische Moorkolonien von bauer Heinrich Blanke Lindloh)
Geschichte: Im Zuge der Kolonisation der Emslandmoore unter dem münsterschen Fürstbischof Maximilian Franz wurden am 28. 7. 1788 die Siedlerstellen in Rütenbrock, Lindloh und Schwartenberg verlost. Das Gebiet gehörte zur Pfarrei Wesuwe. 1798 verpflichteten sich die Rütenbrocker Kolonisten zum Unterhalt eines eigenen Geistlichen, und am 8. 12. 1798 wurde die erste hl. Messe in einem Siedlerhaus gefeiert. Am 11.7. 1799 wurde der Friedhof eingeweiht. Ab 1799 wurde ein umgesetztes Bauernhaus als Kirchhaus genutzt, das auch dem Geistlichen als Wohnung diente. 1807 wurde als erste Kirche ein turmloser Fachwerkbau errichtet, der eher den Eindruck eines großen Wohnhauses als den eines Gotteshauses machte. Am 12. 10. 1809, dem Fest des hl. Maximilian, wurde die Kirche benediziert; sie wurde bis 1869 genutzt. Seit 5. 1. 1809 ist Rütenbrock Pfarrei. Das 1800 erworbene Patronatsrecht des Grafen Landsberg-Velen besteht formal bis heute. Abpfarrung: 1. 4. 1921 die Kuratie Altenberge.
Erbaut 1867-1869 (Architekt J. B. Hensen, Sögel). Konsekration 4. 11. 1869. Turmbau 1870. Renovierungen 1961, 1967, 1978 und 1984-1986. Anbau einer Sakristei/Umgestaltung des Altarraumes 1984. Altarkonsekration 29. 12. 1984. Renovierung des Turmes 1989. Neugotische Backsteinkirche mit polygonalem Chor und einem an den Giebel angesetzten Glockenturm mit Kupferspitzhelm. 500 Sitzplätze.
manning
(mannetje, manning, manneke) 1> kleine houten bolder of daarop gelijkende constructie zoals een beretand of een speen. 2> pen, bout of klink door een sluiting. 3> vrij onbekende term voor roeidol.
Gevonden op http://www.debinnenvaart.nl/binnenvaartt
manning
mannetje.
Gevonden op http://www.debinnenvaart.nl/binnenvaartt
Manning
Manning is een Engelse jongensnaam. Het betekent `zoon van de held`.
Gevonden op http://babybytes.nl/namen/jongens/Mannin
manning
1) Bekende personen en groepen 2) Plaats in Amerika 3) Theoloog
Gevonden op http://www.mijnwoordenboek.nl/puzzelwoor
Manning
(Iowa) `Manning` is een plaats (city) in de Amerikaanse staat Iowa, en valt bestuurlijk gezien onder Carroll County. Demografie: Bij de volkstelling in 2000 werd het aantal inwoners vastgesteld op 1490-->. In 2006 is het aantal inwoners door het United States Census Bureau geschat op 1499-->, een stijging van 9 (0.6%). Geografie: Volgens het
Gevonden op http://nl.wikipedia.org/wiki/Manning
Manning
(Oostenrijk) `Manning` is een gemeente in de Oostenrijkse deelstaat Opper-Oostenrijk, gelegen in het district Vöcklabruck. De gemeente heeft ongeveer 800 inwoners. Geografie: Manning heeft een oppervlakte van 10 km². De gemeente ligt in het zuidwesten van de deelstaat Opper-Oostenrijk. Het ligt ten noordoosten van de deelstaat Salzburg en te
Gevonden op http://nl.wikipedia.org/wiki/Manning
Manning
(South Carolina) `Manning` is een plaats (city) in de Amerikaanse staat South Carolina, en valt bestuurlijk gezien onder Clarendon County. Demografie: Bij de volkstelling in 2000 werd het aantal inwoners vastgesteld op 4025-->. In 2006 is het aantal inwoners door het United States Census Bureau geschat op 4017-->, een daling van 8 (-0.2%). G
Gevonden op http://nl.wikipedia.org/wiki/Manning
Johann Gerhard Manning | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Maria Adelheid Weyer | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De getoonde gegevens hebben geen bronnen.