Stamboom Luser Stasse » Jelis Hendriksz (Gillis) (Gelis) (Jelis Hendriksz (Gillis) (Gelis)) van Riemsdijck (1493-1539)

Persoonlijke gegevens Jelis Hendriksz (Gillis) (Gelis) (Jelis Hendriksz (Gillis) (Gelis)) van Riemsdijck 

Bron 1

Gezin van Jelis Hendriksz (Gillis) (Gelis) (Jelis Hendriksz (Gillis) (Gelis)) van Riemsdijck

Hij is getrouwd met Henrica Hendriksdr van Aller tot Watergoor.

Zij zijn getrouwd in het jaar 1522, hij was toen 29 jaar oud.


Kind(eren):



Notities over Jelis Hendriksz (Gillis) (Gelis) (Jelis Hendriksz (Gillis) (Gelis)) van Riemsdijck

(120) 1539 OKTOBER 11


Ick Jan Janssen geswoeren richter to Ysenderen tuijge apenbairlick dat voer my ende voer gerichtsluyden naebeschreven gecomen syn dese beschrevene, die daer myt besating ende dwanck des rechten durch versuick Jacob Pieks heer to Ysendoren toe gebracht syn. In den eersten heer Jan Dueys van Voern pastoer to Ysendoren Anthonis van Loenresloet Wolter Jacobsz Willem Jacobsz Roloff Jansz Jan die Haes Woltersz Willem die Haes Derick Block Peter Jacobsz Jan van Maten Reyner Schoeffs Jan Lambertsz en den auden Aernt Dueys, soin alt omtrent tnegentich, soin tachentich, soin tsoeventich, soin tsestich, soin vyfftich jaeren off daer omtrent goit van namen ende famen werdich der geloeven ende hebben seemptlick ende eendrechtelick getuijcht ende gelacht die pastoer syn handt op syn borst leggende als een priester toe behoert ende die anderen mijt opgerechten vingeren volstaest eedts lyfflich aen got ende synen heiligen behalden ende gesworen die ick richter orconde gerichtsluyden hem volcomelick gestaeffts ende affgenomen heb. Inden eersten tuygen sy als dat sy niet gesien, gehoert noch haeren alderen noch alde nageburen hebben horen seggen noch oick in brieve, dyckcedulen noch signaten gelesen noch gevonden noch oeck haren alderen offt alde nageburen hebben hoeren seggen die sulx gelesen offt genoden hadden dat eenige Amptluyden van Nederbetuwen voer Albert van Ermelen hem des dycks offt der dyckschou in eeniger wys ondervonden, dan Aelbert voers. onderstonde sulx Edoch geen wtvordering myt dyckrecht daer opgedaen want hem Segher van Balveren wylen heer to Ysendoren des niet gestaden noch toe laten wolde Then anderen tuygen dese voegs. als voirs. als dat sy nije gesien noch horen seggen hebben als voers. dat eenige amptluyden so goet als enen penynck inder heerlickheyt van dyck broick genooten offt myt dyck recht gevordert hebben so waell Aelbert voers. als andere Amptluyden voer ende na Then derden tuygen dese voir gelyck voers. steet als dat sy nye gesien noch hoeren seggen hebben als voirs. dat eenige amptluyde der dyck in den heerlicheyt voirs. onderstonde to laten maken anders dan no van Claes Vych voergenomen was Item then vierden tuijgen dese voirgs. eendrechtlick dat sy altijt van haren alderen ende hoeren nagebueren gehoert hebben als dat die amptluyden plegen ende van rechs schuldich solden syn mytten dyckschau aff to rijden boven dair die heerlicheijt aen geet ende beneden den leijgraeff weder op to rijden ende also hair seggen sulx noch by tyden Jelis van Rijemsdijck heer to Ysendoren ende Otten van Wije Ampt geschiet solde sijn Item Peeter Jacobss tuyght als dat hy opten Enge toebehoerende Aellart van Ysendoren den auden beneden den Ysendoerensche leygraeff gelegen te wonen pleech en dat hy nevens den leygraeff een stuck ackers ongebaut most laten liggen om die dyckschau daer over myt twee peerden nevens den anderen to ryden off was beducht daer durch in schade te komen ende die appelbomen die no in dat oprijden onder den dyck daer selver geset heeft ende gheen to staen en plegen by synen weten. Dit voirs. dat Peeter voirs. getuycht heeft tuyght Jan Lambertsz oeck want hy by Peter Jacobsz voirs. lange tyt gedient ende inden Enge voirs. mede gewoent heeft. Hyer waren over ende aen als gerichtsluyde Jan Dueys van Voern� ende Jelis Woltersz Ende wat men dan schuldich is der so hebben wy richter ende gerichtsluyde voirs. onse segelen aen desen apenen brieff gehangen Gegeven in den jaer ons heeren duysent vyffhondert negen ende dartich op alre heiligen avont.


 


http://www.geldersarchief.nl/zoeken/?miview=inv2&mivast=37&mizig=210&miadt=37&miaet=1&micode=0376&minr=3014890


Gelis van Riemsdijck, richter tusschen Maize en Waell, oorkondt, dat Henrick Jans zoon, na panding wegens een door Gijsbert van Bronckhorst, heer tot Batenborch, verschuldigde som van 1000 goudgulden, kooper wordt van den hof Op Heppert, gelegen in het gericht van Al(tforst). Gegeven int jair onss Heeren dusent vijffhondert ende drie ende twintich des Saterdaegs nae den Sonnendach Oculi. Oorspr. (Inv. nr. 34), met het geschonden zegel van den oorkonder in groene was; de zegels van de gerichtslieden Gherit Tap en Gherit van Heck zijn verloren.


 


 


 


Datering:


 


 


 


 


 


 


1523 Maart 14

 


 


 


 


 


 


NB:


 


 


 


 


 


 


Het stuk is gecancelleerd en gedeeltelijk geschonden. Door dezen zijn gestoken de brieven d.d. 1523 Mei 3 (zie Reg. nrs. 48 en 49).

 


 


 


 


 


 


Zie ook


 


 


 


 


 


 


 



 


 


 


 


 


 


 


 


 


 


 


 


 


 


 


 


Gelis van Biemsdijck, richter tusschen Maize en Waell, wijst aan Henrick Jans zoon toe het erf Op Heppert, gepand blijkens den brief d.d. 1523 Maart 14 (zie Beg. nr. 47), waardoor deze gestoken is. Gegeven int jair onss Heeren dusent vijffhondert ende drie ende twintich des darden daegs in den Mey der maend. Oorspr. (Inv.nr 34), met de geschonden zegels van den oorkonden en van een der gerichtslieden, Gherit van Oirdt, in groene was; dat van Derick van Driell is verloren.


 


 


 


 


 


 


 


 


 


 


Datering:


 


 


 


 


 


 


1523 Mei 3

 


 


 


 


 


 


NB:


 


 


 


 


 


 


Door dezen is gestoken de brief d.d. 1523 Mei 3 (zie Reg. nr. 49). Het stuk is gecancelleerd.

 


 


 


 


 


 


Zie ook


 


 


 


 


 


 


 



 


 


 


 


 


 


 


 


 


 


 


 


 


 


 


 


 


49


Gelis van Riemsdijck, richter tusschen Maize en Waell, oorkondt, dat Henrick Jans zoon al zijn rechten, welke hij heeft op het goed, vermeld in de brieven d.d. 1523 Maart 14 en 1523 Mei 3 (zie Reg. nrs. 47 en 48), waardoor deze gestoken is, overdraagt op Jacob van Riemsdijk, bastaard. Gegeven int jaer onss Heeren dusent vijffhondert ende drie ende twintich opten darden dach in den Mey der maend. Oorspr. (Inv. nr. 34), met de geschonden zegels van den oorkonder en der gerichtslieden, Derick van Driell en Gherit van Oirdt, in groene was.


 


Voor Yelis van Riemsdijck, rechter van het ambt tussen Maas en Waal, draagt broeder Aelbert van Rees, ordebroeder, gevolmachtigde van de abt en het convent van Camp van de orde der Cisterciensers, gelegen in het Sticht van Keulen, over in het gericht van Neerasselt aan Johan Boeghemeker en Wolter van Waemell, mede voor de overige veerheren, twee morgen lands, gelegen onder genoemd gerecht, buitendijks, strekkende ter ene zijde aan het erf van Floris Kerstens, ter andere aan de Maas, met de benedente zijde aan het erf van Gherit Rutgers en met de opperste aan die van de pastoor van Overassel, van Hermen Berris en van Johan Verschueren. Getuigen hiervan waren Gerefaes van Boemel en Willem van der Moelen, gerechtslieden.
Gegeven int jair onss Heeren dusent vijffhondert ende twee ende twintich, in profesto Nativitatis beate Marie virginis.
Perkament met 3 zegels in groene was, uithangende aan dubbele perkamente staarten; de twee eerste verloren, dat van Willem van der Moelen zwaar beschadigd.
Tevens authentieke kopie door Johan Heymans, not. publ. d.d. 20 ? april 1616 en eenvoudige kopie door J.H. Kelderman, secretaris van Heerewaarden.
Eenvoudige kopie is ingeschreven in het perk. reg., getit.: Opdrachten etc. fol. 19 vo., 1522 sep 7


 


 


 


 


 


 


 


 


 


 


Datering:


 


 


 


 


 


 


1523 Mei 3

 


 


 


 


 


 


NB:


 


 


 


 


 


 


Het stuk is gecancelleerd.

 


 


 


 


 


Zie ook


 


 


 


 


 


 


 


 



 


 


 


 


 


 


 


 


 


 


 


 


 


 


Acte van huwelijksvoorwaarden tussen Elbert van Boedberch en Anna van Balveren.
2. Acte, aan de vorige acte bevestigd, waarin Johan van Boidbergh Ariensoen verklaart met de acte van huwelijksvoorwaarden in te stemmen


 


 


 


 


 


 


 


 


 


 


Datering:


 


 


 


 


 


 


1534 oct. 23, 1537 op dynxdach na synt Vytz dach martiris

 


 


 


 


 


 


NB:


 


 


 


 


 


De eerste acte bezegeld door Cornelis van Boedbergh, Gadert van Boickolt, Lyfart heer te Oy, Johan van Boedbergh Hermanss, Reyner van Raesfelt, Wylhem Scheyffart, Jacop Pyeck, Aryen van Balveren, Jelys van Ryemsdyck, Wylhem Hynckert, Goessen van Vaderyck, Steff van Hemert, en door Elbert van Boedberg, Seger van Balveren en Wilhem van Boickolt. Het 3 zegel beschadigd, de andere zegels gaaf of zeer licht beschadigd. Het jongere charter is bezegeld door Johan van Boidbergh Ariensoen (zegel gaaf)

 


 


 


 


 


 


 


Omvang:


 


 


 


 


 


 


1 transfix

 


 


 


 


 


 


Vindplaats:


 


 


 


 


 


 


ambt van Maas en Waal en de verplichting van de erfgenamen en rechtverkrijgenden van GILLIS VAN RIEMSDIJCK, die het indertijd in pand verkregen had, om rekening af te leggen, 1604-1613, Met desbetreffende stukken, waaronder retroacta, 1564-1572, en een katern. houdende afschriften (c. 1610) van pand-en commissiebrieven van 1463-1545. 1 lias
N.B. Zie regesten 230, 585, 630 en 703. Het hof wees 13 April 1614 vonnis contra MOM (zie inv. Hof door P. NIJHOFF, blz. 46) en vergunde 15 April d.a.v. aan de stad Nijmegen, de pandrechten op het ambt over te nemen (zie inventaris Oud-Archief Nijmegen, door P. NIJHOFF, blz. 132). - See more at: http://www.archivesportaleurope.net/ead-display/-/ead/pl/aicode/NL-AhGldA/type/fa/id/0012/unitid/0012+-+391/search/0/riemsdijck#sthash.vOHgutpJ.dpuf


 


 


 


 


 


 


 


1528 augustus 28.


 


 


 


1


 


 


 


Huwelijkse voorwaarden tussen Christoffel Schenk van Nideggen


 


 


 


zoon van Arnold, heer van Hillenraad, en Isabella van Oest, en


 


 


 


Anna van Vlodrop, oudste dochter van Gerard, erfvoogd te Roermond,


 


 


 


en Elisabeth van Stamheim.


 


 


 


Medezegelaars: Johan Schenk van Nideggen, heer te Ophemeren,


 


 


 


Herman van Wachtendonk, drost te Kranenburg, Werner van Palant,


 


 


 


heer te Breidenbent, Henrick Schenk van Nideggen, heer


 


 


 


te Walbeek, Ottovan Wylack, drost te Gennep, Daem van den


 


 


 


Bungard zu Vlattèn, Adriaen van Byland, heer te Well, Jelis


 


 


 


van Ryemsdick, ambtman tussen Maas en Waal, Willem van Vlodrop


 


 


 


te Goor, Willem van Stammel, Johan, heer te Elmpt en


 


 


 


Burgau, Scheyffart van Merode, heer te Heymersbach, ambtman


 


 


 


te Liedberg, Johan van Groesbeek, heer te Homen, Melchior


 


 


 


Beek, drost te Stock(kem), Lubbert Turck, heer te Hemert,


 


 


 


Willem van Vlodrop, heer te Dalenbroek, Leuth en Ryckelt,


 


 


 


Dierich, heer te Milendonk en Meierich, en Rutger van Velbrugg


 


 


 


 


te Velde. •*£• /VTO«LAv^icutn.


 


 


 


 


 


 


Schenk p 47-48; Steffens p 280 geeft als datum augustus 8.


 


 


 


1) Gesneuveld bij het beleg van Duren in 1543-


 


 


 


 


 


Berta van Delft (Nay. X VII, 84a), zuster van Joost van Delft, aan welke broeder en zuster Jelis van Riemsdijck de heerlijkheid lJzendoorn (tijdelijk) nverdroeg


 


 


 


 


 


 


 


 woning, Klein Watergoor geheeten. 1) »Coram Euert van den Sande et Roeloff Moim (Mom) comparuit Gelis van Rymersdyck (sic) et dedit Jouffer Henrica van Aller in dotem vijffhondert enckell gulden de pondere off payment dair guet vur wesende vyten synen guede to heffen ende to boeren. Actum in festo barbare virg. et mart. xvc ixxij" (Arnh. Schepenbock, 1514-24, f° 245). Vgl. Fahne, Urkundenbuch des Geschlechts Montnt oder Mumni, II, 196. — Hertog Karel v. Gelre schonk 11 Febr. 1532 aan zijn barbier Herman Botzeell een stuk lands buiten Arnhem, »oistwairt ind noirtwairt aen onsen lande gehoerende tot onsen Spicker (Geldersch-Spijker), zuytwairt aen erffnesse der van Alter, nv ther tijt Jelijs v. Riemsdijck" (Nijhoff, Oork. VI, 3, bl. 1008). 2) Stads rekening 4 Mr. G. v. Hasselt, Arnh. Oudh., 1, 53.


 




le="margin-left: 25px; padding-bottom: 14.34px; padding-left: 0px; padding-right: 0px; padding-top: 0px;">47 Gelis van Riemsdijck, richter tusschen Maize en Waell, oorkondt, dat Henrick Jans zoon, na panding wegens een door Gijsbert van Bronckhorst, heer tot Batenborch, verschuldigde som van 1000 goudgulden, kooper wordt van den hof Op Heppert, gelegen in het gericht van Al(tforst). Gegeven int jair onss Heeren dusent vijffhondert ende drie ende twintich des Saterdaegs nae den Sonnendach Oculi. Oorspr. (Inv. nr. 34), met het geschonden zegel van den oorkonder in groene was; de zegels van de gerichtslieden Gherit Tap en Gherit van Heck zijn verloren. : transparent; border-bottom-left-radius: 0px; border-bottom-right-radius: 0px; border-image-outset: 0; border-image-repeat: stretch; border-image-slice: 100%; border-image-source: none; border-image-width: 1; border-top-left-radius: 0px; border-top-right-radius: 0px; box-shadow: none; font-size: 17.93px; position: static; z-index: auto; border-width: 0px; border-color: #2a2a2a; border-style: none; margin: 0px;"> 

"float: left; margin-top: 3.58px; width: 25px;">
color: #00526c; cursor: pointer; outline-color: invert; outline-style: none; outline-width: 0px; text-decoration: none;" title="Toon details van deze beschrijving" href="https://www.geldersarchief.nl/bronnen/archieven?mivast=37&mizig=210&miadt=37&miaet=1&micode=0376&minr=3014852&miview=inv2&milang=nl">48 Gelis van Biemsdijck, richter tusschen Maize en Waell, wijst aan Henrick Jans zoon toe het erf Op Heppert, gepand blijkens den brief d.d. 1523 Maart 14 (zie Beg. nr. 47), waardoor deze gestoken is. Gegeven int jair onss Heeren dusent vijffhondert ende drie ende twintich des darden daegs in den Mey der maend. Oorspr. (Inv.nr 34), met de geschonden zegels van den oorkonden en van een der gerichtslieden, Gherit van Oirdt, in groene was; dat van Derick van Driell is verloren. s: 0px; border-bottom-right-radius: 0px; border-image-outset: 0; border-image-repeat: stretch; border-image-slice: 100%; border-image-source: none; border-image-width: 1; border-top-left-radius: 0px; border-top-right-radius: 0px; box-shadow: none; font-size: 17.93px; position: static; z-index: auto; border-width: 0px; border-color: #2a2a2a; border-style: none; margin: 0px;"> 
iv>
"float: left; margin-top: 3.58px; width: 25px;">
color: #00526c; cursor: pointer; outline-color: invert; outline-style: none; outline-width: 0px; text-decoration: none;" title="Toon details van deze beschrijving" href="https://www.geldersarchief.nl/bronnen/archieven?mivast=37&mizig=210&miadt=37&miaet=1&micode=0376&minr=3014853&miview=inv2&milang=nl">49 Gelis van Riemsdijck, richter tusschen Maize en Waell, oorkondt, dat Henrick Jans zoon al zijn rechten, welke hij heeft op het goed, vermeld in de brieven d.d. 1523 Maart 14 en 1523 Mei 3 (zie Reg. nrs. 47 en 48), waardoor deze gestoken is, overdraagt op Jacob van Riemsdijk, bastaard. Gegeven int jaer onss Heeren dusent vijffhondert ende drie ende twintich opten darden dach in den Mey der maend. Oorspr. (Inv. nr. 34), met de geschonden zegels van den oorkonder en der gerichtslieden, Derick van Driell en Gherit van Oirdt, in groene was.
m: 14.34px; padding-left: 0px; padding-right: 0px; padding-top: 0px;">