Stamboom Lokhorst » Johanna van Abcoude (± 1370-1411)

Persoonlijke gegevens Johanna van Abcoude 


Gezin van Johanna van Abcoude

Zij is getrouwd met Jan van Brederode.

Kinderloos.

Zij zijn getrouwd rond 1392.


Notities over Johanna van Abcoude

ABCOUDE, Johanna van (gest. Wijk bij Duurstede 10-1-1411), omwille van erfenis door haar man ontvoerd uit het klooster. Dochter van Willem van Abcoude (ca. 1345-1407) en Maria van Walcourt (gest. 1402). Johanna van Abcoude trouwde in ca. 1395 met Jan van Brederode (ca. 1372-1415). Dit huwelijk bleef kinderloos.
De vader van Johanna van Abcoude stamde af van het Kleefse geslacht Zuilen. Hij bezat heerlijke rechten in een omvangrijk gebied en goederen in het Nedersticht, waaronder Wijk bij Duurstede en Abcoude. Haar moeder Maria van Walcourt was van Brabantse adel en erfgename van aanzienlijke bezittingen in de buurt van Brussel. Johanna had twee broers: Jan, die jong is gestorven, en Gijsbert, die in 1407 overleed. Verder had vader Willem nog acht bastaardkinderen.
Johanna trouwde overeenkomstig haar stand. Haar trouwdatum is niet bekend, maar er zijn wel twee oorkonden, uit 1395 en 1396, waarin Jan een douarie (weduwentoelage) en een huwelijksgift voor Johanna vastlegde. De Brederodes hoorden tot de aanzienlijkste families van Holland, en Jan, de tweede zoon van Reinoud van Brederode en Johanna van Gennep, was in 1390 zijn vader als zevende heer van Brederode opgevolgd, nadat zijn oudere broer Dirk was ingetreden bij de kartuizers. Het lijkt aannemelijk dat Jan en Johanna op het imposante kasteel van de Brederodes in Santpoort gingen wonen. Jan was veel op pad. Hij vocht met de bisschop van Utrecht tegen de Drenten en met Albrecht van Beieren tegen de Friezen en ging op pelgrimstocht naar Ierland.
In 1402 deed het echtpaar een opmerkelijke stap. Zij zeiden de wereld vaarwel en kozen voor een bestaan binnen de kloostermuren. Jan droeg zijn rechten en bezittingen als heer van Brederode over aan zijn jongere broer Walraven I en trad als lekenbroeder in bij de kartuizers in Zeelhem bij Diest. Johanna trad in in het dominicanessenklooster Maria Magdalena in Wijk bij Duurstede, dat haar vader Willem in 1398 had gesticht en waar haar moeder lag begraven. Het klooster hoorde tot de zogenoemde observante kloosters, wat betekent dat de kloosterregel er streng in acht werd genomen. De dominicanessen van de Tweede Orde respecteerden het ‘slot’ en vermeden zoveel mogelijk het contact met de buitenwereld. Ze wijdden zich aan het koorgebed, kopieerden gebedenboeken en verrichtten andere stichtelijke arbeid. Johanna zou met een korte onderbreking de rest van haar leven in dit klooster doorbrengen.
Bij hun keuze voor het kloosterbestaan kunnen verschillende factoren een rol hebben gespeeld. Jan en Johanna hadden geen kinderen en dus geen directe erfgenaam die Jan als heer van Brederode kon opvolgen. Bovendien had Jan veel schulden, die hij bij zijn intrede in het klooster, samen met zijn bezittingen, overdroeg aan zijn broer Walraven. Tenslotte is het niet ondenkbaar dat ook vrome motieven bij beide echtelieden een rol hebben gespeeld. De Moderne Devotie en de daaraan verwante observantiebeweging lieten in deze periode hun invloed gelden en beiden kwamen uit een vrome familie. Jans oudere broer was hem al voorgegaan in het klooster en Johanna’s vader stond bekend als een devoot man die verschillende geestelijke en vrome stichtingen op zijn naam had staan.
Twee gebeurtenissen zouden de verdere levensloop van Johanna ernstig verstoren. In 1402 raakte Jans broer en opvolger Walraven in gevangenschap, met het gevolg dat hij de van zijn broer overgenomen schulden niet meer kon voldoen, en in 1407 stierven kort na elkaar Johanna’s broer Gijsbert en haar vader Willem. Als Johanna nog in de wereld had verkeerd, zou zij nu de bezittingen van haar vader hebben geërfd, maar als kloosterlinge kon zij niet meer erven, want ‘geoirde lude geen heerlicheit also besitten mogen’ (kloosterlingen mogen geen heerlijkheid bezitten. Johannes de Beke, 333). Daarom vielen de goederen van de Abcoudes toe aan Johanna’s neef Jacob van Gaasbeek.
Jans schuldeisers zochten echter genoegdoening en vielen hem lastig in Zeelhem. Daarop besloot hij het klooster te verlaten en een poging te doen Johanna’s erfenis te verwerven. Hij vroeg en kreeg toestemming van paus Gregorius XII voor hem en zijn vrouw om in de wereld terug te keren. Of Johanna in deze keuze werd geraadpleegd is niet bekend, maar waarschijnlijk is het niet. Het Maria Magdalenaklooster weigerde in elk geval haar te laten gaan. Ook de prior van Zeelhem verzette zich tegen Jans vertrek.
Het gevolg was een strijd om Johanna’s erfenis. Jan verliet het klooster in 1409. In datzelfde jaar werd Jacob van Gaasbeek als wettig erfgenaam van Willem van Abcoude erkend, maar Jan gaf niet op. In 1410 trok hij met een legertje naar Wijk bij Duurstede en haalde zijn vrouw met geweld uit het klooster. Dit was uiteraard een ernstige inbreuk op de wereldlijke en geestelijke rechten van de Utrechtse bisschop, Frederik van Blankenheim. Deze trok samen met Jacob van Gaasbeek met een leger naar Wijk bij Duurstede en nam Jan gevangen. Johanna liet hij de keuze al of niet naar het klooster terug te keren. Een dominicaanse kroniek uit de vijftiende eeuw laat Johanna bij deze gelegenheid zeggen: ‘de almachtige God verhoede dat ik ooit de regel van de heilige predikorde verlaat en in de wereld terugkeer naar mijn heer. Mijn heer en echtgenoot doet maar wat hem goeddunkt, […] maar ik kies ervoor terug te gaan naar mijn klooster dat ik onder dwang heb moeten verlaten’ (Meijer, 393-394).
Een jaar later is Johanna in het klooster gestorven en bij haar ouders en broer begraven. Met Jan liep het slecht af. Nadat hij uit gevangenschap was vrijgelaten, zocht hij zijn fortuin op het slagveld. Hij sneuvelde in 1415 bij de slag van Azincourt.
Bronvermelding: Bussel Marion van, Abcoude, Johanna van, in: Digitaal Vrouwenlexicon van Nederland.

Heeft u aanvullingen, correcties of vragen met betrekking tot Johanna van Abcoude?
De auteur van deze publicatie hoort het graag van u!


Tijdbalk Johanna van Abcoude

  Deze functionaliteit is alleen beschikbaar voor browsers met Javascript ondersteuning.
Klik op de namen voor meer informatie. Gebruikte symbolen: grootouders grootouders   ouders ouders   broers-zussen broers/zussen   kinderen kinderen

Voorouders (en nakomelingen) van Johanna van Abcoude

Johanna van Horne
± 1320-1356

Johanna van Abcoude
± 1370-1411

± 1392

Jan van Brederode
± 1370-1415


    Toon totale kwartierstaat

    Via Snelzoeken kunt u zoeken op naam, voornaam gevolgd door een achternaam. U typt enkele letters in (minimaal 3) en direct verschijnt er een lijst met persoonsnamen binnen deze publicatie. Hoe meer letters u intypt hoe specifieker de resultaten. Klik op een persoonsnaam om naar de pagina van die persoon te gaan.

    • Of u kleine letters of hoofdletters intypt maak niet uit.
    • Wanneer u niet zeker bent over de voornaam of exacte schrijfwijze dan kunt u een sterretje (*) gebruiken. Voorbeeld: "*ornelis de b*r" vindt zowel "cornelis de boer" als "kornelis de buur".
    • Het is niet mogelijk om tekens anders dan het alfabet in te voeren (dus ook geen diacritische tekens als ö en é).



    Visualiseer een andere verwantschap

    De getoonde gegevens hebben geen bronnen.

    Aanknopingspunten in andere publicaties

    Deze persoon komt ook voor in de publicatie:

    Historische gebeurtenissen

    

    Dezelfde geboorte/sterftedag

    Bron: Wikipedia


    Over de familienaam Van Abcoude


    De publicatie Stamboom Lokhorst is opgesteld door .neem contact op
    Wilt u bij het overnemen van gegevens uit deze stamboom alstublieft een verwijzing naar de herkomst opnemen:
    Arwi Lokhorst, "Stamboom Lokhorst", database, Genealogie Online (https://www.genealogieonline.nl/stamboom-lokhorst/I9483.php : benaderd 8 mei 2024), "Johanna van Abcoude (± 1370-1411)".