Hij is getrouwd met Elisabeth Johannes Theodorus Hermans.
Toestemming voor het huwelijk is 13 januari 1628 verkregen te Best.Bron 1
Zij zijn getrouwd op 29 januari 1628 te Best.Bron 1Pagina 53, Toegangsnr. 8014, Invent. nr. 1
R.K.
Kind(eren):
Elisabeth weduwe van Adriaen Aerts van Taertwijck met haar voogd heeft de afrekening aangehoord door Dick Jan Dirck Hermans, zijnde haar broer, over de onkosten van het proces dat hij voor haar man zaliger heeft gevoerd contra Henrick Aerts van Taertwijck, samen met haar broer ook. Ze is ermee akkoord dat hij boven de f 225.-- die hij voor een bedrag van 100 gulden heeft ontvangen van Peter Cornelissen, het bedrag van 50 gulden dat hij heeft ontvangen van Henrick Peter Oerlemans en het bedrag van 75 gulden dat hij heeft ontvangen van Henrik Aerts van Taertwijck, daarnaast nog 36 gulden zal krijgen per eerstkomende gelegenheid. Partijen geven elkaar over en weer kwijting. Datum 10 maart 1635, getuigen Velde en Stockelmans.
In marge:
Deze som van f 36,-- bekent Dirck Jan Hermans te hebben ontvangen. Datum 27 januari 1651, getuigen Stockelmans, Hobbelen en Frentrop, schepenen et me presente, quod attestor P. van Andel, secretaris.Adriaen Aert Henricks (van Taertwijck, JT) heeft verklaard dat hij door valse praatjes en door valse geruchten inzake het kind genoemd Henrick dat door zijn vrouw Elisabeth is gebaard, waarbij wordt gezegd dat dat niet zijn kind zou zijn, door zijn verkeerd handelen en haat daarbij ten opzichte van dat kind, veroorzaakt door die praatjes, daarom zijn vaste bezit en leengoederen op 5 september en op 1 oktober van het jaar 1631 had verkocht voor schepenen van Oirschot aan zijn broer Henrick Aerts van Tartwijck. Hij heeft zich daarover echter bedacht
234)
en heeft nu al diverse keren aan deze Henrick van Taertwijck verzocht om dat bezit en rentes weer terug te krijgen, waarbij deze Henrick daarin weigerachtig is gebleven en dat hij daarom genoodzaakt is om herziening aan te vragen van die verkoop van destijds en tegen deze Henrick te gaan procederen om hem te dwingen afstand van dat bezit te doen. Omdat Adriaen echter niet lichamelijk bekwaam is en vanwege zijn ouderdom, heeft hij hierbij in zijn plaats aangesteld Dirck Jan Dircks, zijnde zijn zwager. Hij geeft hem hierbij opdracht om zulk een proces voor hem te voeren zowel als eisende als verdedigende partij. De gemachtigde moet daarbij alles doen hetgeen in het belang der zaak is en hijzelf als opdrachtgever ook gedaan zou hebben. Datum 31 mei 1634, getuigen Velde en Keijmps.
=================177=======================235)
Indertijd heeft Adriaen Aerts van Taertijck vanwege de haat die hij koesterde tegen het kind genoemd Henrick, dat zijn vrouw Elisabeth heeft gebaard toen hij al oud was, welke haat bij hem was opgewekt door de valse beschuldigingen over dat kind dat het niet van hem zou zijn, zijn vaste bezittingen verkocht aan zijn broer Henrick Aerts van Taertwijck, hetgeen is gebeurd door verkeerd handelen en door onbedachtzaamheid waarbij hij kwijting had gegeven voor de koopsom ook, conform een schepenbrief van Oirschot d.d. 5 september en nog van 1 oktober in het jaar 1631. Omdat Adriaen zich inmiddels heeft bedacht in een schepenakte d.d. 11 maart j.l. dat hij zulks wenst te herzien, zijn wij als schepenen en de secretaris ten huize van genoemde Henrick Aerts van Taertwijck gegaan en hebben hem gevraagd of hij afstand van dat bezit wilde doen en of dat hij terug wilde betalen of niet. Daarop heeft deze Henrik tegen ons gezegd dat hij zijn bezit wenst te houden en het bezit niet terug zou geven, waarbij hij ook nog verklaarde dat Adriaen hem indertijd dat bezit heeft verkocht en toen herhaaldelijk heeft gezegd dat het betreffende kind niet door hem was verwekt en dat hij anders de overdracht
236)
niet verkregen zou hebben. Datum 31 mei 1634, getuigen Velde en Keijmps.
Adrianus Arnoldus van Taertwijck | ||||||||||||||||||||||||||||||||||
1628 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||
Elisabeth Johannes Theodorus Hermans | ||||||||||||||||||||||||||||||||||