Zij is getrouwd met Hendrik Jan Corstens.
Zij zijn getrouwd
Kind(eren):
Margriet en Jutken, gezusters en wettige kinderen van wijlen Beertrams van den Spijker welke Margriet weduwe is van Henrik Joerden Hoppenbrouwer en welke Jutken weduwe is van Jan Henrick Corstens, beide met Jan Rutgers (secretaris van Kerkoerle, JT) als hun voogd hierin, doen afstand van het recht van vruchtgebruik in de twee vierde delen van een schuur en navolgende percelen. Dat is een akker groot ca. 4 lopenzaad, genoemd 't Soerland of Trieland, gelegen in Oirschot herdgang Verrenbest, b.p. de kinderen van Goijaert Ketelbueters, Adriaen Harnismakers, Geerlack Peters. Verder nog inzake een akker met de schuur erop, groot ca. een lopenzaad, gelegen in Oirschot herdgang Naastenbest, b.p. de Lijsenhof daar, de gemeijnte. Ze doen er afstand van ten behoeve van al hun beider wettige kinderen en beloven alle lasten hierin van hun kant af te handelen. Datum 7 september 1536, getuigen Esch en Goessen.
+++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++
Heer Jacop zoon wijlen Beertrams van den Spijker, Eijmbrecht zoon wijlen Henrick Joerden Hoppenbrouwers verwekt bij Margriert dochter van wijlen genoemde Beertram van den Spijker, Werner Snoecks als wettige man van Heijlwich, dochter van wijlen genoemde Henrick Hoppenbrouwers en Margriet, voor henzelf handelend en voor de andere wettige kinderen van wijlen genoemde Henrik en Margriet, verder Jan zoon wijlen Jan Henrick Corstens verwekt door deze Jan Henrick Corstens bij Jutken dochter van wijlen genoemde Beertram van den Spijker, voor hemzelf handelend en namens alle andere kinderen van genoemde Jan Henrick Corstens en Jutken, verkopen hierbij de drie vierde delen van een akker met de schuur etc., gelegen zoals omschreven in de vorige akte, nu aan Jan Aert Jacops (Smollers, JT) en de verkopers beloven alle lasten hierin van hun kant af te handelen, behalve daarvan de 3 vierde delen van 6 en een half lopen rogge per jaar genoemd Beekse pacht, nog de drie vierde delen van een jaarlijkse rente van 14 stuivers aan de farbriek van de St. Odulphuskapel te Best. Deze lasten te betalen met ingang van a.s. Maria Lichtmisdag over een jaar. Datum 7 september 1536, getuigen Esch en Goessen.
+++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++
Bron: transcriptie ORA door Jan Toirkens
De getoonde gegevens hebben geen bronnen.