Hij had een relatie met Agnes Persijn van Waterlant.
Kind(eren):
Het eerst wordt hij vermeld in 1200 onder de getuigen bij het verdrag van graaf Dirk VII van Holland met hertog Hendrik I van Brabant.
In 1203 komt er in het graafschap weer beroering. Graaf Dirk VII laat bij zijn overlijden slechts een dochter na, Ada. Gravin Aleid had echter een plan gesmeden om door een huwelijk van haar dochter met Lodewijk, graaf van Loon, het graafschap uit handen van graaf Willem I (de broer van Dirk VII) te houden. Bijna alle Hollandse edelen bewilligden hierin, behalve Philips van Wassenaar en enkele ministralen. Zelfs Willem van Teylingen en Wouter van Egmond stemden aanvankelijk toe, hoewel ze iets later met Philips de leiders zullen zijn van de groep edelen, die zich tegen de opvolging van Ada verzetten (de Loonse oorlog, zie Vrouwe Centraal...).
De vroegtijdige en duidelijke stellingname van Philips in 1203 ten gunste van graaf Willem I kan verklaard worden uit een bijzondere band tussen vorst en edelman, die gelagen kan zijn gedurende de gemeenschappelijke deelname aan de kruistocht in 1189 en het verblijf in het Oosten.
In 1205 komt hij voor als getuigen bij de verkoop van twee hoeven aan de abdij te Rijnsburg en zegelde in 1223 de schenkingsbrief, waarbij de weduwe van graaf Willem I aan deze abdij 50 pond Hollands gaf, voor de ziel van haar overleden man. Philips stierf omstreeks 1225.
VROUW CENTRAAL IN OPVOLGINGSKWESTIE
Dordrecht 4 november 1203; Na dertien jaar het bewind in Holland te hebben gevoerd is graaf Dirk VII overleden. Er schijnd geen enkele regeling te zijn getroffen voor zijn opvolging en wie daarvoor in aanmerking komt is onzeker. Het probleem is des te groter omdat Dirk geen zonen heeft nagelaten, maar alleen een dochter, Ada.
Erfelijkheid van graafschappen in de mannelijke lijn is sinds lang een algemeen erkend recht geworden, maar opvolging door een vrouw bij gebrek aan mannelijke erfgenamen is nauwelijks geregeld. Gebruiken op dat gebied zijn er evenmin, want het is immers nog nooit eerder voorgekomen. Ada's recht op de troon - voor zover dat er al is - wordt op het ogenblik betwist door haar oom Willem, de broer van haar vader.
Ada's moeder, Aleid van Kleef, ziet Willem echter liever niet op de troon en het verhaal gaat dat het Aleid van Kleef is geweest die heeft verhinderd dat Dirk nog tijdens zijn leven de opvolging van zijn broer Willem heeft geregeld. De geruchten gaan bovendien dat Ada in aller ijl aan graaf Lodewijk van Loon zal worden uitgehuwelijkt, zodat hij in naam van Ada kan opvolgen. Lodewijk is nu al in Dordrecht, dus hij moet aan de grens de dood van Dirk hebben staan afwachten.
Het ziet er naar uit dat een groot deel van de Hollanders Willem, de zoon van Floris III, als troonopvolger zal kiezen. Vooral de adel in Zeeland en de boeren in Kennemerland hebben weinig op met graaf Lodewijk, een vreemdeling, zoals zij ook weinig moesten hebben van Aleid van Kleef, een gravin die eveneens van buitenlandse afkomst is.
Eigenlijk had de Duitse keizer als leenheer in deze opvolgingskwestie moeten beslissen, maar er is op het ogenblik geen; er zijn slechts twee koningen die elkaar de kroon betwisten en zelf in een hevige troonstrijd verwikkeld zijn. Zij laten het de heren hier zelf uitvechten. Daar zal het wel op uitdraaien, want Lodewijk is niet van plan Holland zomaar op te geven.
Het eerst wordt hij vermeld in 1200 onder de getuigen bij het verdrag van graaf Dirk VII van Holland met hertog Hendrik I van Brabant.
In 1203 komt er in het graafschap weer beroering. Graaf Dirk VII laat bij zijn overlijden slechts een dochter na, Ada. Gravin Aleid had echter een plan gesmeden om door een huwelijk van haar dochter met Lodewijk, graaf van Loon, het graafschap uit handen van graaf Willem I (de broer van Dirk VII) te houden. Bijna alle Hollandse edelen bewilligden hierin, behalve Philips van Wassenaar en enkele ministralen. Zelfs Willem van Teylingen en Wouter van Egmond stemden aanvankelijk toe, hoewel ze iets later met Philips de leiders zullen zijn van de groep edelen, die zich tegen de opvolging van Ada verzetten (de Loonse oorlog, zie Vrouwe Centraal...).
De vroegtijdige en duidelijke stellingname van Philips in 1203 ten gunste van graaf Willem I kan verklaard worden uit een bijzondere band tussen vorst en edelman, die gelagen kan zijn gedurende de gemeenschappelijke deelname aan de kruistocht in 1189 en het verblijf in het Oosten.
In 1205 komt hij voor als getuigen bij de verkoop van twee hoeven aan de abdij te Rijnsburg en zegelde in 1223 de schenkingsbrief, waarbij de weduwe van graaf Willem I aan deze abdij 50 pond Hollands gaf, voor de ziel van haar overleden man. Philips stierf omstreeks 1225.
VROUW CENTRAAL IN OPVOLGINGSKWESTIE
Dordrecht 4 november 1203; Na dertien jaar het bewind in Holland te hebben gevoerd is graaf Dirk VII overleden. Er schijnd geen enkele regeling te zijn getroffen voor zijn opvolging en wie daarvoor in aanmerking komt is onzeker. Het probleem is des te groter omdat Dirk geen zonen heeft nagelaten, maar alleen een dochter, Ada.
Erfelijkheid van graafschappen in de mannelijke lijn is sinds lang een algemeen erkend recht geworden, maar opvolging door een vrouw bij gebrek aan mannelijke erfgenamen is nauwelijks geregeld. Gebruiken op dat gebied zijn er evenmin, want het is immers nog nooit eerder voorgekomen. Ada's recht op de troon - voor zover dat er al is - wordt op het ogenblik betwist door haar oom Willem, de broer van haar vader.
Ada's moeder, Aleid van Kleef, ziet Willem echter liever niet op de troon en het verhaal gaat dat het Aleid van Kleef is geweest die heeft verhinderd dat Dirk nog tijdens zijn leven de opvolging van zijn broer Willem heeft geregeld. De geruchten gaan bovendien dat Ada in aller ijl aan graaf Lodewijk van Loon zal worden uitgehuwelijkt, zodat hij in naam van Ada kan opvolgen. Lodewijk is nu al in Dordrecht, dus hij moet aan de grens de dood van Dirk hebben staan afwachten.
Het ziet er naar uit dat een groot deel van de Hollanders Willem, de zoon van Floris III, als troonopvolger zal kiezen. Vooral de adel in Zeeland en de boeren in Kennemerland hebben weinig op met graaf Lodewijk, een vreemdeling, zoals zij ook weinig moesten hebben van Aleid van Kleef, een gravin die eveneens van buitenlandse afkomst is.
Eigenlijk had de Duitse keizer als leenheer in deze opvolgingskwestie moeten beslissen, maar er is op het ogenblik geen; er zijn slechts twee koningen die elkaar de kroon betwisten en zelf in een hevige troonstrijd verwikkeld zijn. Zij laten het de heren hier zelf uitvechten. Daar zal het wel op uitdraaien, want Lodewijk is niet van plan Holland zomaar op te geven.
{geni:about_me} Philips I Ridder van Wassenaer of van Duivenvoorde
Ridder, vermeld tussen 1200 en 1223, vermeld in 1200 als getuige bij het verdrag van graaf Dirk II van Holland met hertog Hendrik I van Brabant, steunde graaf Willem I in de Loonse oorlog in 1204, trad in 1205 op als getuige bij de verkoop van twee hoeven aan de abdij van Rijnsburg en zegelde in 1223 de schenkingsbrief, waarbij de weduwe van graaf Willem I aan de abdij 50 pond Hollands gaf, voor de ziel van haar overleden man
--------------------
* Reference: [https://www.myheritage.com/research/collection-1/myheritage-family-trees?itemId=151791342-3-500576&action=showRecord MyHeritage Family Trees] - [http://www.geni.com/projects/SmartCopy/18783 SmartCopy]: ''Jul 30 2016, 3:08:19 UTC''
Philips I van Wassenaer van Duivenvoorde | ||||||||||||||||||||||||||||||||||
Agnes Persijn van Waterlant |
De getoonde gegevens hebben geen bronnen.