Louis Fredrich Carl Doelitzsch is tijdens de Japanse bezettingsperiode te Ngareanak aan desenterie óverleden. Was groot van postuur. In vergelijking met zijn andere broers was hij niet bepaald dapper, in het bijzonder wat de jacht op wilde zwijnen aangaat. Ging voor de oorlog (II) als landbouwer naar Manokwari (Nieuw Guinea), maar na een paar jaar keerde hij naar Java terug waar hij als snijvelder bij de suikerfabriek te Tjepiring (Kendal) werkte. Was ook bij de politie te Semarang en Pekalongan werkzaam geweest. Was ongehuwd.
Het nieuws van den dag voor Nederlandsch-Indie¨
23-05-1916:
Bij vonnis or de raad van Justite te Semarang is L.F.C. Doelitzsch, wegens misbruik van vetrouwen, veroordeeld tot 4 maanden gevangenisstraf.
De getoonde gegevens hebben geen bronnen.