Hoe de woonsituatie van de familie Hadders was daarover zijn vrij gedetailleerde gegevens bekend uit een interview dat Jan Kroezenga in de zomer van 1980 met zijn moeder Hillechien Kroezenga-Hendriks had.
Overgrootvader Wessel Hadders woonde eertijds op de hoek van de oude Groningerweg en de Wevenakkersweg. Het "huisje"stond met de kop naar het veld gericht, zo ongeveer in zuid-westelijke richting. Het zag er als volgt uit: De voorgevel was van steen met twee kleine ramen terwijl aan n kant daarvan nog een klein venster. De zijkanten en de achterwand waren van zoden opgezet, terwijl het dak uit heideplaggen bestond. In de achtergevel was een kleine baander die de enige ingang vormde. Binnen was een scheidingswand van leem tussen het woon- en het schuurgedeelte. Hierin was n deur aangebracht, die toegang gaf tot het woonvertrek. De schuurruimte werd gebruikt voor het houden van n of meer geiten of schapen. In het woonvertrek waren ook de bedsteden. De stookplaats bestond uit een ijzeren rakeldobbe waarboven een haak was aangebracht.
Daaraan hing dan naar gelang een ketelpot of zwarte hen (waterketel). De haardsteen was een grote platte steen. Als kastruimte fungeerde een oud kabinet terwijl het overig meubilair werd gevormd door een tafel met wat stoelen. De vloeren waren van leem. Voor de watervoorziening was men aangewezen op het water, dat zich in kuilen bij het huisje
bevond. Waren die droog, dan moest men naar het tolhek tussen Gasselte en Gieten waar zich de enige put bevond uit de hele omgeving. Dat was dan wel elke keer een wandeling van ongeveer een kwartier heen en een kwartier terug!
Vroeger was het ook de gewoonte om stenen te rooien in het heideveld bij Gasselte. Deze stenen werden gebruikt bij het aanleggen van de dijken in het Groningerland (en misschien ook wel voor wegen). Te Gasselternijveen was een handelaar die de keien opkocht. De boeren aan wie de grond behoorde, lieten voor een schamel loon de arbeiders de stenen rooien. Vooral in de wintertijd, als het boerenwerk gedaan was, gaf dit een welkome aanvulling op het schamele bestaan van de arbeider.
Grafschrift van Wessel Harders:
Hier rust in stille aardrijks schoot;
Mijn zeer geliefde echtgenoot.
Zijn naam en wezen blijft mij bij,
totdat ik rust aan zijn zij
Dat wij dan saam bij Jezus leven
Mogt God dat in genade geven.
Hij trouwt op zaterdag 11 mei 1867 in Gasselte op 31-jarige leeftijd (2) met de 27-jarige Hillechien Bouws, dochter van Berend Bouws en Hinderkien Adolfs. Hillechien, wonende in Gasselte, is geboren op maandag 24 februari 1840 in Gieten, is overleden op zondag 27 februari 1916 in Gasselternijveenschemond. Zij werd 76 jaar en 3 dagen.
Hij trouwt op vrijdag 4 mei 1860 in Borger (aktenr.15) op 24-jarige leeftijd (1) met de 20-jarige antien Martens, dienstmeid te Borger, is geboren op vrijdag 17 mei 1839 in Drouwenerveen, is overleden op zondag 22 juni 1862 in Gasselte. Zij werd 23 jaar, 1 maand en 5 dagen.
De getoonde gegevens hebben geen bronnen.