Die Herren von Born: Castrum de Borne; A.M.P.P. Janssen, Goswin(s) van Born, in: De Maasgouw 110 (1991) 119-122.
Kritzraedt geht aus von einem Goswin von Born, obwohl es zwei gegeben hat: Vater Goswin II. (bis ca. 1258) und Sohn Goswin III. Diese Herren sind von Karl L. Mackes (Haus Born bei Brüggen und seine Besitzer, Teil I., Heimatbuch des Kreises Viersen 2001, 111-130) irrtümlich dem Haus Born bei Brüggen zugeordnet.
U.a. aus den Lehnsregistern von Loon geht aber hervor, dass sie mit Born bei Sittard assoziiert werden müssen: Rijksarchief in Limburg, Hasselt, Kuringen, Loonse leenregisters, Nr. 191, fol. XIXr, wo das Haus und die Burg von Born (domum et castrum de Borne) von Reinald von Valkenburg, Herr von Born und Sittard, mit dem Haus Born von Goswin III. in der Urkunde von 1234 identifiziert werden.
https://www.dbnl.org/tekst/krit002anna02_01/krit002anna02_01_0047.php
Hij is getrouwd met Imagina van Loon.
Zij zijn getrouwd in het jaar 1218.Bron 3
1196-1261
Goswin II van Born huwt 1218 Imagina N (van Loon?). In 1231 draagt hij met toestemming van de bisschop van Luik en de graaf van Loon de tiendrechten in Blerick en Horst (Bercle) aan het klooster Ophoven over. Bij gelegenheid droeg Goswin zijn allodium Born in leen op aan de graaf van Loon. In 1234 draagt de graaf van Loon zijn leenrecht op Born over aan de graaf van Gelre. Op 4 juni 1238 is hij voor Gelre getuige bij de schenking
van de hof Eyl aan de Munsterabdij Roermond. In 1244 is hij getuige voor Gelre over de uitspraak inzake Zwartbroek te Roermond.
Mackes; Born, dl. 1 p. 119-122.
1218
Osto de Borne, edelman, en zijn vrouw Petronella geven met toestemming van hun zoon Goswinus en diens vrouw Imagina hun deel in de tienden van Gerdingen aan de abdij van Herkenrode.
Coenen nr. 821
https://www.google.com/url?sa=t&source=web&rct=j&url=https://www.archiefroermond.nl/nl/onderzoek/regesten-2/regesten-1-2087.pdf&ved=2ahUKEwjMof-R0czyAhXVs6QKHQZ_BDQQFnoECAMQAQ&usg=AOvVaw3FJW3B83Lq94dKcvimnUrX&cshid=1629910424993
Kind(eren):
BORNE (Gozewijn II van), zoon van Otto, die volgt, volgde zijn vader op en verkocht in 1231 de tienden van Blerik en Horst aan het door zijne ouders gestichte klooster Ophoven, terwijl hij zijn eigen goed Born aan den graaf van Loon als leen opdroeg. De abdij Averbode verzette zich hiertegen, maar Gozewijn en zijne vrouw Ymaine verklaarden, dat de gift van 1219 (zie het volg. art.) tegen hun wil was geschied.
Gozewijn II werd in 1234 vazal van Gelre voor het goed Born en komt geregeld in de omgeving van graaf Otto II van Gelre voor.(Opmerking Jan Kempin: Zie dbnl die van bovenstaande schrijft dat het om Gozewijn III gaat)
Zijn sterfjaar is onbekend.
Zijn zoon Gozewijn III, zijn opvolger, streed dapper mede in den slag van Woeringen (1288), waar hij zwaar gewond werd en twee zoons aan zijn zijde zag sneuvelen. Hij leefde nog in 1306 en liet twee zoons na, Otto en Willem (1311 kanunnik van St. Servaas te Maastricht), welke echter zonder kinderen overleden moeten zijn, daar hun zuster, gehuwd met Arnold, heer van Stein, in 1320 Born aan Jan van Valkenburg, heer van Ravestein verkocht, in welk geslacht dit goed bleef.
http://resources.huygens.knaw.nl/retroboeken/nnbw/#source=1&page=216&view=transcriptiePane&size=801&accessor=accessor_index
Gozewijn II van Born | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
1218 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
Imagina van Loon |