Stamboom Kempin Finken » Ekbert I "eenoog" van Saksen - Billung (935-994)

Persoonlijke gegevens Ekbert I "eenoog" van Saksen - Billung 

• Roepnaam is eenoog.
• Hij is geboren tussen 930 en 935.Bron 2

  EKBERT [I] "der Einäugige" ([930/35]-4 Apr 994). No direct proof has been found that Ekbert [I] was the son of Wichmann [II] but the chronology is favorable. However, it is clear that he was the brother of Wichmann [III], as Thietmar refers to "Counts Wichmann and Ekbert…brothers" instigating the Slavs to war[282]. His birth date range is estimated on the assumption that he was of a similar age to Liudolf, son of Emperor Otto I, when he joined Liudolf's rebellion. Ekbert lost an eye in a battle for which he blamed Emperor Otto I[283]. "Otto…rex" confirmed the immunities of Kloster Essen including over land "excepta in loco Ruoldinghus quam Eggihart et eius coniunx Rikilt" possessed by hereditary right and in land "in comitatu Ecberti et Cobbonis" by charter dated 15 Jan 947[284], although Ekbert [I] would have been rather young at that date for this to be the same person. Thietmar records that "Count Ekbert" joined the rebellion of Liudolf, son of Emperor Otto I[285], dated from other sources to [953/54]. "Otto…imperator augustus" made a donation to St Pantaleon at Köln of property "insule medietatem in Almere que Urch vocatur…quod Gardolfus iam quondam comes…tenuisse…in comitatu Ekberti comitis" by an undated charter, dated to 966[286]. Thietmar records that "Count Ekbert" was tried for complicity in the rebellion of Heinrich Duke of Bavaria and sent into exile[287], dated to 978. In a later passage, the same chronicler records that Count Ekbert was present with Duke Heinrich when the latter kidnapped King Otto III and that subsequently the king's sister Adelheid was held at Ekbert's fortress of Ala[288]. Graf im Hastfalagau. "Otto…rex" donated property "Vvalbisci in comitatu Karoli comitis" to Quedlinburg by charter dated 6 Jan 992, which names as present "Bernhardi ducis, Egberti comitis, Eggihardi marchionis, Herimanni palatini comitis, Huodonis marchionis, Deoderici palatini comitis eiusque fratris Sigeberti comitis, Herimanni comitis"[289], Ekbert's position as second in the list of nobles indicating his importance at the time. The necrology of Fulda records the death in 994 of "Egbertus com"[290]. The necrology of Lüneburg records the death "4 Apr" of "Ekbert com"[291].
  
  m ---. The name of Ekbert's wife is not known.] Ekbert & his wife had [six possible children]. No direct proof has been found that the following are children of Ekbert but this is probable. That Ekbert had surviving sons is shown by the charter of "Otto tercius…Romanorum imperator augustus" dated 23 Jan 1001 which donates property "castellum Dalehem…in pago Hastfala sive Ambargam in comitatu filiorum Ekbrahti comitis et nepotis nostri" to the church of Hildesheim[292]. The relationship of "nepos" to Emperor Otto III would have been a remote one through Ekbert's supposed mother Friderun, who was the sister of Emperor Otto's paternal great-grandmother.
  
  BRUNO ([975/85]-murdered near Niethorp[293] [1010/11]
  AMELUNG (-[21 Sep ----], after 14 Sep [1029]).
  EKBERT [II] (-[7 Feb ----], after 24 Jul 1042)
  WICHMANN [IV] (-murdered Upladen 9 Oct 1016, bur Verden).
  GERTRUD (-after 1018).
  GERBERGA
  
  Bronnen:
  
  [282] Thietmar 2.12, pp. 99-100.
  
  [283] Widukindi Res Gestæ Saxonicæ III.19, cited in Thietmar, p. 96 footnote 36 (continuation from previous page).
  
  [284] D O I 85, p. 166.
  
  [285] Thietmar 2.6, p. 95.
  
  [286] D O I 324, p. 438.
  
  [287] Thietmar 3.7, p. 132.
  
  [288] Thietmar 4.1 and 4.3, pp. 149 and 151.
  
  [289] D O III 81, p. 489.
  
  [290] Annales Necrologici Fuldenses, MGH SS XIII, p. 123.
  
  [291] Althoff, G. (ed.) (1983) Die Totenbücher von Merseburg, Magdeburg und Lüneburg (Hannover), Lüneburg.
  
  [292] D O III 390, p. 820.
  
  https://fmg.ac/Projects/MedLands/SAXONY.htm#WichmanIdied944

• Hij is overleden op 4 april 994.
• Een kind van Wichmann II (I) van Saksen - Billung en Frederuna of Bia van Ringelheim

Gezin van Ekbert I "eenoog" van Saksen - Billung

Kind(eren):

1. Amelung van Saksen - Billung  ????-± 1031 
2. Bruno I von Braunschweig  985-1011 

Notities over Ekbert I "eenoog" van Saksen - Billung

Uit onderzoek naar de herkomst van graven in Midden-Frisia in de 11e eeuw is
gebleken, dat de hier bedoelde graaf Egbert identiek moet zijn met Egbert Eenoog
Billung, de hierboven al genoemde zoon van graaf Wichman Billung de Oude.(63) Egbert
Eenoog was een der spraakmakende jonge Saksische edelen, die een rol speelde in het
verzet tegen zijn neef koning Otto I in 953-954, zoals we zagen, zodat de vraag rijst hoe
hij toch het graafschap in Midden-Frisia kan hebben verworven.

Aangezien na 944 zijn Billunger erfgoed grotendeels door Herman Billung was geüsurpeerd, zullen deze bezittingen afkomstig geweest zijn van zijn grootvader van moederszijde, graaf Diederik.(69) Zijn grootmoeder van die zijde, de Deens-Friese Reginhilde, liet in Frisia gelegen goederen na, zoals blijkt uit hetgeen haar dochter Mathilde in haar huwelijk inbracht.(70) Het ligt voor de hand dat niet alleen Mathilde, maar ook de andere dochters
van Reginhilde, waaronder de moeder van Egbert Eenoog, in deze erfgoederen hebben
gedeeld. Ook die goederen zijn vervolgens weer voor een deel in handen gekomen van
Reginhildes kleinzoon Egbert Eenoog en zijn nakomelingen. Een voorbeeld daarvan
kan zijn een allodiaal goed in Fresia apud Morheim,
(71) dat vermoedelijk in Oostergo lag(72).

Toen Egbert Eenoog in 994 overleed,76 kwamen zijn bezittingen en rechten in handen van zijn zoons, waarvan er een waarschijnlijk weer Egbert (Jr) werd genoemd, een ander Wichman III (bekend als ‘de Wichman van Vreden’, vermoord in 1016)(77) en een derde Amalung (hierna nog te noemen).

63) Henstra, ‘De herkomst’.
69) Freytag, Die Herrschaft, 76-77
70) Jaekel, Die Grafen, 66-67
71) Böhmer/Petke, Regesta Imperii IV, 261 (1134, nr. 410): de oorkonde betreft een maatregel door koning Lotharius
III betreffende het klooster van de Heilige Maria in Brunswijk, dat in 1115 door Gertrud, dochter van de Brunoonse
markgraaf Egbert, was gesticht en uit haar erfgoed was begiftigd met toestemming van haar erfgenamen, o.a. met de
opbrengst van een in Frisia nabij Morheim gelegen goed. Brunoons erfgoed in Frisia kan door de Brunoonse Gertrud
verworven zijn als erfgoed van haar grootmoeder, Gertrud Billung, ingebracht bij haar huwelijk met de Brunoon
Liudolf. Zie Henstra, ‘De herkomst’, passim.
72) Vriendelijke mededeling (25-03-2002) van drs. P. Noomen: met Morheim is waarschijnlijk bedoeld Murrimatherp,
even benoorden Murmerwoude.
76) Althoff, Adels- und Königsfamilien, 394.
77) Over deze gebeurtenis o.a. Van Winter, ‘Die Hamaländer Grafen’, 16-17.

Blz 85, 88, 89

Dirk Jan Henstra,
Friese graafschappen tussen Zwin en Wezer.
Een overzicht van de grafelijkheid in middeleeuws Frisia (ca. 700-1200)
(bezorgd door A.T. Popkema)

https://www.academia.edu/1232211/Dirk_Jan_Henstra_Friese_graafschappen_tussen_Zwin_en_Wezer_Een_overzicht_van_de_grafelijkheid_in_middeleeuws_Frisia_ca_700_1200_bezorgd_door_A_T_Popkema_

Heeft u aanvullingen, correcties of vragen met betrekking tot Ekbert I "eenoog" van Saksen - Billung?
De auteur van deze publicatie hoort het graag van u!

Tijdbalk Ekbert I "eenoog" van Saksen - Billung

Klik op de namen voor meer informatie. Gebruikte symbolen:  grootouders    ouders    broers/zussen    kinderen