Herman van Wylre, zoon van Alexander van Wylre (II) en [NNdtr. Herman van Heppendorf ], heer van Eneberge/Eynenberg.
22 augustus 1231:
Arnold (IV), graaf van Loon, verklaart dat de gehele tienden van Boechout, aan de abdij Van
Herckenrode verkocht zijn door Gozewijn van Born voor tachtig Keulse marken, borg is o.a. Herman van Wilre.(28)
maart 1237:
Koenraad van Hoepertingen, edelman, vermaakt aan de abdij van Herkenrode tien mark op zijn
molen van Elsholte. De akte draagt zijn zegel, alsook dat van zijn bloedverwant, de heer Herman van Wilre.(29)
augustus 1238:
Koenraad van Hoepertingen oorkondt dat hij de goederen, die Wilhelmus de Repe van hem in
leen houdt, aan het huis Biezen schenkt mits een jaarlijkse cijns van 12 denieren Luiks. Aan de oorkonden zijn
de zegels bevestigd van Koenraad van Hoepertingen en Herman van Wilre.(30)
21 april 1248:
Arnold van Elso, ridder, geeft de voogdij en rechtsspraak te Hamal in leen aan Willem van Hamal, riider, bij de getuigen o.a. heer Herman van Wilre en zijn broer Alexander.(31)
1251: Walram hertog van Limburg, oorkondt dat hij al zijn rechten op de goederen van Daniel (van Voeren), in
Voeren gelegen tussen Limburg en de Maas, aan de Duitse Orde afstaat. Getuigen Wido, dapifer, Alexander,
marescalcus, Henricus Cornut, Wilhelmus de Womis, Hermannus de Wilre.(32)
13 maart 1253:
Walram IV, hertog van Limburg geeft aan Elizabeth (tweede) vrouw van Gerard heer van
Wassenberg en zuster van wijlen Hendrik II hertog van Brabant de investutuur van het kasteel Spromont etc.
Getuigen zijn: Dirk heer van Valkenburg, Herman de Wilre, Udo dapifer van Rode, Gislebertus zijn zoon,
Wilhelmus gen. Mulrepach, Wilhelmus de Wemmis, Alexander maarschalk van Limburg, Simon de
Reynberzdale, Adam de Sledenake, Gisennus de Golopia, ridders.(33)
Op 20 maart 1258 verkoopt Walram IV hertog van Limburg aan Hendrik III, hertog van Brabant de landerijen die
hij bezit in het graafschap Daelhem. Als getuigen zijn: Willem graaf van Gulik,, heer Walter Berthout, heer Arnold
dapifer van Rochelar, heer Gerard van Marbais, heer Arnold van Crayhenem, heer Hudone dapifer van Rode,
heer Alexandro maarschalk van Limburg, heer Hendrik van Calmont, heer Willem van Molrebeys, heer Willem
en heer Alexander zonen van heer Herman van Wilre.(34)
In een oorkonde van 1261 van Walram hertog van Luxemburg betreffende Herve t.b.v. de abdij du Val Dieu
wordt als getuige genoemd Alexandro filio Hermanni militis de Viler (=Wilre?).(35)
Herman was gehuwd met Clementia.
Van Herman en Clementia zijn drie kinderen bekend:
1 Willem van Wylre.
Op 20 maart 1258 verkoopt Walram IV hertog van Limburg aan Hendrik III, hertog van Brabant de landerijen
die hij bezit in het graafschap Daelhem. Als getuigen zijn: Willem graaf van Gulik,, heer Walter Berthout, heer
Arnold dapifer van Rochelar, heer Gerard van Marbais, heer Arnold van Crayhenem, heer Hudone dapifer van
Rode, heer Alexandro maarschalk van Limburg, heer Hendrik van Calmont, heer Willem van Molrebeys, heer
Willem en heer Alexander zonen van heer Herman van Wilre.(36)
2 Alexander van Wylre,
3 Herman van Wylre
28) Coenen deel II, blz. 13-14, nr. 1042.
29) Coenen deel II, blz. 45-46, nr. 1144.
30) Oorspr. perkament; fragmenten van de zegels van G (mz.C?) de Hubertinghen en H. de Wilre. Grauwels, 1966,
blz. 4 nr. 12.
31) Lacomblet II, nr. 325 blz. 170.
32) Grauwels 1967,deel III regest 2290. met afbeelding van de oorkonde.
33) Ernst VI, nr. CXCI, 13 maart 1253, blz. 247-248. Verkooren inventaire des chartes et catulaires des Duchés de
Brabant et de Limbourg etc. première partie, chartes originales et vidimées, tome 1e, 1910, nr. 55.
34) Ernst VI, nr. CCI, 20 maart 1258, blz. 254-255, Verkooren 1961, blz. 116.
35) Ernst VI nr. CCV, 1261, blz. 258-259.
36) zie noot 34.
Blz 5 en 6
Genealogie oudste generaties van Wilre
door N.L. van Dinther © 2016
https://www.google.com/url?sa=t&source=web&rct=j&url=https://www.nicovandinther.nl/kwartierstaten/Genealogie-oudste-generaties-van-Wilre.pdf&ved=2ahUKEwj08dXJ-_D1AhUyk_0HHSwmA34QFnoECBUQAQ&usg=AOvVaw2iA8mv1CjSuWHV6wAkqQXH
Hij is getrouwd met Clementia ?.
Zij zijn getrouwd
Kind(eren):
4 avril 1239.
Universis presentes litteras inspecturis ego Arnuldus, comes de Los, notum facio quod
dominus Hermannus de Eneberge, filius domini Alexandri de Wilre, allodium meum quod
a me tenebat in feodum, quod idem Hermannus domino Arnoldo de Corwaremme militi jure
feodotali reddiderat alterins tenendum, videlicet quadraginta et sex bonuaria terre jacentis
in territorio de Niel et de Ginglehen, et braxinam et molendinum quod reddit singulis annis
dicto domino Arouldo de Corwarerome novem modios multure, et totum censum tam in
denariis quam in caponibus apud Niel, exceptis sexaginta solidis Leodiensibus et sexaginta
eaponibus, in manus meas libere reportavit, et quicquid juris in eodem habebat vel habere
poterat feodo, per judicium hominum meorum, guerpixit, ut de feodo predicto meam prorsus
facerem voluntatem. Acta sunt hee in domo nostra spud Dilsenc, apno dominice incarnationis millesimo ducentesimo tricesimo nono, presentibus nobili viro Wilelmo domino de Pitresen, domino Gontero et domino Fastrado de Berlois fratribus, domino Wilelmo de Tongris, et domino Henemanno de Veldeke senesealco de Los, et aliis multis. Allodium vero meum predietum quod dominus Hermannus a me tenebat in feodum, et in manus meas libere ut supra dictum est reportaverat, et preterea triginta et ser bonuaria allodii mei jacentis in territorio predicto, quod dicto domino Arnoldo de Corwaremme jure feodotali reddideram
tenendum, dedi absolute coram hominibus meis, et aliis quibusdam, videlicet domino Gerardo fratre meo, et viro nobili domino Chonmanne de Hers, domino Theoderico fratre domini Gerardi Skenar. domino Werrico de Fontenes, domino Wilelmo de Herke, et domino Henemano de Veldeke senescalco de Los, et contuli sepedicto domino Arnuldo de Corwaremme tanquam allodium pacifice possidendum, et omne dominium sive jus quod in eodem habebam vel habere poleram allodio, in ipsum dominum Arnuldum de Corwaremme transtuli totaliter, ut inde sicul de suo faciat allodio, suam omnimodo voluntatem. Actum Leodii anno gracie MCC tricesimo nons, II nonas aprilis.
Abbaye de la Paix-Dieu, original sur parchemin, seeau enlevé.
Vertaald:
Ik Arnoldus, graaf van Los, maak aan alle huidige inspectiebrieven bekend dat heer Hermannus de Eneberge, zoon van heer Alexandre de Wilre, mijn allodium als vergoeding in handen hield, dat dezelfde Hermannus had teruggegeven aan heer Arnoldus de Corwaremme, een jure-feodale soldaat, in handen van anderen, dat wil zeggen zesenveertig bounia, het land dat op het grondgebied van Niel en Ginglehen ligt, en de brouwerij en de molen die hij elk jaar aan de genoemde heer Arould de Corwarerom schenkt. het bedrag van negen muletes, en de hele aanslag, zowel in geld als in de kapoenen bij Niel, met uitzondering van zestig vaste goederen van Leodians en zestig van de Japanners, bracht hij vrijelijk terug in mijn handen, en welke rechten hij ook had of kon Ik heb dezelfde vergoeding gekregen, naar het oordeel van mijn mannen, die hij heeft verbeurd, zodat ik mijn volledige wil zou kunnen doen met betrekking tot de bovengenoemde vergoeding. Ze vonden plaats in ons huis Dilsenc, op de zondag van de incarnatie duizend tweehonderdnegenendertig, in aanwezigheid van de edele man Wilelmo domino de Pitresen, domino Gontero en domino Fastrado de Berlois broers, domino Wilelmo de Tongris, en domino Henemann de Veldeke senesealco de Los, en anderen voor velen Wat betreft mijn allodium, dat Heer Hermanus als vergoeding van mij had afgehouden en zoals eerder gezegd vrijelijk in mijn handen had genomen, en bovendien de dertighonderd premies van mijn allodium die in het bovengenoemde gebied lagen en die ik had teruggegeven aan de zei heer Arnold de Corwaremme, op grond van het feodale recht gaf ik voorheen absoluut aan mijn mannen, en aan enkele anderen, dat wil zeggen aan heer Gerard, mijn broer, en aan de edele man heer Chonmanne de Hers, heer Theoderic, broer van Heer Gerard Skenar. heer Werric de Fontenes, heer William de Herke, en heer Henemanus de Veldeke, seneschal van Los, en ik droeg aan heer Arnold de Corwaremme over als een vreedzaam lotdeel, en alle heerschappij of rechten die ik daarin had of waar ik recht op had. bezit in het lot, aan heer Arnold de I droeg Corwaremme volledig over, zodat hij van daaruit op alle mogelijke manieren zijn wil kan doen. Akte van Leodius in het genadejaar 200 negenendertig, 2 negende april.
https://archive.org/stream/oeuvresdejacques02hemruoft/oeuvresdejacques02hemruoft_djvu.txt
Euvres de Jacques de Hemricourt, publiées par C. de Borman avec la collaboration de A. Bayot