Hij is getrouwd met Grietgen op die Linde (alias Biesmans?).
Zij zijn getrouwd
Kind(eren):
Erken (Arnoldus) Hoen, gehuwd met Grietgen op die Linde (alias Biesmans?).
Erken of Ernken Hoen treffen we in de bronnen pas aan als hij al overleden is. Er is namelijk sprake van Ernken Hoenen kijnderen op die Lindt die een jaarlijkse rente van een half vat rogge moeten betalen aan de pastorie van Beek over een koilhoeffken (1) dat ze van Gielis de Bije bekomen hebben (vermoedelijk door koop!); deze rente is betaelt tot en met 1607. (2) Een andere rente was een half vat rogge dat “Ernken Hoenen naegelaeten kynderen voerhin Marten Biessmans van hueren goederen” schuldig was. Maar die staat al van 1568 open... (3) Wellicht is het dezelfde rente van een half vat rogge die Eerken Hoenen voorhin Marten Biesmans aan Onser Lieven Vrouwen Broderschap moet betalen en die vermeld wordt onder de renten die “niet gancbaar en sijn” (4) De pastoor meldt later zelfs:
“NB dat ick nivers van dese bovengemelte debiteurs enige betalinge in eenige registers gevonden hebbe”. (5)
In elk geval brengt deze rente van een half vat rogge ons op het spoor van zijn echtgenote: Grietgen op die Linde. In drie achtereenvolgende registers treffen we haar aan:
Lins op die Linde ½ vat rog van sinen goet. Nu Grietge die dochter. Rest te betalen de Anno 1569 incluys. Wird negiert. (6)
Marten Biesmans gilt jaers ½ vaet roggen talt nu Ercken Hoenen op die Linde. Nu Grietgen die naegelaeten huysvrouwe ende dat van haere goederen. Rest te betaelen de Anno 1569 incluys. (7)
Item Grietgen op die Linde van haers mans wegen Erken Hoenen gilt jaers ½ vaet roggen alle haer goet. (8)
In het Inkomstenregister van 1588 (9) vinden we voor diezelfde post Ernken op die Linde. Misschien was ook hier Ernken Hoen bedoeld. We kunnen in elk geval concluderen dat Ernken vóór 1598 was overleden, zijn weduwe vóór of in 1607.
In een inkomstenregister van de armentafel uit 1599 (10) troffen we aan:
Grietgen Hoenen op die Linde gilt jaers 3 cop roggen. Onderpant een kempge gelegen in die Speebeeck Regenoit ter eener sijden St Niclaes Altaer lant ende ter andere sijden die Speebeeckstraet voer hoefft Reiner Nalen aent ander hoefft [open]
Die kynderen van Grietgen op die Lind gelden jaerlyx van haeren koolhoeff ½ vat rogh (11) De familierelatie met de vorige bezitters van sommige renten, nl. Otien Claessen, Lentgen Emmen en Marten Biesmans is niet duidelijk. De laatste lijkt de broer van Grietgen, die dan de dochter van Lins Biesmans zou kunnen zijn. Zo moet Ernken Biesmans, misschien naar zijn oom Ernken Hoen vernoemd, een rente van een half vat rogge betalen voor huys en hoff naast Grietgens erven op de Linde. (12) Helaas beginnen de doop- en trouwboeken van Beek pas in 1634, zodat daaruit geen duidelijke aanwijzingen zijn te halen. Van Oth Claessen weten we uit het inkomsten register van 1578-1607(13) alleen dat hij de eijdom [=schoonzoon] van Lijseken Schips is, wat ons ook niet veel verder brengt. Het is best mogelijk dat het goed waarop de rente rust, niet door vererving maar door aankoop in hun bezit is gekomen.
We kennen vermoedelijk niet alle kinderen van dit echtpaar. Met zekerheid vinden we in Beek Matheus terug, die ook in het vervolg de renten betaalt. Ook Jan Hoen en Arnold Hoen kunnen vrij gemakkelijk op Erken teruggevoerd worden. Van een zoon Willem vernemen we dat hij op de dag na Allerheiligen [= 2 november] 1608 zijn erfdeel verheft en op staande voet een koolhof, weiden en tachtig roeden land voor 100 gulden en een varken aan zijn broer Teves overdraagt. (14) Vermoedelijk vertrok hij naar Klimmen en is hij de stamvader van de Tak Klimmen. Omdat we weten dat die een broer Leonardus had, kunnen we het gezin enigszins reconstrueren, met vermoedens rond de dochters. Een ervan, Trineken is vermoedelijk ongetrouwd gebleven, maar zij betaalt een rente van 2½ cop rogge, die na haar Lenart Sussendaal betaalt en daarna diens zuster Meiken Sassen. (15). Een andere, waarschijnlijk Anna, trouwde met (Thomas?) Seutendael. Haar kinderen onderhouden hechte relaties met deze familie Hoen, zoals de doopgetuigen uitwijzen.
Kinderen:
Willem Hoen, vernoemd naar de grootvader, volgt IV A. TAK KLIMMEN.
Leonard Hoen, vernoemd naar Lins op die Linde.
Arnold Hoen, volgt IV B.
Matheus Hoen, volgt IV C.
Joannes Hoen, volgt IV D. TAK OIRSBEEK
Anna Hoen
Noten:
1) RAH AB 4192, Inkomsten en uitgaven parochie Beek 1578-1607.
2) RAH AB 4198, Inkomsten en uitgaven parochie Beek 1606-1607.
3) RAH AB 4198, Inkomsten en uitgaven parochie Beek 1606-1607, en: AB 4200, Inkomsten en uitgaven parochie Beek 1615, folio 13.
4) RAH AB 4204, Inkomsten en uitgaven parochie Beek 1638-1649; en AB 4173, Goederen en inkomsten van de pastoor 1656-1685, folio 23.
5) RAH AB 4206, Inkomsten en uitgaven parochie Beek 1664-1688, folio 127.
6) RAH AB 4194, Inkomsten en uitgaven parochie Beek 1594.
7) RAH AB 4195, Inkomsten en uitgaven parochie Beek 1598.
8) RAH AB 4196, Inkomsten en uitgaven parochie Beek 1599.
9) RAH AB 4193, Inkomsten en uitgaven parochie Beek 1588.
10) RAH AB 4211, Register van inkomsten van de kerkfabriek en de armentafel, 1599.
11) RAH, AB 4158, Inkomstenregister altaar van het H.Kruis 1561-1569, met tevens een opgave van erfrenten die de pastorie van Beek toekomen 1611, folio 55a.
12) RAH AB 4192, Inkomsten en uitgaven parochie Beek 1579-1607.
13) RAH AB 4192, Inkomsten en uitgaven parochie Beek 1579-1607.
14) RHCL Schepenbank Beek, LvO 4128.
15) RAH AB 4173, Goederen en inkomsten van de pastoor 1656-1685, folio 19.
https://genwiki.nl/limburg/index.php?title=Tak_Beek
Erken Hoen | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Grietgen op die Linde (alias Biesmans?) | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||