Sjoerd van Wiarda, overleden n 18 sep 1435.
Potestaat van Oostergo en in 1404 bewoner van Wiardastate te Goutum.
Hij overleed zonder kinderen en liet de state na aan zijn broer Oene.
Hij wordt genoemd na 26-6-1406 (OFO I-13) en op 18-9-1435 zegelt hij bij verkoop van land te Swichem (OFO I-65).
Wiarda State te Goutum
De State wordt voor het eerst in de 14e eeuw genoemd.
Deze state werd in de late middeleeuwen bewoond door de Wiarda’s, een belangrijk hoofdelingengeslacht. Omstreeks 1380 woonde Pybe Wiarda te Goutum en waarschijnlijk was hij de vader van Sjoerd Wiarda. Deze laatste was in 1399, in de strijd tegen de graaf van Holland, aanvoerder van Oostergo. Op de landdagen van Oostergo in het nabijgelegen Barrahuis, was hij een man van groot aanzien. In 1400 moet hij hebben meegevochten aan de kant van de Schieringers in de slag om Dokkum en om de Camminghastins. In 1406 was hij mederechter in het gerecht ‘in der Bacuwa’, het Leeuwarder Nieuwland, zuidwestelijk van de stad. Sjoerd had twee broers, Ids en Oene. Ids nam de naam van zijn moeder aan en noemde zicht Ids Eminga. Hij bouwde Eminga State op ongeveer de plek waar nu het rusthuis Aldlânstate in Leeuwarden staat. Ook Oene kreeg zijn eigen state: Burmania State, een stukje ten westen van Eminga State.
Volgens de overlevering wisten deze broers wel van wanten, want de states Burmania, Wiarda en Eminga werden in deze volgorde ook wel Putsma State, Schenkinsma State en Drinkuitsma State genoemd. Zo komen ze zelfs voor op landkaarten. Zelfs Eekhoff vermeldt op zijn kaart uit 1847 nog de namen Putsma en Drinkuitsma in plaats van Burmania en Eminga.
Tsjomme Wiarda was de laatste van zijn tak van de familie. Hij zal zich zeker niet onbetuigd hebben gelaten in de strijd tussen de Schieringers en de Vetkopers. In 1457 treedt hij op als gezant van Oostergo naar de vorst van Bourgondië. Die wilde de macht over Friesland hebben en Tsjomme ging naar hem toe om de zaken te bespreken. In de zeventiger jaren van die eeuw moet hij dat nog eens hebben gedaan. Hij moet schathemeltjerijk geweest zijn en gebruikte die rijkdom om de kerk te steunen. In 1449 schonk hij het “Smeynghagoed te Birstens” (Birstum bij Akkrum) aan het Franciscaner Tertiarissenklooster te Aalzum. In 1472, het jaar dat zijn vrouw stierf, schonk hij het Syurdismagoed (Sjoerdsma sate) te Lekkum aan het Heilige Sacramentsgilde te Leeuwarden dat zorgde voor de armen. Deze schenking werd belast met diverse legaten, ondermeer eentje voor de armen van Goutum. Hij stierf in 1473 en de state vererfde op zijn achterneef Syds Eminga.
De Nederlandse Leeuw 1905:
Wiarda-state werd reeds in 1404 bewoond door den Potestaat van Oostergoo Sjoerd Wiarda, kwam na zijn dood aan zijn broeder Oene, die zich Wiarda bleef noemen, terwijl zijn andere broeder Ids zich Eminga schreef, naar aller moeder Claer Eminga, die gehuwd was geweest aan Pijbe Wiarda. Van Oene Wiarda ging de state over aan zijn zoon Tjomme Wiarda, en, toen deze in 1473 kinderloos stierf, werd zijn neef Ids van Eminga, zoon van bovengenoemden Ids Wiarda, zich noemende Eminga, eigenaaar van Wiarda-state. De reeks Eminga’s die bedoelde stins of state bewoond hebben, werd afgesloten met Tiberius van Eminga, als de laatste van zijn geslacht overleden op 17 September 1733. Zijn derde vrouw was Mary van Burmania, overleden 27 September 1757, stelde tot haren erfgenaam in den zoon van den luitenant-generaal Valerius Vitus, genaamd Gerrit Ferdinand van Cammingha, die zich toen vestigde op Wiardastate, ‘t welk hij naliet aan zijn broeder Ruurd Carel van Cammingha, wiens afstammelingen het tegenwoordig nog bewonen. De thans nog bestaande Cammingha’s zijn eigenlijk Eminga’s, daar hun stamvader Wijtse van Eminga genaamd van Cammingha sproot uit het huwelijk van Rienck Idses van Eminga (overl. 1531) met Sjoeck van Cammingha (overl. 1515).
Siurt Wiard Pybes van Wiarda |
De getoonde gegevens hebben geen bronnen.