Hij is getrouwd met Ursel van Scheltema.
Zij zijn getrouwd
Kind(eren):
Watze van Roorda, overleden 18 feb 1614 *, zoon van Johan van Roorda en Machteld van Loo.
Watze erfde in 1589 van zijn vader de state "Jorum" te Kubaard (T323-01)
Hij verhuurde in 1606 voor zijn moeder land te Kubaard (HEN 44-186).
Watze is ondertrouwd Leeuwarden 25 mrt 1603 en getrouwd aldaar 13 apr 1603 met Ursel van Scheltema, afkomstig uit Bornwird, overleden 16 nov 1615 *, dochter van Sippe van Scheltema en Bauck Wopckesdr van Douma.
Uit dit huwelijk:
1 Machteld van Roorda, overleden na 4 mei 1660.
Machteld doet belijdenis te Hallum op 16-8-1646.
HvF 16811-162 (1644/1651):decr.verkoop Kollumerzijl met Haringh van Burmania, Ruyrdt van Feytsma, Minne Houwerda van Meckema en Machteld van Roorda.
Zij testeerde als weduwe op 17-7-1657 en op 4-5-1660 te Leeuwarden als weduwe te Deinum (EEE3-290, T347-966 en T327-1899a), waarbij zij haar vorige testament herriep.
Het testament is ook te vinden in de stukken bij HvF 8225 d.d.20-12-1703: Lucia van Eysinga contra Jan Mathys van Feugen.
In 1660 was zij in bezit van Sierdsmastate te Deinum en Feytsmastate te Hallum. Uit haar testament d.d.4-5-1660:
Sierdsmastate gaat naar Machteld, dochter van haar zuster Bauck van Roorda. Maar Bauck mag er blijven wonen totdat Machteld trouwt.
Overlijdt haar nicht Machteld zonder nakomelingen dan gaat Sierksmastate naar haar zuster Wick.Als Machteld later een zoon Bocke krijgt dan moet deze Bocke Feytsma heten.
Feytsmastate gaat naar Julius ,jongste zoon van haar zuster Bauck, mits hij “de naam en stam van Feytsma zal voeren”. Overlijdt hij zonder kinderen of trouwt hij beneden zijn stand dan gaat Feytsmastate naar zijn zuster Orsel van Eysinga, mits zij later een zoon Ruurd Feytsma zal noemen.
Haar zuster Bauck erft 3 boerderijen te Blija, Westernijkerk en Kollum.
Er zijn legaten voor de dochters van Bauck n.l. Orsel, Lisck en Foeck en de spullen van Bocke, in 1657 overleden zoon van Machteld van Roorda, zoals zijn kleding gaan naar Jelte van Eysinga, oudste zoon van haar zuster Bauck.
Watze van Roorda, zoon van haar overleden broer Johan, erft 20 pm land te Anjum.
Er is jaarlijks 50 car.gld. beschikbaar voor Ruurd Minnes, zoon van Minne Sjouckes, boer te Deinum. Deze was genoemd naar haar overleden man en zij was mette (meter).
Over haar testament zie ook GJB 1964-26 en GJB 1999-219.
T323-01-389: Machteld,weduwe Ruurd Feytsma (1660).
Machteld is in ondertrouw gegaan Leeuwarden 30 apr 1631 ,gerecht en getrouwd aldaar 22 mei 1631 met Ruurd van Feytsma, overleden v 17 jul 1657, zoon van Bocke van Feytsma en Haring van Burmania.
Ruurd werd na het overlijden van zijn oom Hessel eigenaar van Feytsmastate (stem 24 Hallum) en hij wordt daar in het stemkohier 1640 genoemd.
Na 1646 ook eigenaar van Sierdsmastate te Deinum.
Zijn naam en die van zijn vrouw op de kerkklok van Hallum uit 1648.
Hij was in 1631 vaandrig en later kapitein bij de infanterie.
Zie ook N.O.I-172 en GJB 1964-26.
2 Bauck van Roorda, overleden Deinum 24 jan 1667.
Bauck van Roorda en Wilsck van Feytsma procedeerden wederzijds, zie HvF 16531-51 d.d. 27-10-1662, HvF 16534-22 d.d.31-1-1665 en T319-1998.
Bauck en haar kinderen erven in 1660 van haar zuster Machteld, die kinderloos stierf
Zie ook GJB 1964-26,27,41.
Bauck is getrouwd 1633 ,6-10-1633 3e pr.Leeuwarden met Ritscke van Eysinga, gedoopt Leeuwarden 18 mrt 1603, overleden 19 dec 1652, zoon van Aede van Eysinga en Foeck Jeltesdr van Eelsma.
Grietman van Kollumerland 1639/1652.
In 1640 is hij met zijn vrouw eigenaar van "Jorum",stem 3 Kubaard. Dit bezit kwam van zijn schoonvader Watze van Roorda.
In 1644 met zijn vrouw als echtpaar te Kollum (GJB 1997-12).
3 Johan van Roorda
Watze van Roorda | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Ursel van Scheltema |
De getoonde gegevens hebben geen bronnen.