Hij is getrouwd met Cornelia van Brakel.
Zij zijn getrouwd
Kind(eren):
Hans Willem van Aylva, geboren Den Haag 8 sep 1751, overleden aldaar 29 dec 1827, zoon van Hans Willem van Aylva en Anna Catharina Rumph.
In 1780 grietman van het Bildt en in 1788 benoemd als grietman van Baarderadeel (tot 1795).
Hij was ook heer van Waardenburg en Neerijnen.
Met hem stierf in 1827 het geslacht Aylva uit in de mannelijke lijn.
Hans is in ondertrouw gegaan Leeuwarden 9 apr 1773 en getrouwd Haarlem 2 mei 1773 met Cornelia van Brakel, geboren Haarlem 19 feb 1754, overleden Den Haag 10 okt 1823, dochter van Cornelis Arnout van Brakel en Arnoldine Repelaer.
Uit dit huwelijk:
1 Wilhelmina Sophia van Aylva, geboren Den Haag 17 apr 1775, overleden aldaar 1 mei 1775.
Geboortekaart en overlijdenskaart in T326-1350.
2 Anna Jacoba Wilhelmina van Aylva, geboren Den Haag 20 apr 1778, overleden Neerijnen 11 sep 1814.
Anna is getrouwd Waardenburg 17 juni 1800 met Frederik Willem Floris Theodorus van Pallandt, geboren Zutphen 21 sep 1772, overleden Den Haag 14 feb 1853.
Anna’s geboortekaart in T326-1350.
parlementair Documentatie centrum:
Oranjegezinde edelman, die ondanks politieke veranderingen steeds soepel zijn bestuurlijke loopbaan voortzette. Vóór 1795 in Friesland burgemeester en grietman, en voorts Statenlid en vertegenwoordiger in diverse generaliteitsinstellingen. Keerde in 1803 terug als provinciebestuurder en werd daarna lid van het Wetgevend Lichaam namens Gelderland. Was kamerheer van koningin Hortense en bekleedde ook bestuursfuncties tijdens de inlijving. Had zitting in de Grondwetscommissies van 1813 en 1814. De koning, van wie hij opperhofmaarschalk was, benoemde hem in 1815 tot Eerste Kamerlid.regeringsgezind ten tijde van Willem I
in de periode 1805-1827: lid Wetgevend Lichaam (1805-1806), lid Wetgevend Lichaam (1806-1810), lid Staten-Generaal, lid Eerste Kamer, lid Grondwetscommissie 1813-1814, lid Grondwetscommissie :
Nieuw Nederlandsch Biografisch Woordenboek:
AYLVA (Mr. Hans Willem baron van) (2), heer van Waardenburg, Neerijnen, Warmenhuizen, Schoorldam en Krabbendam. Geb. te 's Gravenhage 8 Sept. 1751, ald. overleden 29 Dec. 1827, eenige zoon van Hans Willem (1), die voorgaat, en van Anna Catharina Rumpf.
Hij studeerde sedert 2 Juni 1767 aan de acad. te Leiden, werd in 1780 grietman van 't Bildt en protesteerde, als gevolmachtigde van het kwartier van Westergo, in 1781 met C.G. van Wassenaer en Bonifacius van der Haer tegen het besluit der meerderheid van de Staten v. Friesland ‘om ter Alg. Staatsvergadering ten sterkste aan te dringen dat de collegiën ter Admiraliteit dezer landen moesten gelast worden, om ter tafel van H.H. Mog. ten spoedigste in geschrift in te brengen de redenen die zij vermeenden de oorzaken te zijn van het langzaam toerusten ter zee, met eene opgave der middelen, geschikt om dit kwaad te weren’. Volgens hen hield dit besluit een betuiging in van wantrouwen omtrent het gedrag en de maatregelen die Prins Willem V als admiraal-generaal der Unie, gehouden en beraamd had. In 1787 was hij lid van het gezantschap, namens de Alg. Staten naar Wezel gezonden, om den koning van Pruisen te verwelkomen, in 1794 een der vier afgevaardigden door H.H. Mog. naar Brussel gezonden om keizer Frans II aldaar te gaan begroeten.
Had hij in 1788 zijn grietenij 't Bildt verwisseld met die van Baarderadeel, in 1795 zag hij zich bij de omwenteling genoodzaakt dit ambt neder te leggen en leefde sedert ambteloos. Dat hij van koning Lodewijk het grootkruis der orde van de Unie ontving, behoeft nog geen bewijs te zijn, dat hij dezen diensten heeft bewezen. Doch koning Willem benoemde hem 21 Dec. 1813 onder de 14 (15) leden der commissie waaraan het ontwerpen van een grondwet werd opgedragen; ook had hij zitting in de commissie, waaraan 22 April 1815 de grondwetswijziging was toevertrouwd. In 1814 werd hij door den Koning tot opperhofmaarschalk en lid der Eerste Kamer benoemd en tot lid der ridderschap van Friesland, terwijl bij Kon. besl. van 14 April 1822 aan hem en zijn nakomelingen de titel van baron en barones werd verleend.
Van Aylva huwde te Haarlem 2 Mei 1773 met Cornelia van Brakel, gedoopt te Haarlem 19 Febr. 1754, overleden te 's Gravenhage 10 Oct. 1823, dochter van Mr. Cornelis Arnout en van Arnoldine Repelaer. Uit dit huwelijk sproot maar één dochter: jkvr. Anna Jacoba v. Aylva, geb. te 's Gravenhage 20 April 1778, overl. op het kasteel te Neerijnen 11 Sept. 1814, na te Waardenburg 17 Juni 1800 te zijn gehuwd met Mr. Frederik Willem Floris Theodorus baron van Pallandt, in wiens geslacht naam en wapen der v. Aylva's zijn overgegaan.
Zie: Vervolg op Wagenaar III, 211, XXI, 227, XXVII, 15; Baerdt v. Sminia, N. Naaml. v. Grietm., 239; Jaarb. Ned. Adel V, 18, 19; Adelsarchief 1902, 121; Nederl. Adelsboek 1912, 71, Blok, Gesch. Ned. Volk2 IV, 196, 219.
Hans Willem van Aylva | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
Cornelia van Brakel |
De getoonde gegevens hebben geen bronnen.