Pieter Idzert van Harinxma, geboren 30 nov 1682, gedoopt Jorwerd 3 dec 1682, overleden Den Haag 11 feb 1708.
Hij werd op 20-10-1701 grietman van Baarderadeel als opvolger van zijn vader.
T325-17: Klinkdicht bij zijn uitvaart in 1708.
Van hem was een kwartierbord bekend met de 16 kwartieren van zijn betovergrootouders (“De Friesche Adelaar”1887-3).
Vaderszijde: Harinxma-Moccama, Botnia-Walta van Jongema, Burmania-Douma, Cammingha-Mockama.
Moederszijde: Scheltema-Aylva, Roorda-Unama (lees Uninga), Aylva-Meckema, Meckema-Decama.
Zijn betovergrootouders waren: Homme van Harinxma x Doedt van Mockema, Julius van Botnia x Foockel van Walta, Sjuck van Burmania x Cnier van Douma, Jarich van Cammingha x Jetscke van Mockema, Syds van Scheltema x Tjemck van Aylva, Feye van Roorda x Doedt Uninga van Hoytema, Douwe van Aylva x Luts van Meckema, Juw van Meckema x Lucia van Dekema..
Nieuw Nederlandsch Biografisch Woordenboek
HARINXMA THOE SLOOTEN (jhr. Pieter Edzart van), geb. 30 Nov. 1682, overl. te 's Gravenhage 11 Febr. 1708, zoon van jhr. Ernst Mockema v.H. th. Sl. en Tjemck van Scheltema, liet zich 31 Dec. 1694 inschrijven als student aan de franeker hoogeschool, en 8 April 1699 te Groningen, werd door afstand van zijn vader in 1701 grietman van Baarderadeel, met verlof om zich tot voortzetting zijner studiën een paar jaren buiten de grietenij te mogen ophouden, welke zijn vader intusschen als substituut bleef bedienen. Hij bekleedde later verschillende ambten. In 1700, bij het nemen van de resolutie tot invoering van den verbeterden juliaanschen stijl, was hij lid van de Staten van Friesland. Hij overleed, ongehuwd, als lid van de Staten-Generaal zeer onverwacht en werd te Waaxens begraven. Hij beoefende de latijnsche dichtkunst, blijkens een Epigramma in quartam monarchiam Caesaream et Papalem oratione publica ab Academiae Groning. exrectore A. Pagenstechero (Gron. 1699). Verschillende elegieën zijn hem gewijd in de Frisia Nobilis (Leeuwarden 1755), 130, 340-345.
Zijn portret door een onbekend schilder is in de verzameling van Mr. P.A.V. baron van Harinxma thoe Slooten te Leeuwarden.
Zie: H. Baerdt v. Sminia, Nieuwe Naamlijst van grietmannen (Leeuwarden 1837), 236; mijn Paden fen Fynslân (Boalsert 1932) I, 210, 268, 309, 369.
De getoonde gegevens hebben geen bronnen.