Stamboom Jellema, Dotinga, van der Til en Visser » wybo (Wybe) Jarichs Jelckema (1445-1497)

Persoonlijke gegevens wybo (Wybe) Jarichs Jelckema 


Gezin van wybo (Wybe) Jarichs Jelckema

Hij is getrouwd met Tieth Lieuwesdr van Junckema.

Zij zijn getrouwd in het jaar 1464 te Bolsward, hij was toen 19 jaar oud.


Kind(eren):



Notities over wybo (Wybe) Jarichs Jelckema

JARICHS (Wybe), zoon van Jarich Jelkema, en Sjouk Wierda, geb. omstreeks 1450, gest. te Grouw eind 1497. (noot: ouders zijn verkeerd. Dit betrof zijn opa) Aanzienlijk friesch hoofdeling, dapper en wreed, nam hij als Schieringer een werkzaam aandeel aan de woelingen van zijn tijd. Hij woonde te Akkrum op de stins Metslawier en bezat ook die te Hemelum en Woudsend. Men hoort van hem het eerst in 1481, toen hij in Oostergoo plunderde en Leeuwarden ernstig bedreigde; zijn stins te Akkrum werd na zeven dagen beleg 29 Oct. 1481 door de Leeuwarders veroverd en verwoest. Zijn aanval op Leeuwarden mislukte. Bij den zoen der Schieringers met de stad bleef hij uitgesloten. Hij overrompelde 1482 de vetkoopersche Heslinga-stins te Poppingawier en verbond zich met de hoeksche ballingen uit Holland, die voor aartshertog Maximiliaan naar Friesland geweken waren. Met hen veroverde hij in 1482 Hoorn, maar werd er weldra belegerd door den stadhouder Lalaing en den heer van Egmond, die de stad heroverden en hem op het slot Egmond gevangen zetten. Voor duizend goudguldens vrijgelaten, nam hij als berucht Schieringer verder deel aan de woeste friesche twisten en viel eind 1497, als hoofd der Schieringers in Idaarderadeel, te Grouw op het kerkhof tegen de Leeuwarders.

Vgl.: Gabbema, Hist. van Friesland, 98 vlg., 119, 120, 134, 200; Jancko Douwama, Geschriften, 40.

Blok

Wybe Jarichs een vechtersbaas:
Den 3 July, 1482 openden zich de deuren der gevangenis vvan het kasteel van Egmond voor twee Friesche hoplieden, Wybe Jarichs Jelcama en Homme Lieuwes Jucama, by de bestorming van Hoorn, door Jan van Egmond en Joost van Lalaing in hechtenis genomen, en niet weder ontslagen, dan nadat zy een losgeld van duizend goudguldens ieder betaald hadden.
Bron"Merkwaardige kasteelen in Nederland. an Lennep en Hofdijk

Bieropstand Leeuwarden:
Leeuwarden, Bier, Schieringers en Vetkoopers
Schieringers en Vetkoopers. 1487. De derde bief van de Keizer waarin hij Philips, Hertog van Holland, “verbood Vriesland met de wapenen aantetasten, en hem vergund, zoo hij vermeende eenige aanfpraak op dat land te hebben, dezelve voor het geregt van het Hof te brengen. ” Friesland vierde dit hernieuwde verbond met de Keizer met de voortzetting van de burgeroorlog tussen Schieringers en Vetkoopers. Een ‘overmoedige’ maatregel vanuit Leeuwarden had grote gevolgen en zette grote delen van Friesland in vuur en vlam, wat je de “Bieroorlog” zou kunnen noemen.

Tom: De Bieroorlog, 1487.
De Leeuwarders, altijd de Schieringers vijandig en partij kiezende voor de Vetkoopers, en hoe langer hoe ftoutmoediger en heerschzuchtiger wordende, befloten nu, op het voorbeeld van Groningen, de naastgelegene landen onder hunne
Blz. 240.
hunne gehoorzaamheid te brengen en bevolen dat in de Stad en in de Grietenij Leeuwarderadeel, geen ander bier, dan hetgeen binnen Leeuwarden gebrouwen was, zoude gedronken worden. Ofschoon de Edellieden, benevens de boeren, over welke de Stad niets te zeggen had, dit zeer kwalijk namen en het zelfs tegen den zin van eenige vredelievende burgers was, zocht men het op allerlei manieren door te drijven Op zekeren dag zat een groot aantal boeren in een huis in de Stad, Haarlemmerbier te drinken, dit vernamen de brouwers, welke derwaarts liepen en de landlieden verboden meer van het vreemde bier te gebruiken en het bevel van de Overheid daaromtrent te gehoorzamen; de boeren namen dit verbod euvel op en fpraken tegen, van kijven kwam het tot vechten en toen de andere burgers de brouwers te hulp kwamen, vlugten de boeren op het buis van Pieter Cammingha, het welk in de nabijheid van hunne herberg ftond. Het gerucht van dit voorval verfpreide zich welhaast door de geheele Stad en de ganfche burgerij fpoedig voor het huis vergaderd, eischte dat men hun de overtreders van het gebod zoude overleveren, toen Pieter Cammingha dit weigerde, belegerden zij zijn huis. Binnen kort was geheel Oostergoo en Westergoo hiervan on onderrigt en zelfs vele, die anders onpartijdig waren, keurden dit gedrag van de Leeuwarders af; overal waar de Schieringers iets te zeggen hadden, werden de klokken geluid en de boeren aangezegd om op Barrahuis in Leeuwrderadeel bijeentekomen. Daar kwamen den 24 Julij de Schieringers met de Snekers en Franekers te zamen en befloten den volgenden dag (juist dezelfde, op welke de Leeuwarders hun volk naar Bolsward gezonden en dus hunne eigene Stad ontbloot hadden) (a) vroeg in den morgen, Leeuwarden aantevallen. De Leeuwarders, befpeurende wat er op handen was, vertrouwden zich niet genoegzaam op hunne magt en konden er echter niet toekomen hun voornemen te laten varen. Eenige verftandige en vreedzame burgers, met elkander gefproken hebbende, bragten het volk met redenen en gebeden zoo ver, dat zij twee edele vrouwen, namelijk: Frouk, weduwe van Keimpe Unia en Doed, weduwe van Haije Heringa, die in groote achting bij de gemeente ftonden, des morgens vroeg naar den vijand afzonden om hem van zijn voornemen te doen afzien. Deze vrouwen, in het vijandelijk leger aangekomen, fmeekten, ftaande in het midden der bevelhebbers, met tranen in de oogen, dat zij niet op Leeuwarden zouden trekken om alle ongelukken en bloed ftorting voor te komen, maar zeiden dat het veel beter was om alles, wat men tegen elkander had, gelijk brave en vredelievende menfchen betaamde, aan verftandige mannen ter beflisfing overtegeven. De Heerfchappen hielden daarop terftond vergadering onder elkander en vonden goed, in haast Jacob, pastoor van Goutum met eenen brief van den volgenden inhoud naar Leeuwarden te zenden: ,, De Leeuwar
,, ders zouden in gelijke voorregten en vrijheden,, leven als de andere en met de andere ge-
,, deelten van Vriesland, elk en een tegelijk
,, vrij laten koopen en verkoopen, waar en wat
,, hij verkoos, zij zouden verpligt zijn met
,, anderen vreedzaam, te handelen en ieder te
,, laten in zijne eer, flaat en vrijheid, naar
,, ouder gewoonte en niet afwijken van het ver-
,, bond, dat zij voor zes jaren met de Snekers
,, en Bolswarders gemaakt hadden.”
Zij lieten door de vrouwen daarbij zeggen, dat, wanneer de Leeuwarders voor den middag de punten in dien brief vermeld met hunne zegels voorzien (ten bewijze dat zij aannamen dezelve naar tekomen) aan hen terugzonden, zij de Stad in vrede zouden laten, zoo niet, dan was eenparig befloten dezelve met geweld aantetasten en tot billijkheid te noodzaken. Deze brief in de algemeene
vergadering te Leeuwarden gelezen zijnde, verwekte vrij wat onrust en verdeeldheid, een ieder was verbaast en als bedwelmd door het nabij zijnde gevaar; eindelijk fprak Pieter Sijbrands Pickert, de Olderman, zijne Stadge nooten aldus aan: ,, Ik zie in dezen eisch der
,, Edelen niets onbillijks of ftrijdigs met de
,, geregtigheden van onze Stad, en wanneer gij
,, oordeelt, dat dezelve aanloopt tegen het ver-
,, wachte voordeel en de begeerlijkheid der
,, burgerij, moet gij handelen, niet volgens het
,, geen hoop op winst en hebzucht u raden,
,, maar volgens her geen regt is en in onze
,, magt flaat te verkrijgen. De ftaar der zaken
,, is nu zoo gefteld, dat als gij niet van uw
,, voornemen afziet, allerlei gevaren, moord,
,, brand, plundering, ja ondergang van het
,,geheel gemeenebest u over het hoofd hangen;
,, voor uwe oogen (laat een magtig vijandelijk
,, leger, hetwelk ik vrees, dat gij niet zult
,, kunnen afkeeren, wanneer het u komt be
,, ftormen. Het is verftandiger het opkomend
,, onweder te vermijden en de haven,
,, welke zich aanbiedt, intezeilen, dan ver
,, blind door hebzucht de vaart te vervolgen
,, en zich in het uiterste gevaar te begeven en
,, ik oordeel, dat men door deze niet onre-
,, delijke voorwaarden te weigeren, het gemeene
,, nebest aan den rand van het verderf zal
,, brengen.”
Alle brave en verftandige lieden keurden de zen raad goed, maar het gemeene volk, dat even als eene zee, door den wind van roekeloosheid en hebzucht gemakkelijk heen en weder geflingerd wordt, was van een ander gevoelen De ftoutmoedigften riepen met vloeken en dreigen, dat zij terfiond ieder, die zijn zegel aan den brief hing, zouden doodflaan, want dat zij liever wilden flerven , dan dulden, dat de ingezetenen van Westergoo iets zouden koopen of verkoopen in Oosrergoo, het waren hunne vijanden, die hun geluk benijden, zij, die het met den vijand eens waren, behoefden hun den moed niet te beneiden, zij waren overtuigd dat hunne vestingwerken en de eendragt der dappere burgerij, zoo groot In aantal ligtelljk den aanval der belegeraars konden doorftaan, die toch na den eersten florm, wanneer zij dezelve verloren, dadelijk zouden uiteenloopen. Indien zij dezen dus maar uithielden, zouden zij zich in het bezit dezer voordeelen bevestigen en niet behoeven te dulden dat Westergoo hun de wet voorfchreef. De voorzigtigheid moest hier voor de roekeloosheid wijken, de Leeuwarders maakten zich gereed den vijand te ontvangen. De Schieringers op den bepaalden tijd geen antwoord
woord ontvangende, trokken terf tond met hun leger, hetwelk zoo men zeide, uit achtduizend man beftond, op en vielen de Stad omtrent drie uren des namiddags aan de oostzijde aan. De eerste aanval, waarbij vijf Schieringers fneuvelden, werd dapper afgeflagen, doch zij her vatten den florm, dreven de voorvechters van de wallen, drongen zelf op de vesten, namen de Stad in en plunderden dezelve. Pier Sijbrands Pickert, Olderman der Stad en baccalaureus in de regten, werd doodgeflagen, volgens het zeggen van zommigen door zijn eigen ongebonden levende bloedverwanten, of volgens anderen door Epe Aijlva van Witmarfum. Pickert was wegens zijn verftand en geleerdheid, als ook door de voorzigtigheid, waarmede hij dezen oorlog afgeraden had, een beter lot waardig geweest. Alle aanzienlijke en rijke lieden werden gevangen genomen, het grootfte gedeelte naar Sneek gebragt en de overigen op de ftinfen der Schieringer Edelen verdeeld. Van de twee nieuwe Leeuwarder flukken gefchut, is her grootfte aan flukken geflagen en het andere weggevoerd. Worp Jukkema van Boxum werd tot Gouverneur over de ellendig geplunderde Stad aangefteld. Vele burgers waren bij het indringen van den vijand uit de Stad gevlugt en getrokken naar Ige Galema, hunnen goeden vriend, welken zij aanraden, dat hij van zijn flot
te Noordwolde, de Snekers, die zij voor de eerste oorfprong van hun ongeluk hielden, zoude plagen. Hij nam hier genoegen in en zij hielpen hem de fchepen en goederen van hunne vijanden wegtenemen, waar zij konden. Hier over gebelgd riepen Bokke Harinxma en de Snekers de Franekers en alle andere Schieringers uit Oosrergoo en Westergoo op en deden hen in groot getal te Sneek bijeenkomen, van daar trokken zij gezamenlijk den 29 Augustus met het groote Sneker ftuk gefchut (hietende fnelke genaamd) naar Koudum voor het huis van Ige Galema, hetwelk zij op den 21 September door geweld van fchieten bemagtigden. De overwinnaars namen verfcheiden boeren, die op het huis in bezetting lagen, benevens de ongehuwde zuster van Galema, Idfche genaamd, gevangen en gingen van daar den 29 September het buis van Ige te Oldega in Hemelumer Oldephaert, waarvan de muren, zoo als men zeide, vijftien groote fleenen dik waren, belegeren; niet dan na veertien dagen belegs en vele ftoremn men bemagtigden de Schieringers, deze fterke ftins, de bezetting, welke op hoop van ontzet zich niet wilde overgeven, dan nadat de muur van het gebouw aan de eene zijde bijna geheel was platgefchoten, moest eindelijk bukken en gaf zich behoudens leven en goederen gevangen. Otto, zoon van Ige Galema, die het bevel over
de belegerden gevoerd had, werd op het huis van Epe Hettinga in de Hommerts in Wijmbitferadeel gebragt en zijne gevangen knechten hier en daar verdeeld. Met grooten ijver braken de overwinnaars de muren van de ftins af en dempten de grachten, maar nog voor dat zij hier mede geheel gedaan hadden, kwam Ige Galema tot ontzet met duizend man, die hij in Holland van den Stadhouder Egmond gekregen had, in de Lemmer, doch vernemende dat zijn buis in ’s vijands handen was en de Schieringers hem tegemoet trokken, dankte hij zijn volk af.
Niet te vreden met deze dubbelde overwinning, namen de Snekers en hunne bondgenooten nog de huizen van Jarichsma, (flaande digt bij de laatstgemelde ftins van Galema) en van Bars Perkes te Elahuizen ook in Hemelumer Oldephaert gelegen, in, vernielden dezelve en namen Hans Perkes gevangen; naar huis terug keerende, voorzagen zij het huis van Minne Hillema te Harich met bezetting en benoemden Wijbe Arichs Jelkama tot bevelhebber over dezelve. Ige Galema en deze deden elkander over en weder groote fchade door plunderen en brandflichten, zelf verbrande de eerstgemelde in den nacht tusfchen den 26 en 27 December Balk met de molen, welke in dit dorp flond, bijna geheel en al.
Tot zo ver.
Bron: Geschiedenis van de onlusten tusschen de Schieringers en Vetkoopers in Vriesland

doodgeslagen op begraafplaats Grou

Heeft u aanvullingen, correcties of vragen met betrekking tot wybo (Wybe) Jarichs Jelckema?
De auteur van deze publicatie hoort het graag van u!


Tijdbalk wybo (Wybe) Jarichs Jelckema

  Deze functionaliteit is alleen beschikbaar voor browsers met Javascript ondersteuning.
Klik op de namen voor meer informatie. Gebruikte symbolen: grootouders grootouders   ouders ouders   broers-zussen broers/zussen   kinderen kinderen

Via Snelzoeken kunt u zoeken op naam, voornaam gevolgd door een achternaam. U typt enkele letters in (minimaal 3) en direct verschijnt er een lijst met persoonsnamen binnen deze publicatie. Hoe meer letters u intypt hoe specifieker de resultaten. Klik op een persoonsnaam om naar de pagina van die persoon te gaan.

  • Of u kleine letters of hoofdletters intypt maak niet uit.
  • Wanneer u niet zeker bent over de voornaam of exacte schrijfwijze dan kunt u een sterretje (*) gebruiken. Voorbeeld: "*ornelis de b*r" vindt zowel "cornelis de boer" als "kornelis de buur".
  • Het is niet mogelijk om tekens anders dan het alfabet in te voeren (dus ook geen diacritische tekens als ö en é).



Visualiseer een andere verwantschap

De getoonde gegevens hebben geen bronnen.

Over de familienaam Jelckema

  • Bekijk de informatie die Genealogie Online heeft over de familienaam Jelckema.
  • Bekijk de informatie die Open Archieven heeft over Jelckema.
  • Bekijk in het Wie (onder)zoekt wie? register wie de familienaam Jelckema (onder)zoekt.

Wilt u bij het overnemen van gegevens uit deze stamboom alstublieft een verwijzing naar de herkomst opnemen:
Theo Jellema, "Stamboom Jellema, Dotinga, van der Til en Visser", database, Genealogie Online (https://www.genealogieonline.nl/stamboom-jellema-dotinga-en-visser/I15244.php : benaderd 12 mei 2024), "wybo (Wybe) Jarichs Jelckema (1445-1497)".