Tjitske en Johantje gaan wonen in het buurtschapje Jongeburen aan de oever van het Sneekermeer, waar ze een grote boerderij met 159 pondematen land huren. Hoewel Jongeburen dichter bij Terhorne ligt behoort het bestuurlijk bij Goïngaryp en R. K. kerkelijk bij St.Nicolaasga. Er moet in ieder geval een zoon Klaas uit dit eerstehuwelijk zijn voortgekomen, maar zijn geboortedatum is niet precies bekend. Dit zal rond 1715/1716 zijn geweest, niet lang daarna overlijdt Johantje. Tjitske hertrouwt met Antje Willems uit Terhorne.
Quotisatie 1749: arm, tegen 't onderhoud, twee volwassenen en een kind.
Ook nu geen lang, gelukkig huwelijk. In de boeken van de R.K. statie van St.Nicolaasga staat dat op 10 juli 1722 Tjitske en Antje allebei worden bediend, hetgeen wijst in de richting van een besmettelijke ziekte. Antje herstelt, maar Tjitske overlijdt 5 dagen daarna, 32 jaar oud. Inhet daaropvolgende voorjaar verkoopt Antje alle vee en boerengereedschapaan Tjitskes broer Ruurd: koeien, rieren, hokkelingen, paard, wagens, praam (veel vervoer over het water!), ketels, emmers, enz., alsmede de nog resterende huurjaren. Antje trekt zich terug in een vrij voornaamhuis in Terhorne, een z.g. schotschietend huis (een huis met stemrecht).In ieder geval tot 1738 blijft ze hier wonen, mogelijk nog langer.Antje is overleden na 1755, want dan is ze aanwezig bij de doop van eenzoon van Klaas.
Op 4 augustus1723 (RA DON O17 238) treedt grootvader Joseph Nolckes Swaga, oud-ontvanger, op voor Klaas Tzietskes, minderjarige weeszoon van Tzietske Klases te Goëngarijp bij Johantie Pieters, beiden overleden, om met (de andere) grootmoeder Attie Pieters te Akmarijp te geraken tot een scheiding van de nalatenschap van Johantie. Geaccordeerd wordt dat weeszoon Klaas van moedersgoed krijgt uitgekeerd (ik citeer alleen het zilverwerk) "een silveren bier-kroes, een silveren trouw-kistie, drie gouden ringen, acht silveren lepels waar onder een klein moster-lepeltie, een silveren manns hechten mes, een silveren penningh om kinders op de borst te dragen, een silveren keten om de hals, twee boecken met silveren haacken, der moeder silverwerck dat sij op sijde plachte te dragen" met 900 carg. Grootmoeder Attie zal het kind onderhouden zolang dat beide partijen blieft. Ditzelfde akkoord was in grote lijnen eerder ook al opgemaakt tussen grootvader Joseph en vader Tzietske. Attie Pieters (hier overigens aangeduid als Altie) wordt bijgestaan door Jan, Pieter en Ruird Klases, allen meerderjarig.
Commentaar Ype Brouwers: Joseph kan natuurlijk onmogelijk grootvader zijn van dat kind en op die hobbel komen we in de volgende generaties terug. Op zich natuurlijk een uitzonderlijke akte waarin "grootvader" van de ene kant en grootmoeder van de andere kant de zaken bedisselen!
(1) Hij is getrouwd met Johantje Pyters.
Zij zijn getrouwd op 20 oktober 1714 te Doniawerstal.Bron 2
Door de meisjesnaam van Tjitske (zijn vader gaf hem de voornaam van zijnoverleden eerste vrouw) staat hij daar dus als vrouw te boek!)
Doniawerstal, huwelijken 1714
Vermelding: Bevestiging huwelijk op 20 oktober 1714
Man : Johantie Pijters afkomstig van Boornzwaag
Vrouw : Tzietscke Klases afkomstig van Goingarijp
Kind(eren):
(2) Hij is getrouwd met Antje Willems.
Ze zijn in de kerk getrouwd op 25 april 1719 te St Nicolaasga (op de Heide).Bron 2
Kind(eren):
Tjitske Claeses | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
(1) 1714 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
Johantje Pyters | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
(2) 1719 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
Antje Willems |