Lubbe (II) trouwde met Talle Fossema uit Noordhorn, nadat zij weduwe van Johan Hendriks van Schoonebeek was geworden. Hij was degene die voormond werd over Tiauktien Iwema te Doezum. Tiauktien schonk Lubbe als dank voor 'de grote diensten ende moeijte', die hij zich als haar voormond had getroost, 6 mat hooiland te Lucaswolde. Het echtpaar Iwema-Fossema had bij zijn leven besloten dat deze zes mat land niet naar zijn erfgenamen diende te gaan, maar voor een goed doel aangewend zou worden. Daarom werd bepaald dat de huuropbrengst van tweederde deel van dit land zou dienen tot onderhoud van de armen van Niebert, Nuis, Marum en Noordwijk en dat de opbrengst van het overige deel gebruikt zou worden voor het onderhoud van de kerk te Niebert.
Wellicht hadden Lubbe Iwema en zijn vrouw Talle iets goed te maken. De ingezetenen van Noordhorn hadden omstreeks 1606 geld van dit echtpaar geleend. Tot betaling aangemaand klaagden de Noordhorners dat zij teveel rente moesten betalen. De Hoofdmannen bepaalden dat in geval van woeker het te veel betaalde aan rente in mindering gebracht moest worden op de hoofdsom. Met die schenking aan de armen liep het overigens niet zo vlot. Na Lubbes overlijden had Talle haar deel gegeven, maar Abel Iwema en consorten, erfgenamen van Lubbe, hadden daar weinig zin in. Dit leverde in 1631 ook weer een proces voor de Hoofdmannenkamer op. De erven Iwema betwijfelden of Lubbe wel in de schenking had toegestemd.
Lubbe (II) was waarschijnlijk ook voormond geweest over Jye en lpo Bensema uit Doezum. Jye vroeg in 1617 Lubbe Iwema om rekenschap van zijn goederen. lpo verlangde in 1622 hetzelfde van zijn oom. Waarschijnlijk had Lubbe een zuster die met een Bensema getrouwd was. Verder komt Lubbe Iwema voor als procespartij in de meest uiteenlopende kwesties. De ene keer ging het er om hooi in oppers te mogen brengen, een andere keer om de levering van zeilen, die bij de door Lubbe gekochte molen hoorden. Of het hier de molen van Niebert betreft blijft onduidelijk. Andere kwesties waren de door Meerten Mulder van Kuzemer veroorzaakte schade, de 'zwetten' van 10 grazen land en geldvorderingen. Zo vorderde Lubbe in 1615 van Menne Moma 100 Emder gulden. Andere schuldenaren waren Harrit Poppema en Iwe Tienga. Lubbe stierf in november 1629, zijn vrouw Talle Fossenia overleed drie jaar later.`
Toegevoegd via een Instant Discovery™
Stambomen op MyHeritage
Familiesite: Janneke Slagter Web Site
Familiestamboom: 187467152-1
Toegevoegd door een Smart Match te bevestigen
Stambomen op MyHeritage
Familiesite: Jellema Stamboom
Familiestamboom: 18766231-36