Toegevend aan de geest van zijn tijd, droeg Dirk VI in 1140 de abdij vanEgmond, tegelijk met die van Rijnsburg in eigendom aan de H. Stoel op, waardoor de abdij vrijwel exempt werd. De graaf behield als voogd het toezicht. Uit het delegeren van deze bevoegdheid aan leken is het geslacht van de heren van Egmond gesproten. Dirk IV, zoon van Dirk III, volgde zijn vader op in 1039 en zette diens politiek van machtsuitbreiding in het zuiden van Holland voort, een gebied waar niet alleen de Utrechtse bisschop, maar ook machtige Zuid-Nederlandse kloosters en bisschoppen belangen hadden. Dirk kwam daardoor nog meer in conflict met de keizer en de rijksbisschoppen. Tweemaal trok keizer Hendrik III persoonlijk tegen hem te velde. In 1047 veroverde en verwoestte de keizer Vlaardingen en Rijnsburg, maar daarna moest hij ontredderd terugtrekken. In 1049 overvielen de bisschoppen van Metz, Luik en Utrecht Dirk IV tijdens een winterveldtocht bij Dordrecht, waarbij de graaf sneuvelde. Hij werd opgevolgd door zijn broer Floris I. Boek Jan en Annie Romein De lage landen bij de zee Querido achtste druk 1979 CD ROM Encarta encyclopedie Winkler Prins editie 1998
De getoonde gegevens hebben geen bronnen.