Plaats: op het kasteel
Hij is getrouwd met Christina van Wielesteijn.
Zij zijn getrouwd
Kind(eren):
Daem van der Duijn wordt in 1374 in verband met de oorlog tegen Utrecht opgeroepen ter landweer onder bevel van de baljuw van Delfland en Schieland. Van 19 tot en met 23 augustus is hij te paard te Geertruidenberg. en op 9 september trekt de baljuw naar het huis Heulestein, in totaal twaalf man te paard en veertien man te voet waaronder Daem met twee paarden. Ook het volgende jaar neemt hij van 3 tot en met 13 februari met een knecht deel aan de acties."´ In 1376 koopt hij te Maasland uit de goederen, die Symon Voddinc heeft verbeurd wegens het doodsteken van Boudijn van der Velde 5 1/2 morgen land, 1 koe, 7 schapen, 4 melkkalveren. 1 rode merrie. 10 ganzen, 9 eenden, 8 hoenders, 1 varken. 4 hoet haver. 12 koeienkazen en de helft van het hooi. Hieronder bevindt zich ook goed, dat Dirc Symon Voddinc indertijd van zijn vader heeft ontvangen." Op 9 september wordt hij door Dirc van Swieten beleend met de helft van 6 1/2 morgen land in Robroek ten noorden van Rotterdam" en op 12 september 1379 door de heer van Egmond met 5 1/2 morgen land in Cole, ten westen van deze stad. Hij wordt hierbij door Arent, heer van Egmond en IJsselstein. neef genoemd, het leen zal versterven op Jan. de jongste van de twee zonen, die hij heeft bij zijn vrouw ALIJT JACOB BREDENDOCHTER. Op 28 october 1409 verzoekt hij dit leen met ledige hand."6 Aan de heer van Arkel heeft hij 13 hond land in Blommersdijk leenroerig gemaakt, dit leen verzoekt hij in 1405 met ledige hand."´ Op 13 juli 1379 attesteert hij,"s op 12 september 1379 heeft hij land in Kralingen"" en op 3 september 1380 verstrekt hij een hypotheek te Rotterdami´" en op 19 october 1381 wordt zijn huis vermeld te Rotterdam. dat ten zuiden van het Lombardenhuis in de Lombardstraat staat. i" Op 28 mei 1393 behoort hij tot de partij van Willem van Oostervant, wegens de moord op Aleid van Poelgeest en Willem Cuser door hertog Aelbrecht verbannen,"? op 24 october 1394 blijkt ook zijn zoon Jacob hier toe te behoren. op 14 juni 1396 krijgen beiden vergiffenis. In 1396 blijkt hij gekwetst te zijn te Rotterdam door Gheerlof Gheerlofszn, Gheerlof Janszn, Jan Dircxzn, Wolfert Janszn, Jan Janszn. Dirck Dirckszn en Jan Aelbrechtsznl-" Op 2 juli 1405, 3 september 1410 en 13 maart 1415 is hij hoogheemraad van Schieland. in beide laatste gevallen zegelt hij met de klimmende leeuw en de barensteel met vijf hangers. Hij is tweemaal getrouwd geweest, zijn eerste vrouw is hiervoor reeds in 1379 vermeld en dan waarschijnlijk al overleden. daar hij nadrukkelijk over twee zonen praat en uit dit huwelijk geen verdere kinderen lijkt te verwachten. Zijn tweede vrouw wordt op de reeds vermelde grafzerk te Sprang genoemd Christina van Wielensteijn Foeckendsdochter. Zij is een dochter van Foeyken Foeyckenszn, heer van Waalwijk, Baardwijk en Sprang. wiens zes erfgenamen op 28 juli 1413 compareren, hierbij treedt niet haar man op, maar haar zoon. Het lijkt dat zij reeds is overleden. Haar familie wordt beschouwd als een bastaardtak van het geslacht Van Teylinghen. haar broer Hughe van Wyelesteyn noemt zich naar de hofstad van deze naam te Uppel onder Almkerk. waaraan een leenkamer verbonden was. Ook aan Christina wordt op haar grafzerk deze naam gegeven. Opmerkelijk is dat in de vervalste oorkonde van 12 mei 1400 Daem van der Duyn genoemd wordt Adam van Sprangen. hetgeen zou impliceren dat hij de ambachtsheerlijkheid heeft, maar uit een acte van 17 december 1417 blijkt dat zijn zoon Jacob deze had verworven na overdracht door (zijn oom) Hughe van Wyelensteyn."" Waarschijnlijk heeft Aem de heerlijkheid in achterleen gehouden van zijn schoonvader en van zijn zwager (van de hofstad Wielensteyn?), waarna de laatste zijn rechten afstaat aan Jacob van der Duyn, die het leen nu rechtstreeks van de graaf houdt.
Adam van der Duyn | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Christina van Wielesteijn |
De getoonde gegevens hebben geen bronnen.