Heden den twaalfden van de maand december des jaars
een duizend acht honder twee en zeventig, verschenen voor mij wethouder, Ambtenaar
van den Burgerlijken stand van de gemeente Krabbendijke, provincie Zeeland,
in het openbaar in het gemeentehuis Abraham
Smit,
oud vijf en twintig jaren, geboren te Krabbendijke, van
beroep schoenmaker, wonende te Krabbendijke van
staat ongehuwd,
meerderjarige zoon van Jacob Smit van beroep schoen-
maker en van Neeltje Koeman overleden
alhier ter eene;
en Willemina Srhrier,
oud vier en twintig jaren, geboren te Krabbendijke, van
beroep particuliere, wonende te Krabbendijk van
staat ongehuwd,
meerderjarige dochter van Pieter Schrier overleden en van
Maria Westveer van beroep winkelierster,
wonende alhier, ter andere zijde;
welke mij verzocht hebben, tot de voltrekking van hun voorgenomen huwelijk over te gaan.
Vervolgens door mij gelet zijnde ten eersten op de door ieder der
aanstaande partijen echtgenooten overgebragte geboor-
te acten, ten tweeden op de mondelinge verklaring des
vaders van den aanstaanden echtgenoot en de moeder
van de aanstaande echtgenoote hiertegenwoordig
dat zij tot het voltrekken van dit huwelijk hunne
toestemming geven, ten derden op de door den aanstaan
den echtgenoot overgelegde acte van overlijden zijner
moeder en op de door de aanstaande echtgenoote overge-
legde acte van overlijden harer vader die hunner
toestemming tot dit huwelijk zoude hebben medegeven,
ten vierden op de bewijzende gedane afkondiging van het
voorgenomen huwelijk tusschen de aanstaande partijen
echtgenooten gedaan in deze gemeente op Zondagen den
eersten en achtsten dezer maand jongstleden zonder dat daar-
tegen eenige stuiting heeft plaatsgehad, ten vijfden op een
bewijs wegens voldoening aan de nationale militie,
al welke stukken mij zijn ter hand gesteld, om gehecht te worden aan het dubbel van het huwelijks-
register, dat bestemd is om ter Griffie der Arrondissements-Regtbank te worden overgebragt.
Voldoende aan hun verzoek, en nadat de aanstaande echtgenooten elk afzonderlijk aan mij, in tegen-
woordigheid der na te melden getuigen hadden verklaard, dat zij elkander aannemen tot echtgenooten,
en dat zij getrouwelijk al de pligten zullen vervullen welke door de wet aan den huwelijken staat zijn
verknocht, is door mij in naam der wet verklaard, dat Abraham Smit
en Willemina Schrier
door den echt aan elkander zijn verbonden. Vanal hetwelk door mij datdelijk
deze acte is opgemaakt naar de beide dubbelen van het huwelijks
register dezer gemeente ingeschreven in tegeenwoordigheid van
Joos Wavern oud twee en zeventig jaren van beroep winkelier
en Pieter van Elsacker, oud zes en vijftig jaren van beroep hoefsmid,
Abraham Vermeulen, oud vijf en veertig jaren van beroep schoen-
maker en Cornelis Catharines van den Broek ouder drie
en veertig jaren, van beroep secretaris wonende allen in deze
gemeente en geen bloed- of aanverwacnt van een van den partijen
echtgenooten. Getuigen daartoe verzocht en door de belang-
hebbenden zelfs gekozen. en hebben negadane voorlezen
de partijen echtgenooten de vader des mans de
moeder der vrouw end e getuigen deze acte met
mij geteekend.