Zeer grove inschatting
Matthias
In Heerjansdam.
Hij was waarschijnlijk eerst predikant in Weyler (Weyler bij Aarlen in de provincie Luxemburg, België) en Berghe (?).
Voorheen was hij waarschijnlijk pastoor, dus katholiek.
---
Gebaseerd op een tekst uit de Classes van de Nederlandse hervormde kerk 1573-1620:
Verzoek om een predikantsplaats voor de gewezen pastoor Mattheissen.
Item dominus Corput sal uut den neam van den classe antwoort schrijven ean den Gothardus Fel thoe Aken van wegen heer Mettheissen, gewesene pastoer zu Weyler ende Berghe, die hier dienst begeert heeft. Factum est, sed nondum repondit.
---
en ook ondersteund door de onderstaande tekst:
Bediening van Heerjansdam door Matthias Hoppel
Alsoe Matthias Hoppel, dienaer des Woordts, opt't schrijven des classis verschenen is met attestatie Petri Pedii, Gottardi Feil, dienaren des Woordts, ende Petri Bouwens, dyaken binnen Aken, de classe zijn propositie ghehoort hebbende, hebben goedt bevonden, dat Mathias voors. zal doer eenen van den kerckenraedt van Dordrecht, ter discretie van der kerck, ende door Godefridum Ollendorp, dienaer van Rijsoordt, tot Heer Jansdam inghevoert worden ende (zoo 't doenlick is) met behoorlijcke stipulatie naer luydt des 4en artykels synodi Middelburgensis in den dienst ghestelt. [i.m.:] Factum est.
---
-------
Gedeputeerde van de Classis Dordrecht van de Nederlandse Hervormde kerk.
Benoemd in 1596 en in 1599.
Van Apolonia Commijs
Matthijs verklaart bij zijn aanstelling dat hij zich desgevraagd wil houden aan het betalen van het weduwegeld.
Omdat hij waarschijnlijk al op wat hogere leeftijd was en zijn vrouw een stuk jonger, was dat waarschijnlijk aantrekkenlijk om hier mee in te stemmen zodat zijn vrouw na zijn overlijden nog wat inkomsten had.
---
Jaren later; in 1596, zien we dat hij wel wat achterstand heeft:
Betaling van het weduwengeld
....heeft ende dat eenige al veel ten achteren sijn...
Matthijs Hoppel tesamen 3 gulden
---
-------
Uit de diverse stukken zou men kunnen opmaken dat Matthijs een vrij zachtaardig en sociaal mens is. Hij vraagt wat hem toekomt, maar lijkt geen klager te zijn. Hij komt ook op voor de armen in zijn gemeente.
Als hij in 1607 een erf toegewezen krijgt, maar degenen die dit moeten afstaan / wilden afstaan spijt krijgen, ziet hij af van het in gebruik nemen van het erf. Zonder protest.
---
Heerjansdam ~ Predikant
Naer aenroepinge van den Name des Heren zijn voor de vergaderinge verschenen enige personen van Heerjansdam, maeckende aenclachte tegens haren predicant Mathijs Hoppel over seecker erve, 'twelck zijluiden achten hem bij dijckgraeff ende heemraden onrechtelick toegewesen te zijn, daerop Mathijs Hoppel gehoort zijnde, verclaert wel tevreden te zijn dat dezelve die hem het erve in questie hebben toegewesen noch eens 'tzelve hernemen; ende anders als voore bevindende, is bereyt afstant te doen van 't voorschreven erve, daerover de vergaderinghe, omgevraecht zijnde, verstaet dezelve de presentatie van Mathijs Hoppel billick te zijn. Ende is oversulx dese meninge den huisluiden te kennen gegeven, die daermede vergenoeginge hebben genomen.
---
--------
Over de zoon van Matthijs, Abraham, is nog het volgende verhaal te vertellen. We gaan er vanuit dat het een dorpsgenoot is die Abraham niet op zijn lijst van favoriete personen heeft staan.
---
Vranck Cornelisz. Besemer alias van (de) Nes is geboren rond 1585 volgens een akte van 24 augustus 1614, waarin Francq Corneliss. van Esch, wonende op Heerjansdam, oud ca. 29 jaar, op verzoek van Aeltgen en Meynsken Aertsdr. verklaarde hoe hij circa 6 weken daarvoor tussen 9 en 10 uur ‘s avonds de poort van het Hof van Heerjansdam (de ambachtsheerlijke woning) kwam uitlopen en daar (de predikantszoon!) Abraham Mathijsz. Hoppel ‘geheel moedernaeckt’ met een mes in de hand en met een stinkend lichaam in het veld had gezien. Even tevoren zou deze man de twee vrouwen hebben willen verkrachten.
.
Over dezelfde affaire werd die dag nog een akte opgemaakt. Daarin wordt verhaald dat Franck rond diezelfde tijd op zijn land aan de Develweg aan het ploegen was.
---
Van: K.J. Slijkerman uit zijn onderzoek over het geslacht van Nes Rijsoord.
---
--------
Toen hij in 1616 met emiraat ging was hij al zwak en van hoge ouderdom
Hij is nog maar net aangesteld, of er zijn al haperingen in de uitbetaling van het salaris. Een paar jaar later blijkt ook nog dat er geen pastorie voor hem is. Tot grote ergernis moet hij zelf nog de kosten voor reparatie van zijn huis, die nu als pastorie dient, nog voorschieten.
---
Tractement van Matthias Hoppel
Aan de Staten zal met een door Corputius geschreven supplicatie verzocht worden om drie en een halve week tractement, door Mathijs Hoppel te weinig ontvangen.
---
1587
Pastorie voor Matthias Hoppel
Corputius en Bischop zullen bij de ambachtsheer aandringen op de bouw van een pastorie voor Matthys Hoppelt. Indien dat niet baat zullen ze hem helpen met een supplicatie aan de Staten
---
De reparatiekosten van de pastorie van Matthias Hoppel
Matthias Hoppel heeft zijn huis laten repareren en daartoe op last van de gedeputeerden geld voorgeschoten. Hij verzoekt hulp om dit terug te krijgen. Servatius zal met de baljuw spreken; blijft dit zonder resultaat dan zal hij een, door Corputius te ontwerpen, request aan de Staten meekrijgen.
---
In 1595 is het beter geregeld:
Reparatie van de pastorie te Heerjansdam
Mathijs Hoppel mag zijn pastorie repareren en kan daarvoor van de classis een voorschot verkrijgen.
---
Helaas moet Matthijs in 1598 weer bidden en smeken om zijn geld:
Reparatie van de pastorie te Heerjansdam
Matthijs Hoppel heeft aengedient, dat hij volgens den last des classis, hem op Streeffkercke verordineert, sijne huysinge heeft gerepareert ende vele oncosten gedaen ende gelt verschoten, biddende dat de classe gelieve hem te helpen om wederom te comen tot sijne verschoten penningen; so heeft de vergaderinge verordineert, dat de dienaeren van Dordrecht hem hierin helpen sullen ende daertoe oock adresse nemen van de gedeputeerden met eene acte van de last, hem hierin gegeven, d'welck met den aldereersten sal in't werck gestelt werden.
---
--------
Matthijs zet zich in voor de armen binnen zijn gemeente.
---
Oortjes voor de armen
Matthias Hoppel geeft aen, nadien de rantsoenen van de oortjens op de guldens van de verpachtinge der generale middelen geconsenteert sijn te geven ter plaetsen van daer de verpachtingen comen ende dat den ontfanger Tomas Rochus swaericheyt maect 'tselve te geven in handen van den dienaers, maer wilt 'tselve geven in handen van de dyaconen.
Ende also in sijnen dorpen geen dyaconen sijn, so connen de aermen aen deselve penningen niet geraecken.
Is daerop geantwoordt, dat hij met advys ende hulpe der naeste broederen eenige van de bequaemste mannen sal mogen kiesen als dyaconen bij provisie te sijn om deselve penningen te ontfangen ende oock andere ommegangen in de kercke te doen tot behoeff der aermen ende dat alle dienaers, daer 'tselve gebreck is, sulcx oock sullen mogen ende behooren te doen.
---
--------
Huwelijkszaak te Heerjansdam
Hoppel zal zich onderhouden met de vader, die weigert zijn dochter, na aanvankelijke toestemming, ten huwelijk te geven, hoewel zij reeds bij elkaar zijn. Blijft hij bij zijn besluit, dan zal Hoppel verdere maatregelen nemen.
Matthijs heeft een vraag aan de classis Dordrecht; mag een aangetrouwde oom met zijn nichtje trouwen. Het antwoord is nee.
---
Huwelijkszaak te Heerjansdam
Matthijs Hoppel heeft aengedient, oft een man wel soude mogen trouwen der suster dochter van sijn vorige huysvrouwe, dewijle het versocht wert; is geantwoort: Neen, want het strijdet tegen Godes Woort ende de politicque ordere der heeren Staten aengaende het houwelick.
---
-------
Op 16 juli 1608, was Matthias Hop(p)el, predikant te Heerjansdam, voor de vergadering van de Classis te Dordrecht verschenen met het verzoek van seignieur Cuyl, ambachtsheer van Kijfhoek, welke ‘lach in grooter kranckheyt ende tot noch toe in onechte geseten hadde, bij dewelcke hij drij kinderen hadde geprocreert, opdat hij deselve kinderen soude mogen legitimeren’ of hij naar kerken gebod zou mogen trouwen.
De ‘broeders’ op de vergadering maakten hier echter bezwaar tegen omdat dit tegen het gebruik der kerk en tegen de ‘ordinantie’ van de Heren Staten inging. Niettemin trad de ambachtsheer kort nadien toch met zijn bijzit in het huwelijk.
---
--------
Absenten
Mathijs Hoppel wegens ziekte van al zijn kinderen
Hij is getrouwd met Maeycke.
Zij zijn getrouwd
Mogelijke zoons.
In 1639 worden Jacobus en Stephanis Hoppel genoemd in een akte. Mogelijk zijn dat zoons van Matthijs en Maeycke, maar waarschijnlijk zijn het kleinzoons, de zoons van Aert.
---
-------
Kind(eren):
Matthijs Othsz Hoppel | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Maeycke |