Hij is getrouwd met Merritje Gerrits.
Zij zijn op 4 november 1644 te Renswoude, Utrecht, Nederland in ondertrouw gegaan.Bron 3
Kind(eren):
Lidm. Renswoude ca. 1650: Rijk Claesz en zijn vrouw.
Lidm. reg. Renswoude 1652: Rijk Claessen en Merrijtie Gerrits.
Lidm. reg. Renswoude 1657: Rijck Claaszen en Marritje Gerridts.
Lidm. reg. Renswoude 1663: Rijck Claassen en Marretie Gerrits.
In 1650 wordt Rijck Claesz beleend na dode van zijn vader Claes Rijcksz met de Jan Meliskamp in het erf De Vliert (Huis Amerongen 1180, fol. 16; 06-02-1650).
In 1650 wordt Rijck Claesz beleend na dode van zijn vader Claes Rijcksz met drie kampen met huis, erf en hofstede in het erf De Vliert (Huis Amerongen 1180, fol. 16vo,17; 06-02-1650).
In 1674 wordt Rijck Claesz opnieuw beleend met de Jan Meliskamp in het erf De Vliert (Huis Amerongen 1180, fol. 16; 21-07-1674).
In 1674 wordt Rijck Claesz opnieuw beleend met drie kampen met huis, erf en hofstede in het erf De Vliert (Huis Amerongen 1180, fol. 17; 21-07-1674).
In 1674 wordt Merritje Gerrits voor haar kinderen beleend na dode van haar man Rijck Claesz met drie kampen met huis, erf en hofstede in het erf De Vliert (Huis Amerongen 1182, fol. 17; 21-07-1674). Christoffel Boumeister, secretaris van Renswoude en van de veenraden van Veenendaal, als gemachtigde van Merrigje Gerrits wed Rijck Claesz, alsmede van Claes Rijcksen x Evertje Cornelisz en van Wouter Rijcksz x Grietje Willems, en Roelof Cornelisz van Egdom x Geertje Rijcksen, en Claes Rijcksen en Wouter Rijcksen als ooms van de drie onmondige kinderen van hun overleden zuster Truijgje Rijcks aan Arris Cornelisz van Egdom in echt verwekt, met name Cornelis, Evertje en Rijckje Arrissen, en ook als mombers over het onmondige nagelaten kind van hun overleden zuster Hendrickje Rijcks aan Cornelis Geurtsz verwekt, met name Geurt Cornelisz, neffens ook van Arris Cornelisz van Egdom en Cornelis Geurtsz als vaders en voogden van hun kinderen, transporteert aan Thonis Jacobsz van Merevelt x Merrigje Arris Wolven, won. Ginkel, 2 percelen land bestaande in bouw-, wei-, veen- en ander land te Ginkel met het schaepshock op het tweede parceel ontrent den nieuwen Ameronger Engh staende (Dorpsgerecht Amerongen 150; 27-09-1699).
In 1721 eist Wouter Rijxen betaling van 600 gl. van de erfgenamen van Rijk Claesen en Marrigje Garrits en nog 135 gl. 10 st. 15 penn. die hem toekomen van zijn broers vanwege Cornelis Rijxen (broer?) als pachter van de ongedeelde ouderlijke boerderij (Recht. Arch. Renswoude 1799; 29-10- 1721).